De botanische tuin van Stichting Hortus Nijmegen maakte in de vijftig jaar van zijn bestaan kleine en grote rampen mee. Verwaarlozing. Geldstromen die stopten. Een faillissement van de partij die de botanische tuin zou redden. En recent inbraken en vernielingen. Maar er is vooral heel veel moois ontstaan aan prachtige en bijzondere natuur en een werkklimaat waar mensen zichzelf terugvinden. 

Oud-directeur Wil Wellen en nieuwe directeur Willemijn van Hulten bij het Alpinum. Rechts Hortulanus Bas Budel. [foto: Jan Lintsen]
De universiteit zette vijftig jaar geleden een botanische tuin op met uiteenlopende landschappen zoals heide, een moeras en een vijver. Er kwam ook een berg met een waterval en beekje, het Alpinum. Met rotsen uit de Ardennen en planten uit de Alpen, zodat de studenten niet meer op excursie naar Oostenrijk hoefden. De aanleg begon in 1969. De opening was in 1971. Maar al na tien jaar vond de universiteit de tuin te duur. In 1999 deed ze de tuin over aan de gemeente. Wil Wellen schreef een plan voor het behoud van de botanische tuin en richtte met een groep betrokkenen Stichting Hortus Arcadië op voor het beheer. Hij blies met vijfentwintig gesubsidieerde krachten de verwaarloosde tuin nieuw leven in. Wil Wellen werd directeur en bleef dat tot 2012.

Woekeraars
Wellen: „Van de vele oorspronkelijk aangeplante planten waren er in 1999 maar een paar over. Bij verwaarlozing nemen woekeraars de ruimte over. Er waren ook veel planten gestolen en mountainbikers reden de planten op de berg kapot. Met de oorspronkelijke plantenlijst in de hand herstelden we de tuin, waarbij we veel hulp en plantjes kregen van andere botanische tuinen. Voor de levensvatbaarheid en connectie met de samenleving wilden we meteen bij de start naast de botanische tuin een Arcadische tuin maken, met cultuurplanten, eetbare planten, een theehuis met terras en decoratieve borders. Arcadië staat voor een weldadige natuurlijke utopie. De universiteit stelde een terrein dat werd gebruikt als opslagplaats aan onze stichting ter beschikking. Een gebaar van het universiteitsbestuur nadat het stopte met het onderhoud van de botanische tuin. Maar er was op de eerste dag dat we begonnen – met toen tien werknemers – niets, geen stroom, geen behuizing, geen geld. De huidige behuizing is toentertijd derdehands overgenomen van de Educatieve Natuurtuin Goffert, die toen een nieuw gebouw kreeg. Het was keihard werken om de botanische tuin in oude glorie te herstellen en daarnaast nieuwe mooie tuinen te maken, en de horeca en een cultureel programma te organiseren, maar het lukte.”

Continuïteit
De gesubsidieerde banen werden echter landelijk afgeschaft. De gemeente Nijmegen hield ze nog een jaar of zes in stand, maar ze werden langzaam afgebouwd. Wellen: „Vanaf 2009 gingen we meer met vrijwilligers werken, maar het is een bekend probleem dat het met vrijwilligers erg moeilijk is om de continuïteit te waarborgen. In samenwerking met de gemeente Nijmegen is er gezocht naar oplossingen. Een organisatie die al meerdere groene initiatieven had overgenomen, Triple E, nam in 2012 het beheer van Stichting Hortus Arcadië over maar ging na drie jaar failliet. We wilden als vrijwilligers de tuinen behouden en zetten de Stichting Hortus Nijmegen op. Van de gemeente kregen we één betaalde kracht voor beheer en onderhoud. De rest doen we met vrijwilligers. Ik bleef als vrijwilliger betrokken, tot 2017 in het bestuur, daarna alleen in de tuin. Ik vind het fijn dat ik nu alleen met mijn handen bezig ben. Ik hou erg van wieden.”

Vitaliteit

Vrijwilligers aan het werk in de theetuin. [foto Jan Lintsen]
Wil Wellen zorgde voor een opvolger in het bestuur. Hij ontmoette 2016 bij tangoles Willemijn van Hulten die net in Nijmegen was komen wonen en zij nam in 2017 zijn plaats in. Begin 2020 nam ze de directeursfunctie op zich. Van Hulten: „Wij zijn een inspirerend en rijk natuurgebied, schoon en veilig en met een belangrijke educatieve waarde. Daarnaast zijn we ook rijk aan cultuur met muziekoptredens, films, informatiecafés, workshops, tentoonstellingen en meditaties in onze tuin. Bezoekers kunnen genieten van een kop koffie of thee en we bieden graag ruimte aan mensen die iets in onze tuin willen doen. Partners zijn bijvoorbeeld De Vereeniging, Nijmegen Klinkt, LUX, orkesten als Flos Campi en tientallen beeldhouwers. We staan midden in de samenleving, met contacten met RIBW, Werkbedrijf en Reclassering. De gemeente ziet gelukkig steeds meer het belang in van een groene en educatieve omgeving. De Radboud Universiteit wil samenwerken met het oog op de vitaliteit van de medewerkers en studenten, die versterkt kan worden in het groen. We werken aan financiële stabiliteit, en zetten daarbij naast ondersteuning door de gemeente in op betrokkenheid van Nijmegenaren. We vragen bezoekers bij activiteiten om een bijdrage of om donateur te worden: ,Geef wat het je waard is’.  Toen er afgelopen jaren twee keer werd ingebroken met veel vernielingen, was de steun, financieel en in middelen hartverwarmend.”

Binnenvliegen
Wellen: „In 2003 is er onderzoek gedaan naar de bezoekers van de tuinen. Er liepen toen 55.000 mensen per jaar door de tuinen, van wie 20 procent van buiten Nijmegen. Dat bezoekersaantal is zeker niet minder nu.” Hij ziet, vanaf zijn komst in 1999, een gestage verandering van de tuinen. „Natuurlijk worden struiken en bomen hoger en groter, en veranderen biotopen. Het duingebiedje en een stuk hei zijn verloren gegaan om bomen niet te hoeven kappen.” Ook de gemeenschap van werkers veranderde: „Een grote verandering was dat betaalde krachten vertrokken en er gewerkt moest worden met vrijwilligers. Er zijn mensen die hier tientallen jaren werken en mensen die binnenvliegen, een tijdje meedoen en dan weer verdergaan. Er zijn honderden mensen geweest die langer of korter bij ons werkten. We horen geregeld terug dat het werken in de tuinen veel voor mensen heeft betekend. Zij moesten op adem komen, en vonden zichzelf terug in het werk en onze gemeenschap. Een van de uitingen van waardering is een geschonken bankje in de tuin.”

Waar in de botanische tuin de nadruk ligt op het beschermen van bedreigde planten, is in de theetuin ook plaats voor gecultiveerde planten. [foto Jan Lintsen]
Schatkamer
Bas Budel is sinds 2016 de betaalde beheerder ofwel Hortulanus van de tuin: „Daarvoor werkte ik twee jaar als vrijwilliger. Ik maakte het gedoe met Triple E en de doorstart mee. Ik durf te zeggen dat we de meest biodiverse tuin van Nijmegen en omstreken zijn. We hebben meer dan 600 plantensoorten en met vogels, insecten, paddenstoelen en schimmels erbij meer dan 1500 verschillende organismen in de tuin. Het is een deel van het oude landgoed Brakkesteyn, met organismen die al eeuwen in symbiose leven. We herbergen 68 wettelijk beschermde planten. Je kunt erover lezen in het boek De groene schatkamer over planten en schimmels in onze tuin.”

Van Hulten: „Er is aan natuur én cultuur veel te beleven en te genieten. We zijn een prachtige plek voor kleinschalige evenementen. We hadden eind juni bijvoorbeeld een Duurzaamheidscafé met honderd bezoekers. De volgende dag gevolgd door een wandelroute met een quiz langs allerlei plekken, waar bezoekers informatie kregen over de natuur ter plekke. Ze konden ook eetbare planten eten en waterdieren zoeken. We vieren onze verjaardag, ons vijftigjarig bestaan, met een feestweek in september, waarvoor we iedereen van harte uitnodigen. De activiteiten komen op onze website en Instagrampagina. De verjaardag op 21 september is in eerste instantie gericht op onze zestig vrijwilligers, die het hart zijn van onze tuinen.”


U kunt reageren op dit artikel via een e-mail naar redactie@denijmeegsestadskrant.nl