Jaap Dirkmaat, directeur van Vereniging Nederlands Cultuurlandschap en voorzitter van de Stichting Das & Boom, maakt zich grote zorgen over de Zevenheuvelentrail op 10 en 11 september. De Zevenheuvelentrail gaat dwars door de natuur van de stuwwal in Berg en Dal. Het is een nieuwe wedstrijd op het lijstje van de toch al talrijke wedstrijden voor hardlopen en fietsen in het gebied op en rond de stuwwal van Berg en Dal.

Jaap Dirkmaat houdt een gloedvol betoog voor de natuur. [foto: Jan Lintsen].
Noem een onderwerp en Jaap Dirkmaat heeft er een verhaal en een mening over. Zijn taal is bloemrijk en zijn feitenkennis over de natuur in Nederland indrukwekkend. Als directeur van de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap treedt hij op als gesprekspartner voor de regionale en nationale overheid als het gaat om natuurbeleid alsmede voor natuurorganisaties. De Zevenheuvelentrail (zie kader onder), waarbij in september duizenden lopers door de bossen van de stuwwal gaan rennen, ziet hij niet zitten: „Dit soort wedstrijden moet je niet toestaan in kwetsbare natuur en inmiddels is ál onze natuur kwetsbaar.”

De stuwwal wordt nu gezien als unieke en kwetsbare natuur, ze heeft een beschermde status. Dat komt doordat mensen vroeger dit gebied als waardevol natuurgebied zagen. Dirkmaat vertelt dat dit stuk natuur is gespaard voor intensieve exploitatie door de mens simpelweg omdat het te steil is om er iets mee te doen voor menselijk gebruik als landbouw en woningbouw. „Om alle Nederlandse natuur als kwetsbaar te betitelen, moet je naar de natuurhistorie kijken. Wat nu over is aan natuur in Nederland, zijn gebieden waar we zelf het minst aan hadden. In het verleden hebben we onze veengebieden afgegraven, heidegebieden afgeplagd en bossen gekapt voor houtoogst. Wat nu de Veluwe is, ligt voor een groot deel op klapzand, schraal zand dat is overgebleven na het kappen van de oorspronkelijke bossen. Rond 1900 was onze natuur op haar rijkst, boerenbedrijven werkten in harmonie met de natuur. Extra mechanisatie, schaalvergroting en ruilverkaveling hebben onze natuur verarmd en versnipperd. De natuur van de stuwwal was veertig jaar geleden veel rijker: je vond er bosbessen, lelietjes van dalen, bosanemonen en cantharellen in grote hoeveelheden. Nu zijn de schimmels, de insecten en de dieren grotendeels weg, bladeren worden niet meer opgegeten zodat bijvoorbeeld bosanemonen niet meer boven het bodemstrooisel uit kunnen komen en afsterven. Ook het steeds extremer wordende weer heeft veel gevolgen, niet alleen voor planten en bodem maar ook voor vogels en insecten.”

Waaraan zie je dat de natuur op haar laatste benen loopt?
Onze natuur is heel kwetsbaar maar volgens Dirkmaat zien veel mensen dat niet. In de media staan berichten over natuurherstel, terugwinnen van biodiversiteit, het weer groeien van populaties bedreigde diersoorten en insecten en natuurvriendelijker boeren. Het lijkt beter te gaan met de natuur en op het eerste oog lijkt de natuur op de stuwwal best gezond. Echter, deze berichten gaan over herstel op kleine schaal, de optelsom van onze gehele Nederlandse natuur is negatief. Dirkmaat licht toe: „Er zijn net zoveel alarmerende berichten. Diersoorten verdwijnen of passen zich aan. De ooievaar bijvoorbeeld at vroeger kikkers maar nu regenwormen en de oehoe eet nu ratten in plaats van konijnen. Onze natuur wordt steeds armer en eenzijdiger. Dat zie je aan padden die steeds magerder worden doordat er minder insecten zijn, bossen die verder verdrogen doordat periodes van droogte steeds langer duren. In de afgelopen jaren zijn er ziektes geweest onder kastanjebomen, iepen, essen, eiken en momenteel de berkenbomen. Door te veel stikstof in de bodem is deze verzuurd. Daardoor verdwijnen schimmels waardoor er niets verteert op de bodem en de natuur verarmt: je ziet steeds meer bramen en brandnetels ten koste van andere planten. Ten slotte zijn er veel minder vogels. Wie wordt er nog wakker van oorverdovende vogelconcerten in de ochtend? Onze natuur loopt écht op haar laatste benen.”

Hoe kan het dat er vergunningen worden afgegeven?
Dirkmaat vertelt over de Habitatrichtlijn (1992) (zie kader onder ‘wetgeving’). Daarin staat dat de natuur ongemoeid moet worden gelaten, tenzij ‘er een dwingende reden is van groot openbaar belang’. De Zevenheuvelentrail is echter niet noodzakelijk en toch wordt deze vergunning verleend. „Ambtenaren die vergunningen afgeven voor evenementen in de natuur, hebben vaak geen reëel beeld van onze natuur en weten niet goed wat wetgeving en regelgeving inhouden rondom de natuur. De Habitatrichtlijn is niet altijd bekend bij de vergunningverleners. Daarnaast is er veel te weinig nieuwe natuur bijgekomen die niet kwetsbaar is en waar dit soort evenementen prima gehouden zouden kunnen worden.”

Natuurbeleid faalt vooral vanwege eenzijdige focus op wettelijke verplichtingen. Dat stellen wetenschappers op Nature Today. Dankzij het natuurbeleid uit de jaren negentig is veel bereikt, maar daarna is dat beleid stap voor stap uitgekleed tot een minimum dat volgt uit EU-verplichtingen. Daarmee is het Nederlandse natuurbeleid een juridische en bureaucratische karikatuur geworden van wat op papier ooit goed in elkaar zat.

Dirkmaat: „De overheid had volgens plannen in de jaren negentig veel meer bos en nieuwe natuurgebieden moeten aanleggen, maar deze plannen zijn in de jaren daarna door het kabinet Rutte uitgekleed, ook zijn bufferzones geschrapt. ”

Het geplakte raam symboliseert het protest tegen de Zevenheuvelentrail. [foto: Jack van Dalen].
„Hoort het in de natuur dat je alles platrijdt?” vraagt  Dirkmaat zich af. „De druk op de bodem bij fietsen is veel groter dan bij wandelen: een wiel raakt continu de grond. Straks komen daar misschien ook nog paden bij voor de elektrische step. Terrein met bestemming natuur moet je juist beschermen tegen dit soort gebruik, je bent daar te gast! De natuur loopt op haar laatste benen en nóg moeten wij er steeds meer dingen in doen. Het is als dansen op het sterfbed van de natuur. Daarom sla ik op die trom, zoek ik uit of er ontheffing is en of die niet in strijd is met de wet. En als het nodig is onderneem ik actie.”

Welke criteria moet je aanhouden bij nieuw aan te leggen voorzieningen?
Dirkmaats antwoord is helder: „Ga na of het past binnen de bestaande wetten en verdragen, voldoe aan je voorzorgplicht als overheid, ga na of planten en dieren in een gunstige staat van instandhouding verkeren en voorkom dat die dieren en planten in een dalende lijn terechtkomen. Echter, als je deze criteria hanteert kan er nergens meer iets in onze natuur”, besluit hij. „Nergens is onze natuur robuust genoeg voor dit soort activiteiten. Ze moet juist beschermd en met rust gelaten worden om te herstellen.“

Wat is jouw visie voor de toekomst?
„Ik zie dat veel mensen een niet-reëel beeld hebben van wat ons nog rest aan natuur. Daarbij komt dat al decennialang alarmerende berichten van onderzoekers en wetenschappers stelselmatig in de wind zijn geslagen of afgezwakt, terwijl ze het vaak wel bij het rechte eind hadden. Die realiteit is erg belastend voor het geweten, sommige mensen kunnen daar niet mee leven.”

Als je zo een tijd lang naar hem luistert, bekruipt je het gevoel dat er weinig hoop is. Dirkmaat noemt zichzelf echter geen pessimist maar een realist: „Mijn advies is om natuur- en klimaatbeleid te maken en uit te voeren, gebaseerd op de ergste scenario’s. Dan ben je voorbereid en kan het alleen maar meevallen. Nu gaat men juist uit van het minst erge scenario want dat kost het minste geld. Gek genoeg gaat de economische wet van schaarste niet op voor onze natuur, terwijl die wél heel schaars is. Maar we hebben er weinig geld voor over. Het is in onze ogen geen economisch schaars goed.” Als lichtpuntje ziet hij dat de natuur nog steeds veerkrachtig is en relatief snel herstelt, als we het goede doen. „Laten we ons als gast gedragen in de natuur, haar de nodige rust geven en ervoor zorgen dat er méér natuur bij komt. Voer die plannen uit de jaren negentig uit!” Hij ziet onze rol als mensen als die van acteurs in een steeds slechter wordende B-film. Die film wordt nu heel erg spannend. Hij pleit ervoor een glansrol te pakken en er een A-film van te maken: „We zijn het enige levende wezen dat in staat is om de aarde te beschermen tegen onszelf! Ik ben heel benieuwd of we dat gaan doen en het halen of niet.”

De Zevenheuvelentrail
Organisator is de Stichting Zevenheuvelenloop, die ook de – eveneens nieuwe – Zevenheuvelenhike en de NN Zevenheuvelenloop en de Alfa Laval Stevensloop organiseert. Op de site staat dat deze nieuwe Zevenheuvelentrail vijf afstanden kent: 7, 14, 21, 28 en 42 kilometer. In de omgeving van Nijmegen liggen tal van paden die vragen om een hardlooproute. Met een gevarieerd aanbod in afstanden is er voor ieder wat wils, van beginnende hardlopers tot de bikkels die binnen 42 km bijna 1000 hoogtemeters willen maken. Stuk voor stuk bijzondere routes met genoeg heuvels, bossen en uitdaging. Alle routes lopen dwars door de heuvelachtige bossen rondom Nijmegen. Onderweg beklim je de steile hellingen van de Nijmeegse heuvelrug, overwin je lastige afdalingen en geniet je van de prachtige natuur die het Zevenheuvelengebied rijk is. De routes gaan over smalle, onverharde paadjes. Grote kans dat je op plekken komt waar je nog niet eerder hebt hardgelopen! [tekst grotendeels weergegeven zoals vermeld op website Zevenheuvelentrail].

Wetgeving
De Vogelrichtlijn (1979) en de Habitatrichtlijn (1992) zijn opgesteld om met alle EU-lidstaten gezamenlijk de biodiversiteit in stand te houden en te herstellen. Het zijn de belangrijkste instrumenten om de achteruitgang van de biodiversiteit in EU-lidstaten een halt toe te roepen en om te buigen tot herstel, om zo een grotere bijdrage te leveren aan de wereldwijde bescherming van de biodiversiteit.

Zie ook: edepot.wur.nl/520728


U kunt reageren op dit artikel via een e-mail naar redactie@denijmeegsestadskrant.nl