Raak met Johan Vollenbroek in gesprek en je ontmoet een specialist, activist, idealist, realist, minimalist en optimist in één persoon. De Nijmegenaar zet geregeld het land op zijn kop met zijn acties tegen de overheid. Waar komt zijn gedrevenheid vandaan en welke invloed heeft zijn werk en de media-aandacht die hij krijgt, positief en negatief, op zijn persoonlijke leven en dat van zijn vrouw.

Als boerenzoon verliet Vollenbroek al jong de ouderlijke boerderij om te gaan werken en studeren in Arnhem en later Nijmegen. Op die boerderij werd zijn interesse voor het milieu gewekt. „Als jongen moest ik meehelpen op het land met onkruid wieden en ik weet nog goed dat er op een gegeven dag een loonwerker kwam met een machine die de landerijen bespoot met geel spul, onkruidverdelger. Bij terugkomst zag deze man er net zo geel uit als het spul zelf. Dat kan niet goed zijn, dacht ik, ik was vooral heel verbaasd.”

Onafhankelijk
Vollenbroek deed eerst HTS en aansluitend natuur- en scheikunde in Nijmegen met bijvak economie in Eindhoven. „Als je scheikunde begrijpt, begrijp je het leven”, zegt hij. Na zijn studie werkte hij bij Royal Haskoning op de milieuafdeling aan internationale opdrachten en semiwetenschappelijke studies op gebied van bodemonderzoek, lucht- en waterkwaliteit gericht op verbetering, bijvoorbeeld het verbeteren van de kwaliteit van lucht, bodem, drinkwater. Rond zijn 45ste richtte hij met een partner zijn eigen ingenieursbureau Mobilisation for the Environment (MOB) op. „Ik wilde als eigen baas mooie projecten doen. Wat mij opviel was dat de Nederlandse overheid achterbleef op gebied van milieuwetgeving ten opzichte van de Europese wetgeving. Bedrijven als Hoogovens en oliemaatschappijen als Esso en Shell voldeden niet aan de Europese regelgeving. Ik dacht: „Dit kan niet langer, er moet wat gebeuren.” En zo ging hij, naast zijn werk bij MOB, op eigen kosten juridisch onderzoek financieren. „Die financiële onafhankelijkheid is erg belangrijk. Veel milieuorganisaties zoals de provinciale milieufederaties zijn afhankelijk van subsidie en kunnen daardoor niet altijd geheel onafhankelijk te werk gaan.”

Johan Vollenbroek: „Het huidige kabinet is net een kleuterklas die denkt dat de markt alle problemen wel oplost.” [foto Jan Lintsen].
Gedreven
Het werk dat Vollenbroek met een aantal gedreven juristen uitvoert, bestaat uit het controleren of de overheid zich op het gebied van milieuwetgeving aan de regels houdt en de juiste vergunningen heeft. Hij is er trots op dat hij bedrijven als Shell met succes voor de rechter heeft kunnen dagen, evenals dat enkele kolencentrales in Nederland naar aanleiding van hun werk nu dicht zijn en palmolie als brandstof inmiddels verboden is. Recent kwam hij in het nieuws doordat hij aantoonde dat de overheid zich niet aan de Europese milieuwetgeving houdt op het gebied van het natuurbehoud. Hij tikte met zijn bureau MOB de regering op de vingers wat leidde tot de stikstofcrisis, met grote gevolgen voor de bouw, de landbouw en de biomassacentrales. De biomassacentrales in Nijmegen en Zutphen zijn van de baan doordat hij aantoont met feitelijk juridisch onderzoek dat er grote fouten zijn gemaakt met veel te ruime vergunningen. Zijn inspiratie haalt hij uit de natuur en het behoud ervan. Verder werkt hij samen met topjuristen, met Max van der Sleen van het voormalig Nederlands Economisch Instituut en met mensen als Marjan Minnesma van Urgenda. Ook heeft hij een fan die knipsels verzamelt voor hem.

Media
Veel media besteden aandacht aan zijn werk, variërend van Boerderij, toonaangevend vaktijdschrift voor de agrarische wereld, tot landelijke kranten als NRC, Trouw, De Telegraaf en platforms als GeenStijl. De ene keer instemmend en lovend, de andere keer scherp en soms zelfs vernietigend. Met media als De Telegraaf en GeenStijl heeft hij uiteenlopende ervaringen: „Eerst boren ze je de grond in, zoals bij het stikstofbeleid en een tijd later hemelen ze je op, zoals bij de ontdekking dat geen enkel Nederlands vliegveld, ook Schiphol niet, een geldige milieuvergunning heeft.” Als Nijmegenaar voelde Vollenbroek zich zeer gesteund door de burgemeester en de politie toen boze boeren van Farmers Defence Force hem wilden komen opzoeken bij zijn huis. „Ze hebben voor die ontmoeting een plek afgesproken buiten de stad en mij persoonlijk begeleid naar die plek. Daar heb ik met deze boeren gepraat.”

Johan en Mieke Vollenbroek willen ook in hun dagelijks leven een voorbeeld zijn van milieubewust gedrag. [foto Jan Lintsen].
Catamarantocht
Deze aandacht heeft niet zoveel invloed op zijn privéleven. „Hij kan dingen heel goed parkeren”, zegt zijn vrouw. „Zo gedreven als hij zijn werk doet, zo ontspannen is hij in zijn vrije tijd. Hij kan het erg goed loslaten, soms beter dan ik. Verder kan hij goed vooruitdenken, schaken op meerdere borden tegelijk, is juridisch en milieukundig erg goed onderlegd. Hij is ook nogal onverschrokken. Misschien komt dat mede doordat hij de dood in de ogen heeft gekeken bij een catamarantocht met een vriend op de Middellandse Zee, toen ze in een zeer zware storm belandden.” Vollenbroek vertelt over die zeiltocht van Nice naar Piraeus: „De golven kwamen hoger dan de mast van de boot. Met remparachutes probeerden we de boot overeind te houden. Een haven inlopen was in eerste instantie niet mogelijk. Gelukkig luwde de storm tot windkracht 8 en konden we de haven van Bonifacio bereiken. De catamaran die tien bij vier meter meet, had wel wat geleden: zo was de babystag gebroken. Ook stond er ruim een halve meter water onder in de boot, geen wonder want we zijn enkele malen volledig kopje onder gegaan, maar de boot kwam wonderwel telkens weer boven. Gelukkig waren we maar met zijn tweeën: Ben Ouwehand, een fantastische zeiler, en ik. Na een dag in Bonifacio zijn we via Sardinië en Sicilië verder naar Piraeus gevaren.”

Vollenbroek komt oprecht over, gepassioneerd, maar ook nuchter. Hij maakt makkelijk contact met wie dan ook, op alle niveaus. Zo praat hij net zo makkelijk met premier Rutte en landbouwminister Schouten als met vertegenwoordigers van boeren, in het Achterhoeks dialect, en actiegroepen zoals Farmers Defence Force of collega-actiegroeperingen als Greenpeace. Negativiteit en haatmail lijken hem nauwelijks te raken: „Haatmail is niet leuk maar het blijft anoniem en is inmiddels ook weer gestopt. Riooljournalistiek en negatieve persberichten kan ik meestal goed weerleggen. Ik pas dan hoor en wederhoor toe en dan ontstaat er een basis voor een goed gesprek en een beter artikel. Bijvoorbeeld bij De Telegraaf is dat zo gegaan.”
Door zijn grote zelfdiscipline blijft hij energiek: „Elke dag staat hij tussen vijf en zes op, doet wat oefeningen, gaat aan het werk en ontbijt rond half acht. Daarna gaat hij weer aan het werk, soms de hele dag, maar soms stopt hij na de lunch om in zijn velomobiel een ronde te fietsen. Deze bijzondere fiets gebruikt hij ook als vervoermiddel. Het ding kan tachtig kilometer per uur en ik mag ermee op de doorgaande wegen.” Hij maakt zijn hoofd leeg door te fietsen. Vroeger liep hij hard, soms wel 150 kilometer per week, hij heeft de marathon van Parijs ooit in tweeënhalf uur gelopen.

Lef
Vollenbroek vindt niet dat er nu meer aandacht is voor het milieu in het beleid. „Er wordt veel meer over gepraat maar er gebeurt feitelijk niet veel meer dan twintig, dertig jaar geleden. Het staat politiek niet hoger op de agenda dan toen. Opiniepeilingen zijn belangrijker dan politieke durf tonen. Landen als Denemarken, Duitsland en de Baltische staten tonen meer durf. Je kunt ook alweer voor dertig euro vliegen, veel te goedkoop. Gelukkig zijn er wel veel burgerinitiatieven, zoals de Landelijke Federatie tegen Biomassacentrales. Ook boerenorganisatie Agractie is een nette club, zij voeren actie maar kijken daarbij goed naar de toekomst van de boeren.”
Vriend en vijand waarderen Vollenbroek voor zijn werk. Dat blijkt uit de vele steun- en dankbetuigingen die hij ontvangt, ook van partijen waarmee hij heeft ‘gevochten’, zoals Electrabel. „Veel bedrijven stuurden me een felicitatie vanwege mijn groene lintje dat ik op 1 september ontving voor mijn werk en volharding daarin. Het zijn tenslotte professionele bedrijven. En veel journalisten bellen mij voor informatie in verband met het nationale stikstofbeleid.” Onlangs kreeg hij de tweede plaats toebedeeld in de Duurzame 100, een lijst van groene denkers en doeners opgesteld door dagblad Trouw. Overigens is hij al eerder benoemd tot ridder in de Orde van Oranje Nassau.

Opvolging
Als het gaat om milieubewust gedrag geven Johan en Mieke Vollenbroek het goede voorbeeld: ze hebben geen auto maar beiden een velomobiel, eten veganistisch, hebben het regenwater laten afkoppelen van het riool en vangen het op om te gebruiken voor de tuin. Verder hebben ze een composttoilet laten aanleggen. „Dat is een toilet dat niet op het riool is aangesloten en waarbij je uiteindelijk de compost die het oplevert weer grotendeels kunt gebruiken voor je tuin. Daarvan zijn er nu nog maar twee in Nederland, misschien omdat het best een investering is”, vertelt Vollenbroek. Vollenbroek is een gedreven optimist, maar wat hem wel bezighoudt is de opvolging van zijn organisatie MOB. „Als de overheid zich nu gewoon aan de wet houdt, kan ik gerust met pensioen. Het is echter steeds weer nodig om de regering bij de les te houden en in actie te komen. Het huidige kabinet is net een kleuterklas die denkt dat de markt alle problemen wel oplost. Je ziet het aan het stikstofdossier, je ziet het in het coronadossier, wat een incompetentie. Rutte is echt ver over zijn houdbaarheidsdatum heen. Helaas is er dus nog steeds te veel werk aan de winkel.”


U kunt reageren op dit artikel via een e-mail naar redactie@denijmeegsestadskrant.nl