In de Gezamenlijke Werkgroep Burgerparticipatie Nijmegen verenigden zich 22 wijkraden en bewonersgroepen. Ze voelden zich allen gefrustreerd in hun pogingen betrokken te worden bij projecten in hun wijk en willen werkelijke inspraak vanaf het begin dat er plannen worden gemaakt voor delen van de stad.
De Gezamenlijke Werkgroep Burgerparticipatie Nijmegen is een platform waar tweeëntwintig wijkraden en bewonersgroepen uit de hele stad samenwerken met als doel de gebrekkige dialoog en inspraak in Nijmegen te verbeteren. „Wethouder Noël Vergunst zegt dat hij via de Gezamenlijke Werkgroep Burgerparticipatie Nijmegen ‘met de burgers in goed gesprek’ is, maar in feite wijst hij al onze suggesties af of negeert ze”, vindt Ton Schattenberg, secretaris van deze werkgroep. Hij is ook secretaris van Stichting Hart voor Hazenkamp, de stichting die in september 2020 mede het initiatief nam om de werkgroep op te richten.

Wind
„Wij toonden aan dat dat plan tegen de regelgeving inging. De Sint Annamolen ligt op 330 meter afstand van de bouwlocatie en dat betekent dat de maximale bouwhoogte ongeveer 14 meter mag zijn, omdat de molen anders niet genoeg wind vangt. Toen wilde de projectontwikkelaar er drie gebouwen van vier verdiepingen neerzetten. Vergunst zei tegen ons: “De grond is verkocht aan de projectontwikkelaar, niet aan de bewoners”, maar de gemeente kan een projectontwikkelaar toch niet zijn gang maar laten gaan. Qua inspraak zitten we erbij, zonder te voelen dat er naar ons geluisterd wordt. We hoorden van meer wijkgroepen dezelfde ervaringen en richtten met elkaar de Gezamenlijke Werkgroep Burgerparticipatie Nijmegen op. Kort na de oprichting zetten we op een rijtje hoe wij inspraak willen: ‘Burgerparticipatie is niet een informatiebijeenkomst als de plannen al grotendeels vastliggen en geen meningspeiling aan het eind van een voorbereidingstraject, maar begint bij de aanvang van een discussie over een plan of project. Burgerparticipatie is als gemeente het proces van probleem naar oplossing aangaat samen met vertegenwoordigers van een wijk, die stevig voeling houden met de wijkbewoners.”
Procederen
“In het begin deed een tiental wijkgroepen mee, maar dat breidde zich snel uit naar 22 groepen nu. De werkgroep is heel actief, schrijft brieven, overlegt met wethouders, ambtenaren en de gemeenteraad.” Schattenberg snapt dat de positie van de wethouder lastig is, omdat hij van de gemeenteraad opdracht heeft gekregen snel en veel woningen te bouwen: „Maar de wethouder lijkt inspraak lastig te vinden en bang te zijn dat participatieprocessen vertragend of belemmerend werken. Maar dat hoeft niet. Als bewoners vanaf het begin betrokken worden bij plannen kost dat in het begin misschien meer tijd, maar je wint tijd omdat betrokkenen naar wie geluisterd wordt, niet naar de Raad van State gaan om tegen de plannen te procederen, wat anderhalf tot twee jaar uitstel betekent.”
Participatie-index
In het kader van de nieuwe Omgevingswet die 1 juli 2022 in zou moeten gaan, moet inspraak goed geregeld worden met in veel gevallen een motiveringsplicht: de gemeente moet aangeven hoe bewoners, maatschappelijke organisaties en bedrijven betrokken zijn bij de voorbereiding en met welk resultaat. Elke gemeente mag de uitwerking echter zelf invullen. Schattenberg: „De raad nam in 2019 een tienpuntenplan voor participatie aan, dat D66 inbracht, waar we een aantal van onze standpunten in terugzagen, maar daar werd niets mee gedaan. Er ligt sinds juli 2021 een concept over Omgevingsvisie en participatie, waarin sprake is van een participatieplan en een participatie-index. Hoe hoger de score op vier variabelen als categorie, algemeen belang, maatschappelijke aandacht en hinder, des te meer participatie de gemeente wil toestaan. De puntentoekenning is subjectief. Wij vragen ons af hoe dat werkt en vroegen de wethouder de Participatie-index toe te passen op enkele casussen: wij hebben er 22 in de aanbieding, zoals de situatie rondom Veur-Lent, het stationsgebied, de asfaltcentrale en Vossenlaan. Maar de wethouder wil dat niet, hij wil niet achterom kijken maar vooruit, zegt hij. Maar dan kun je niet leren van je ervaringen en fouten. De wethouder vindt het grootste probleem dat er te veel belanghebbenden zijn die alleen aan zichzelf denken, zei hij ooit. Wij roepen hem op burgers serieus te nemen. Burgers zijn geen kinderen en kunnen zelf denken. Heel veel burgers stoppen veel tijd in opkomen voor hun wijk, weten veel en zeggen zinnige dingen.”
Invloed
Wethouder Noël Vergunst, aan wie de opmerkingen van Schattenberg zijn voorgelegd, reageert als volgt: „Ik begrijp de zorgen van bewoners goed, bouwplannen in de directe omgeving kunnen een behoorlijke impact hebben. Zeker als het gaat om zogenoemde inbreidingslocaties in de stad. Deze bouwplannen zijn het gevolg van onze ambities. Wij hebben vanuit de door de gemeenteraad vastgestelde Omgevingsvisie de ambitie om in 2030 tienduizend woningen gecreëerd te hebben. Participatie bij deze ontwikkelingen vind ik erg belangrijk en dat verloopt niet altijd vlekkeloos. Neemt niet weg dat we wel een aantal belangrijke stappen op dit terrein hebben gezet, zoals het verwerken van het zogenoemde tienpuntenplan participatie in de Omgevingsvisie. En ondertussen zijn we bezig met de voorbereiding van het nieuwe participatiebeleidverordening, hierbij is de Gezamenlijke Werkgroep Burgerparticipatie Nijmegen betrokken.
Tot slot nog een opmerking over participatie. De kern van participatie is dat belanghebbenden op het juiste moment en plaats hun inbreng kunnen leveren, opdat de gemeente deze belangen kan meenemen in de belangenafweging die de gemeente moet maken. We willen juist een verbetering doorvoeren bij toekomstige projecten door beter aan te geven waarop belanghebbenden invloed hebben. Daarvoor is nodig dat aan het begin van dit soort trajecten duidelijkheid is over het proces bij alle betrokkenen en welke rol ze hebben. De ervaring leert dat door inbreng van bewoners plannen worden aangepast, zoals dat ook is gebeurd bij het project aan de Vossenlaan.”