De woordvoerders zorg van zowel GroenLinks als oppositiepartij PvdA zijn niet ontevreden over het Nijmeegse Jeugdbeleid dat gericht is op preventie. In het Rijk van Nijmegen zijn alle kinderen met ernstige problemen bekend bij wethouder Grete Visser en beleidsmedewerker Annegien Lange. Ze zoeken naar maatwerkoplossingen en ondersteunen de professionals om het belang van het kind voorop te stellen. Alle vier balen ze van de opstelling van het Rijk.

Wethouder Grete Visser en beleidsmedewerker Annegien Lange vergaderen wekelijks over de kinderen met complexe problemen.
[Foto: Jack van Dalen]
„We willen problemen voorkomen, geen emmers onder lekkages zetten”, zegt Grete Visser over haar werk als wethouder jeugdzorg. „Iedereen moet gelijkwaardige kansen hebben en een gelukkige jeugd kunnen krijgen, waar je wieg ook heeft gestaan.”

De gemeente Nijmegen steunt ouders en kinderen in hun thuissituatie en directe omgeving en zet in op preventie en snelle hulp met de buurtteams bestaande uit een tiental professionals. Visser: „We vertrouwen de professionals en geven hun een zak geld om samen hun werk te doen. De buurtteams streven ernaar om niet meteen door te verwijzen naar de kinder- en jeugdpsychiatrie bij psychische problemen, maar schakelen bijvoorbeeld praktijkondersteuners huisartsen (P.O.H.’s) voor de jeugd in. P.O.H.’s zijn verbonden aan huisartspraktijken en daarmee laagdrempelig. Zo voorkom je dat een kind meteen een stempel krijgt. Een meisje was bijvoorbeeld extreem bang voor honden en katten en durfde de deur niet meer uit. De P.O. leerde haar dat bang zijn niet erg is, dat je daarmee om kunt gaan. Dat gaf het meisje zoveel ruimte dat het haar lukte om weer activiteiten buiten de deur te doen.”

Expertisecentrum
Visser: „Wij gaan ervan uit dat in 2023 slechts de helft van de hulpvragers een verwijzing naar gespecialiseerde zorg nodig heeft en dat de overige helft zonder indicatie geholpen wordt door de buurtteams zelf. Natuurlijk zijn er problemen waar die hulp nodig zal blijven; ernstig autisme, eetstoornissen en psychiatrische problemen kun je niet voorkomen. Jammer genoeg zijn er nog steeds wachtlijsten bij de jeugd-GGZ , pleegzorg en gezinshuizen en zelfs bij de Jeugdbescherming. Op het moment echter niet bij het team in Nijmegen van de Jeugdbescherming Gelderland. Als gemeente weten we precies om welke kinderen het gaat.”

Beleidsmedewerker voor zware jeugdzorg Annegien Lange wil kinderen zo snel mogelijk uit de gesloten jeugdzorg krijgen. [Foto Jack van Dalen].
Annegien Lange is beleidsmedewerker voor de zware jeugdzorg. Ze zit in het Regionaal Expertteam (RET) Nijmegen Overleg Passende Hulp en heeft contacten met alle betrokken organisaties. Lange vertelt: „Nijmegen is een van de acht coördinerende gemeenten in Nederland waar sinds 2020 een expertisenetwerk is voor passende oplossingen voor jongeren met ernstige problematiek die vastlopen in de zorg. Dit Bovenregionaal Expertisenetwerk Gelderland ondersteunt de expertiseteams en zet ook eigen projecten op, zoals kleinschalige woonvoorzieningen voor jongeren die in de JeugdzorgPlus niet gedijen. We bespreken alle kwetsbare kinderen met complexe problematiek in onze regio. Er worden ongeveer twintig kinderen per jaar in gesloten instellingen geplaatst. We proberen de kinderen daar zo snel mogelijk uit te krijgen. We nemen genoeg tijd om een situatie goed te doorgronden.  Dat is bij zware problemen vaak onduidelijk. Speelt armoede mee? Wat dragen ouders bij? Wat is er met het kind? We zoeken de beste oplossing, niet alleen voor het kind, maar voor het hele gezin.”

Mes
Visser: „We geven vertrouwen aan de professionals. Zij zijn vaak bang om fouten te maken, bang voor de inspectie. Ze moeten voldoen aan veel goedbedoelde protocollen, waardoor uithuisplaatsing vaak het minst risicovol was. Ik zeg tegen hen: ‘Kijk naar het kind. Ik sta achter je.’ Maar het is spannend. Bijvoorbeeld als een jongen dreigt met een mes en de ouder zegt: ‘Hier heb je hem, neem mee’. De professional praat met kind en ouder, zorgt ervoor dat er een JIM komt en hij thuis kan blijven. Als de jongen toch gaat steken krijgt de professional de schuld.”

Elke maand hebben Visser en andere Gelderse wethouders overleg met de bestuurders van Jeugdbeschermingsorganisaties. Visser: „We bespreken dan hoe we beter kunnen samenwerken en onder welke voorwaarden we kunnen komen tot meer maatwerk. Dit leidt niet alleen tot praten, maar ook tot daadwerkelijke actie.” Visser geeft een voorbeeld: „Een kind met autisme kon op meerdere plekken niet gehandhaafd worden. De ouders wilden wel voor het kind zorgen, maar vanwege hun andere kinderen konden ze dat niet in hun woonruimte doen. We kozen er toen voor om een prikkelarme zorgstudio op het huis te bouwen. Het benodigde geld voor de verbouwing vonden we met het argument dat een paar ton voor deze woonruimte veel goedkoper was dan de tien miljoen die nodig is om het kind tien jaar in een instelling op te vangen. We gebruiken het argument van besparen dus wel om aan geld te komen, maar we bezuinigen niet om het bezuinigen, het gaat erom een kind een goede veilige plek te bieden.”

Hervormingsagenda
Visser: „Wij zijn koploper in het vereenvoudigen van de zorg. Maar jeugdzorg kost geld en veranderingen kosten geld en tijd. In het hele land zijn de problemen bij jeugdzorg shockerend. Problemen worden te traag en niet goed aangepakt door het Rijk. Het landelijk beleid was om kleinere groepen in de jeugdzorg te maken, daar kregen zorgaanbieders geld voor. Maar kleinere groepen betekent dat er meer personeel nodig is, wat geld kost en dus hogere tarieven voor ons als regio. Er is een hervormingsagenda, die structurele wijzigingen moet brengen op het gebied van de uitvoering van de jeugdwet, maar daar moet geld bij, dus dat krijgt het kabinet niet rond.”


U kunt reageren op dit artikel via een e-mail naar redactie@denijmeegsestadskrant.nl