Gezinnen en jongeren met complexe problemen hebben veel baat bij een mentor die de jongere zelf kiest. Negentig procent van deze jongeren hoeft zo niet uit huis geplaatst te worden.

De zoon van Miranda Teeuwsen werd in 2016 uit huis geplaatst. In het gezin waren problemen ontstaan nadat ze scheidde van haar man. „In eerste instantie was het voor zes weken, maar uiteindelijk verbleef mijn zoon vijf jaar in een gezinshuis waar hij niet aardde,” vertelt Teeuwsen. „De jeugdbescherming wilde andere dingen dan mijn zoon. Zij wilde dat hij contact met zijn vader hield al wilde hij dat niet omdat hij voortdurende teleurgesteld werd.” Teeuwsen las op internet over een aanpak met een JIM, een vertrouwenspersoon die haar zoon zelf kon kiezen. Teeuwsen: „JIM betekent Jouw Ingebrachte Mentor. In 2020 werd de peetoom van mijn zoon zijn JIM en in dat jaar kwam mijn zoon ook thuis. Als hij eerder een JIM had gekregen, hadden veel problemen voorkomen kunnen worden. Hij was zeker veel eerder thuisgekomen.”

Negentig procent van de jongeren met complexe problemen hoeft niet uit huis geplaatst te worden als ze zelf een vertrouwenspersoon kiezen. De JIM luistert naar wat de jongere wil en voert het woord richting hulpverleners en ouders. Het is iemand in wie ook de andere leden van het gezin vertrouwen hebben. De JIM blijft nadat een therapie is afgelopen.

Een multidisciplinair team van hulpverleners uit het Rijk van Nijmegen ging in 2020 twee jaar aan de slag met het JIM-concept. De resultaten waren nog beter dan elders. Veertien van de vijftien jongeren konden thuis blijven wonen in plaats van uitgeplaatst worden. De proef werd met een jaar verlengd.

Gelijkwaardig
„Voor de JIM-aanpak moeten hulpverleners een andere houding aanleren. In plaats van de oplossing aandragen moeten zij meer luisteren en gelijkwaardig samenwerken met de jongere, zijn of haar ouders en de JIM”, vertelt Suzanne de Ruig. Zij ontwikkelde samen met Levi van Dam de JIM-aanpak.

„Als een jongere zelf een mentor mag kiezen, wordt er beter naar hem geluisterd'" meent Suzanne de Ruig, bedenker van de JIM-aanpak.
„Als een jongere zelf een mentor mag kiezen, wordt er beter naar hem geluisterd”, meent Suzanne de Ruig, bedenker van de JIM-aanpak. [foto: Leo IJsvelt].
De Ruig werkte in 2013 als systeemtherapeut met gezinnen waar complexe problematiek speelde en jongeren dreigden uit huis geplaatst te worden. Met dertien jaar ervaring in de hulpverlening zag ze dat de problemen in een gezin terugkwamen zo gauw de hulpverlening stopte. Het doel van de JIM-aanpak was om uithuisplaatsingen te voorkomen door meer vanuit de jongere en zijn eigen omgeving te werken. Nu, negen jaar later, zijn ruim veertienhonderd professionals getraind in het JIM-concept.

De Ruig: „In het begin zeiden hulpverleners: ‘Er zijn geen JIM’s te vinden.’ Maar zij werkten vanuit het oude concept: eerst werden de jongere en het gezin het hemd van het lijf gevraagd over de problemen. De hulpverlener heeft dan zelf al een idee over wat er nodig is. Daarna vroegen ze pas naar een vertrouwenspersoon. We moesten jeugdhulpverleners leren eerst te vragen naar iemand die de jongere vertrouwt in zijn omgeving, een familielid of trainer of buurvrouw, die hij of zij wil vragen als JIM.

Daarna bespreekt de hulpverlener met de jongere, het gezin en de JIM samen wat er aan de hand is en wat men wil bereiken. De JIM  zorgt ervoor dat er naar de jongere geluisterd wordt. In vijftig procent van de gevallen weet een jongere meteen een JIM. Anderen vinden het ingewikkelder om iemand te vragen. Twintig procent van de jongeren kan geen JIM vinden. In Nijmegen ligt dit getal veel lager en vinden veel jongeren hun JIM.”

Uithuisplaatsing
In 2018 nam de Nijmeegse Miranda Teeuwsen contact op met De Ruig. Ze wilde voor haar zoon de JIM-aanpak, maar die was er nog niet in Nijmegen. Teeuwsen: „We hadden in de jaren dat hij in het gezinshuis zat tien verschillende gezinsvoogden, bij wie je steeds opnieuw moest beginnen, opnieuw vertrouwen moest opbouwen. Met de laatste hadden we geluk, die luisterde echt en was empathisch. Hij stond ervoor open om met een JIM samen te werken. Met een JIM heb je altijd iemand die je vertrouwt, die blijft, die echt naar je luistert en zorgt dat anderen naar je luisteren. De JIM zorgt ervoor dat de jongere serieus genomen wordt.

Ik zit in de cliëntenraad van de Jeugdbescherming en die steunde me toen ik steeds weer de JIM-aanpak naar voren bracht. De directeur ook. Nu werkt de Jeugdbescherming zelf ook met JIM’s.”

In het multidisciplinair team van hulpverleners in Rijk van Nijmegen, het InVerbindingsteam, werken de professionals samen met de JIM’s. Het zijn hulpverleners uit de jeugdhulp (entrea lindenhout), de psychiatrie (Karakter), en de zorg voor mensen met een licht verstandelijke beperking (Pluryn). De organisaties werken nu zelf ook met JIM’s.


U kunt reageren op dit artikel via een e-mail naar redactie@denijmeegsestadskrant.nl