Fotograaf Henk Braam: „Nijmegen is een echte fotostad.” [foto Adé Jansen].
De fotografie legt het stadsleven vast en zijn geschiedenis. Het is een belangrijke kunstvorm volgens fotograaf Henk Braam. Daar moet een plek voor zijn. Hij pleit voor een Huis van de Nijmeegse fotografie.

„Dit mag niet verloren gaan”, dacht Henk Braam toen hij het fotoarchief van Jan van Teeffelen zag. Van Teeffelen was de stadsfotograaf van Nijmegen in de jaren zeventig, tachtig en negentig. Met tienduizenden foto’s legde hij de geschiedenis van Nijmegen vast. Braam is verbonden aan de Stichting Jan van Teeffelen, die zijn archief beheert. „Ik bedacht dat het pand op de St. Stevenskerkhof 45 waarin Jan ooit woonde een perfecte locatie is voor het immense fotoarchief dat Jan achterliet. En is het dan niet prachtig om er een Huis van de Nijmeegse fotografie van te maken?”, mijmerde Braam. Een huis, niet alleen voor het archief, maar ook een plek waar fotografen en liefhebbers bijeenkomen voor lezingen, cursussen en exposities.

Het pand aan de St. Stevenskerkhof 45. [foto Adé Jansen].
De realiteit bleek weerbarstig. De gemeente Nijmegen is eigenaar van het pand, dat een geschatte waarde heeft van meer dan een half miljoen euro. Het had op de lijst gestaan om te verkopen. De stichting verzocht wethouder Noël Vergunst herhaaldelijk om een deel van het pand aan de stichting toe te wijzen. De verzoeken bleken vruchteloos. Bovendien kwam aan het huurcontract van de erven Van Teeffelen een eind. Dat leverde direct een probleem op voor de stichting, want waarnaartoe met het archief?

De stichting wist een subsidie van 7000 euro te verkrijgen om de analoge films van Van Teeffelen verder te digitaliseren, nadat zijn zoon Marc van Teeffelen al een groot gedeelte had gedigitaliseerd. Nadat Marc van Teefffelen in 2022 overleed, werd de huur opgezegd en sindsdien is het enorme fotoarchief opgeborgen in een opslagruimte. En daar ligt het nu: zestig jaar Nijmeegse geschiedenis in dozen, ergens op een industrieterrein aan de rand van de stad.

Braam heeft het idee voor een Nijmeegs huis van de fotografie nog niet uit zijn hoofd gezet. Daarvoor vindt hij het belang te groot: „Meerdere steden in Nederland hebben zoiets. Waarom Nijmegen niet? Nijmegen kent een lange traditie als het gaat om fotografie. Dat begint al in 1869 bij Wilhelm Ivens, de opa van cineast Joris Ivens, die zich als fotograaf in Nijmegen vestigde. In 1870 kreeg Ivens van het Nijmeegse gemeentebestuur de opdracht om de vestingwerken rondom Nijmegen te fotograferen, omdat deze gesloopt werden. Daarna hebben talloze fotografen het stokje overgenomen en mag Nijmegen zich een echte fotostad noemen.”

Ondertussen loopt de Nijmeegse politiek nauwelijks warm voor het idee. Een vraag aan GroenLinks, D66 en de Stadspartij Nijmegen leverde nauwelijks reacties op. Alleen Louisa Tumiwa van GroenLinks reageerde: „Het lijkt mij een interessant idee.”


U kunt reageren op dit artikel via een e-mail naar redactie@denijmeegsestadskrant.nl