
Wetenschappelijk onderzoek naar de invloed van microplastic op het menselijk lichaam staat nog in de kinderschoenen. Begin dit jaar zijn in Nederland vijftien onderzoeken gestart naar wat microplastics doen met het menselijk lichaam. Op een wetenschapscongres op 3 oktober dit jaar zijn de eerste resultaten gepresenteerd. Nijmeegse instituten waren niet bij dit congres betrokken. Toch zit op de Radboud Universiteit iemand die veel weet van microplastics. Universitair hoofddocent milieuwetenschappen Ad Ragas werkte als rapporteur mee aan een Europese richtlijn voor beoordeling van de risico’s van mengsels van stoffen. Wat vindt hij van die eerste resultaten? „In deze onderzoeken gaat het om gekweekte menselijke cellen in petrischaaltjes. Hoe deze cellen reageren op microplastic zegt weinig over wat er zich afspeelt in het menselijk lichaam. Zo is in een onderzoek naar voren gekomen dat immuuncellen plastics die verontreinigd zijn, inkapselen en vervolgens zelf doodgaan. Dat klinkt heel slecht. Maar als je een etterende wond hebt, zit die ook vol dode immuuncellen. Dus misschien is dit wel een afweermechanisme waarmee het lichaam microplastic naar buiten werkt.”
Keukenzout
Een probleem dat speelt bij onderzoek naar microplastic in het lichaam is dat we de kleinste deeltjes niet goed kunnen meten. Die grens ligt volgens Ragas ongeveer bij 50 micrometer; een micrometer is een duizendste millimeter. „In een petrischaaltje doe je veel meer microdeeltjes dan in de natuur voorkomen. De hoeveelheid doet ertoe. De eerste les van de toxicologie is: als je de dosis blijft verhogen, krijg je vanzelf een overdosis. Als ik je drie eetlepels keukenzout laat innemen, is dat ook dodelijk. Toxicologie gaat erover hoe een molecuul met andere moleculen in het lichaam reageert. Dat is bij plastic anders. Plastic reageert niet met andere stoffen, daardoor heeft het een ander effect in het menselijk lichaam dan chemische stoffen. Een promovenda van mij doet op dit ogenblik in Indonesië onderzoek naar microplastics in garnalen, kokkels en bandeng, een veel gegeten tropische vis. De meeste plastic deeltjes zitten in het maag-darmstelsel. Bij vissen wordt dit eruit gesneden. Kokkels en garnalen eten mensen in hun geheel, dus via het eten van garnalen en kokkels krijgen mensen meer microplastics binnen.
Ik vrees dat de perceptie van mensen verandert als ze horen dat een vis plastic bevat. Er zitten ook zandkorrels in de beestjes en daar hoor je niemand over. Wat wij vooral doen is constateren wat we vinden, maar we weten nog niet wat de effecten zijn. Mijn ervaring als wetenschapper is: als je allemaal rommel in het milieu gooit, heeft dat gevolgen voor dat systeem; het verandert. De vraag is wanneer het gebeurt en wanneer hebben wij er last van? Zelfs als we nu zouden stoppen met plastic weggooien, blijven er nog steeds meer microplastics komen doordat het plastic in steeds kleinere deeltjes vervalt.”
Plastic afval opruimen blijkt heel lastig. „Die jongen die met The Ocean Cleanup de oceaan wil schoonmaken, vind ik heel dapper, maar tegelijkertijd is er veel kritiek op omdat die installatie ook zeedieren opruimt,” zegt Ragas. Ook over een andere oplossing is hij sceptisch. „Er zijn bacteriën gevonden die enzymen maken die plastic kunnen afbreken. Nu kun je denken: daarmee kunnen we de plastic soep oplossen. Maar als je deze bacteriën loslaat in het milieu, wat doen die dan met de balans in een ecosysteem?”
Immuuncellen en plastic
Nienke Vrisekoop, assistent-professor bij het UMC Utrecht, deed onderzoek naar hoe immuuncellen reageren op microplastics. Zij was een van de sprekers op de Plastic Health Summit. Uit haar onderzoek blijkt dat immuuncellen niet reageren op niet-verontreinigde microplastics. Immuuncellen bestrijden binnendringende bacteriën door ze als een soort pacman op te slokken en onschadelijk te maken. Omdat de meeste microplastics zijn verontreinigd met andere stoffen, heeft Vrisekoop ook een test gedaan met microplastics met een coating van bloedeiwit. Hier reageerden immuuncellen wel op. Ze kapselden microplastics van 10 micrometer met een verontreiniging van bloedeitwit in. Dit had wel tot gevolg dat de immuuncellen vervolgens afstierven. Microplastics van 1 micrometer met een verontreiniging lieten immuuncellen met rust. De rede van Nienke Vrisekoop is terug te vinden op de website van de Plastic Health Coalition.
Medicijnen in het riool
Behalve plastic komen er via urine en ontlasting ook veel medicijnresten in het milieu terecht. In oktober 2018 startte Ad Ragas met zijn onderzoeksgroep een grootschalig onderzoek naar de invloed van medicijnresten op het oppervlaktewater. „Een deel haalt de rioolzuivering eruit, maar niet alles.” Op dit gebied is nog weinig onderzoek gedaan. „Veel onderzoek richt zich op bestrijdingsmiddelen. De gevolgen daarvan zijn ook veel zichtbaarder. Als iemand veel bestrijdingsmiddelen spuit, kunnen bij wijze van spreken de volgende dag de vissen dood komen bovendrijven. Bij medicijnen komt elke dag een beetje vrij, waardoor de gevolgen niet zo opvallen.” De onderzoeksgroep van Ragas maakt modellen om de effecten van stoffen op organismen of op het milieu te voorspellen. „Stel dat de giftigheid van een stof is onderzocht voor een alg, een watervlo en een vis, door drie verschillende laboratoria. Dan gebruiken wij de gegevens van die laboratoria om te voorspellen wat een veilige concentratie voor die stof is voor het gehele ecosysteem, waarin veel meer soorten leven dan alleen de drie die onderzocht zijn. Of als we weten hoeveel diclofenac, een ontstekingsremmende pijnstiller, in Nederland wordt verkocht, dan kunnen wij ongeveer voorspellen wat de concentratie in het oppervlaktewater wordt. Uit de literatuur weten we dat sommige mannelijke vissen door hormonen in het water vrouwelijke kenmerken krijgen. Door antidepressiva gaan vissen zich anders gedragen en worden ze minder schrikachtig. Nu kun je denken: is dat erg, ze gaan toch niet dood? Maar het ecosysteem verandert wel. De populatie kan afnemen, doordat ze makkelijker te vangen zijn door roofdieren. In klassiek toxicologisch onderzoek worden deze subtiele verschillen vaak overgeslagen terwijl deze effecten wel een belangrijke rol kunnen spelen.” Een dringende oproep heeft Ragas wel: „Als je medicijnen overhebt, breng ze terug naar de apotheek of als dat te veel werk is bij het restafval. Maar spoel ze niet door de wc.”
Door Gabriëlla Hendriks