In de theatervoorstelling Een  rugzak vol wantrouwen vertelt Lalla Weiss over de geschiedenis van Sinti en Roma. Over rechteloosheid, vervolging en eeuwig wantrouwen.

Een wervelende vogeldans wordt uitgevoerd door Cillia Mies. Foto: LvdB

In 1944 werden bij razzia’s in  woonwagencentra en Nederlandse steden vijfhonderdachtenzeventig vermeende Sinti en Roma opgepakt en naar Westerbork gestuurd. Van hen gingen er tweehonderdvijfenveertig op transport naar Auschwitz. De overigen werden weggestuurd omdat zij geen ‘zigeuner’ waren maar woonwagenbewoner of omdat ze wel Sinti of Roma waren maar de nationaliteit van een bevriend land hadden: Italiaans en Guatemalteeks. Slechts eenendertig mensen kwamen terug. In heel Europa werden honderdduizenden Sinti en Roma opgepakt en vermoord. „Dit zijn officiële cijfers, maar de werkelijke cijfers liggen veel hoger“, zegt Lalla Weiss in haar theatervoorstelling Een rugzak vol wantrouwen. Weiss is de verhalenverteller, begeleid door muziek van het Roma Heina Mirando-trio. Een wervelende vogeldans wordt uitgevoerd door Cillia Mies: „Eens waren we vogels. Onze veren hebben we verloren, maar nog altijd hebben we de ziel van een vogel.”

Niet Zwijgen

Weiss: „Van mijn voorouders heb ik mijn warme hart. We hebben een traditie van mooie verhalen, van wijsheid, dat kreeg ik van mijn ouders mee. Maar mijn moeder zei ook: ‘Niet zwijgen Lalla, niet schreeuwen, maar spreken!’” En dat doet ze. „Al  jaren ben ik een luis in de pels.” Ze  komt op voor de rechten van de Sinti en Roma, en maakt de vergeten geschiedenis bekend.

„Toen ik volwassen werd, drong het besef door dat we onze mond open moesten doen. Van mijn vaderskant zijn tweeëntwintig familieleden in Auschwitz vermoord, van mijn moederskant vierentwintig. Er werden brieven gesmokkeld: ‘We hebben honger, er is niets, we worden vreselijk mishandeld, ik wil zo graag naar huis.’ De Roma en Sinti werden niet meteen vermoord. Zij dienden voor onderzoek en experimenten. Alles werd gemeten, de lengte van de neus, schedelmetingen, alles kwam in tabellen. Er werd door de gevangenen gespeeld in orkesten en er werd gezongen. Je zingt om de pijn te verdrijven, de angst en de ergste gedachten.”

Lalla Weiss vertelt over de ervaringen van Sinti en Roma toen en nu.

„Ik vroeg aan het Nationaal Comité 4 en 5 mei spreektijd bij de dodenherdenking. Het werd keer op keer geweigerd. Eindelijk is nu spreektijd toegezegd, niet in 2025, vanwege ‘belangrijke sprekers’, maar in 2026. Dan krijgen we een paar minuten. Ik ben op bezoek geweest in Auschwitz. Bij de rondleiding werden de Joden en andere groeperingen zoals homo’s en verzetsmensen genoemd. Maar wij niet.”

Woonwagens

„We zijn een volk dat altijd op reis is. Niet om ergens aan te komen, maar om onderweg te zijn. De reis zelf is het doel. In die traditie ben ik geboren.

Wij zijn trots op onze tradities. Maar een reizend bestaan in woonwagens is niet meer mogelijk. Na de oorlog werden er vaste plaatsen gecreëerd, altijd te weinig en op troosteloze plekken aan de rand van de steden. Wij als kinderen werden op school anders behandeld. Ik moest naar een school voor speciaal onderwijs, hoewel daar geen reden voor was. Er waren luizen ontdekt en die konden alleen van ‘dat zigeunerkind’ komen. Maar ik had geen luizen. Soms verzweeg je je achternaam. We mochten niet zeggen dat we Sinti zijn. ‘Zeg maar dat je uit Suriname komt’, zei mijn moeder dan. We hebben een hekel aan het woord zigeuner. Het is een scheldwoord. Het zou van het Duits komen, Ziehende Gauner dat rondtrekkende boef betekent. Het duurt niet lang voor je als Sinti erachter komt dat de wereld niet op jouw hand is.”

De voorstelling werd gespeeld op 28 november in het Infocentrum WOII Nijmegen, en kan aangevraagd worden door scholen. „Vooral  jongeren moeten we bereiken”, vindt regisseuse Carla Hardy. „Zeker nu de polarisering toeneemt. Mensen worden tegen elkaar opgezet. We moeten blijven praten, nieuwsgierig blijven.”

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


U kunt reageren op dit artikel via een e-mail naar redactie@denijmeegsestadskrant.nl