De rechten van vrouwen in Afghanistan worden een voor een afgepakt. Vrouwen in gezinnen zonder man hebben het nog moeilijker. Stichting Goshamadeed organiseert een inzamelingsactie en een benefietmiddag.

„De situatie van vrouwen in Afghanistan is verschrikkelijk en wordt met de dag erger”, vertelt Storay Ahmadi, oprichter van Stichting Goshamadeed, een organisatie gericht op integratie. „Vrouwen mogen niets meer, ze mogen niet verder leren dan de basisschool, niet naar de sportschool of het zwembad en niet naar een park gaan. Ze mogen niet eens praten op straat en niet zonder begeleiding van een man op straat zijn. Ook de vrouwen in gezinnen waar geen man aanwezig is, mogen niet alleen naar buiten. Omdat ze wel moeten, hebben deze vrouwen, nog meer dan andere vrouwen, last van intimidatie, slaag of erger.”

Vrouw gekleed in boerka

Stichting Goshamadeed organiseert een inzamelingsactie voor de vrouwen in Afghanistan en een benefietbijeenkomst op 18 januari 2025 in Bibliotheek Mariënburg samen met Vredesgroep Nijmegen en Stichting KUS.

Geslagen

Zakera Naseri (1974) is in juni vanuit Afghanistan naar Nederland gekomen om te trouwen met een Afghaanse Nederlander: „Ik groeide op in Sjeberghan, ging daar naar de middelbare school en de universiteit. Ik ben scheikundedocent. Toen de Taliban de macht greep in 1996 mochten wij vrouwen niet meer werken. Dat duurde vijf jaar. Na de tweede overname van de regering door de Taliban in 2021 mochten de meisjes eerst nog naar de middelbare school, maar dat werd in het tweede jaar afgeschaft. Alle leraressen kwamen zonder werk te zitten. Daarna mochten ook de vrouwelijke ambtenaren niet meer werken. Het is veel strenger dan twintig jaar geleden en het wordt steeds strenger. Op 5 december 2024 is in Kabul, waar het iets minder streng was, de laatste universiteit gesloten waar vrouwen medicijnen konden studeren.

Onze vader is lang geleden overleden. Mijn moeder en zussen hebben geen man in huis. Een zus werd in het eerste jaar 2021 op straat zo geïntimideerd, dat ze drie dagen niet meer de straat op durfde. Ze was niet genoeg bedekt. Net als alle vrouwen draagt ze nu buiten een boerka met mondbedekking.

Zakera Naseri en Storay Ahmadi voeren actie voor vrouwen in Afghanistan op een kerstmarkt. Foto: Storay Ahmadi.

Als mijn zus boodschappen moet doen wordt ze vaak geslagen en terug naar huis gestuurd, ook al zegt ze dat er geen man in huis is. Mijn moeder en zussen overleven door te naaien voor anderen, wat weinig geld oplevert, want de kopers hebben ook weinig geld, of ze maken hapjes, die ze door kinderen op straat laten verkopen.”

Naaiprojecten

Nilofar Niekpor (1994) en haar man vluchtten in 2021 naar Nederland. Niekpor was fotojournaliste. Ze studeert nu aan de HAN International Social Work en is stagiaire bij Goshamadeed. „Van mijn appgroep met feministische vrouwen zitten er drie in de gevangenis, van hen hoort niemand meer iets. Twee vrouwen zijn gevlucht. De vrouwen die nog in Afghanistan zijn, kunnen weinig doen, alleen maar informatie doorsturen over hoe het daar is. Ze hopen op protesten uit andere landen.

Er zijn geen onafhankelijk schrijvende kranten meer. Ook tv-zenders zenden alleen uit wat de Taliban goed vindt. In Kabul werken nog wat vrouwelijke journalisten, vooral vanuit huis.

Sommige vrouwen proberen online les te geven opdat meisjes zich nog een beetje kunnen ontwikkelen. Ook buitenlandse organisaties geven online lessen, bijvoorbeeld Engelse les. Maar het niveau is niet hoog.”

Vele tientallen non-gouvernementele organisaties (ngo’s) steunden de vrouwenemancipatie. Naseri zag in haar omgeving dat ingezet werd op naaiprojecten voor vrouwen en op agrarische projecten: leren land te bewerken, kippen te houden of champignons te kweken. Ook waren er milieuprojecten om je afval goed te scheiden. Veel ngo’s zijn weg uit Afghanistan. ActionAid Afghanistan zegt er nog naaicursussen te geven opdat vrouwen een eigen kledingbedrijfje kunnen starten, maar volgens de drie vrouwen kan dat laatste niet. De vrouwen mogen voor weinig geld thuis voor de Taliban naaien. Of ze naaien voor kennissen en buren.

Vrouwonvriendelijk

De moeder van de Afghaanse Nijmegenaar Qader Shafiq haalde als onderwijzeres veertig jaar lang mannen over om hun dochters naar school te sturen. „Zo streed ze voor de elementaire rechten van vrouwen. Ze geloofde dat de sociaal-economische en culturele ontwikkeling van een samenleving gebaat is bij een actief en evenredig aandeel van vrouwen. Zij was trots en gelukkig als zij zag dat haar leerlingen hoogopgeleid werden en soms leiderschapsposities innamen. Soms denk ik dat zij in haar eentje meer bereikt heeft dan alle vanuit Den Haag aangestuurde projecten bij elkaar, projecten die in samenwerking met vrouwonvriendelijke krijgsheren werden gerealiseerd. Helaas heeft  het Nederlandse internationale samenwerkingsbeleid geen aansluiting kunnen vinden bij de aanwezige capaciteit van de honderden vrouwen zoals mijn moeder”, vindt Shafiq.

Storay Ahmadi schreef een boek over de situatie van Afghanen in Afghanistan en hier.

Ahmadi woont al achtentwintig jaar in Nederland. Ze kwam met haar gezin nadat de Taliban de eerste keer de macht greep. Ze werd steeds banger voor het lot van haar familie in Afghanistan en is met angst en beven naar Afghanistan afgereisd in april 2024. In Kabul kon ze nog alleen over straat, met hoofd- en mondbedekking. Buiten de hoofdstad had ze mannelijke begeleiding nodig en was ze net als andere vrouwen gekleed in boerka met mondbedekking. „De onderdrukking is overal. Iedereen is bang, ook de mannen. Die aanvaarden gewoon wat er gebeurt, tot mijn verbijstering. De goed opgeleide overheidsambtenaren zijn allemaal van Taliban, maar vaak geen Afghanen. Ik weet niet of ze uit Pakistan komen of van elders. Ze komen met een vrouw en nemen er nog drie Afghaanse vrouwen bij.” Niekpor: „Ik ken collega’s die Taliban zijn geworden. Dertig tot veertig procent van de Afghaanse mannen is blij met de Taliban. Taliban grijpt terug op oude patronen, waar mannen meer waard zijn dan vrouwen en mannen de baas zijn. Taliban zijn extremistische moslims. Zij kijken niet naar de context van wat er in de Koran staat. Er staat bijvoorbeeld dat vrouwen thuis moeten blijven als het op straat niet veilig is. Het tweede deel wordt weggelaten. Ze noemen alleen wat hen uitkomt. Er staat in de Koran ook dat mannen én vrouwen zich hun hele leven moeten blijven ontwikkelen.”

Door voortdurend geweld, droogte en slechte oogsten leeft in 2023 zevenennegentig procent van de Afghaanse bevolking in armoede, tegenover zevenenveertig procent in 2020. Vrouwen zonder mannelijk familielid leven in de slechtste omstandigheden. „Wij zijn een inzamelingsactie begonnen. Honderd procent van de bijdragen wordt doorgestuurd naar vrouwen in nood in Afghanistan”, verzekert Ahmadi.

Doneren en Benefiet

Doneren kan via Stichting KUS, onder vermelding van: Vrouwen in Afghanistan. Een tiental vrouwen van Goshamadeed heeft contact met vrouwen in nood in Afghanistan. Via hen kan een vijftigtal vrouwen geholpen worden.

Zaterdagmiddag 18 januari is er een benefietmiddag voor de vrouwen in Afghanistan, in Bibliotheek Mariënburg, van 14-16 uur, met een praatje, muziek, gedichten en standjes met spulletjes en hapjes.

 

 

 


U kunt reageren op dit artikel via een e-mail naar redactie@denijmeegsestadskrant.nl