Rinus Janssen bij de Honig, waar hij met andere stakers in 1978 de fabriek bezette [foto Jan Lintsen].
Zie je het voor je: je taak is om een week lang op het kantoor van de directeur de wacht te houden. Je slaapt op een stretcher. Slechts een keer in een week ga je naar huis om schone kleding op te halen en een week lang neem je de telefoon op met de tekst „bezettingscomité met Janssen’’. Bij Koninklijke Scholten-Honig vond in 1978 de grootste bedrijfsbezetting ooit in Nederland plaats. Ook de fabriek in Nijmegen, of misschien wel juist de fabriek in Nijmegen, werd bezet door eigen personeel. Wat was er aan de hand?

In Nederland kennen we een aantal geruchtmakende stakingen. De langste ooit duurde 843 dagen bij zagerijpersoneel van de Gebroeders Loos in Blokzijl in 1924. Erkenning vanuit een vakorganisatie en totstandkoming van een CAO was de inzet. Na een strijd van 28 maanden werden de stakers, 87 man, ontslagen. In 1902 was er de geruchtmakende staking van Twentse textielarbeiders, 45000 man op straat. Wat er bij Koninklijke Scholten-Honig gebeurde was uniek. „Ik had jullie eigenlijk al veel eerder verwacht.” Dat waren de historische woorden van directeur Piet de Koning, toen het bezettingscomité zijn kantoor in Nijmegen binnentrad. „Nee, het was zeker geen staking. Er werd gewoon gewerkt op de fabriek,” zegt Rinus Janssen. Hij heeft een lange carrière bij Honig achter de rug in verschillende administratieve en informaticafuncties en was één van de circa twintig leden van het bezettingscomité in de Honigfabriek in Nijmegen. ´Rooie Rinus´ was zijn geuzennaam vanwege zijn linkse sympathieën. „Het ging niet om hogere lonen of betere werkomstandigheden, maar om het behoud van zeker 500 banen,” aldus Janssen. Hij neemt ons mee naar wat er die week gebeurde.

Laten we bij het begin beginnen. De fabriek in Nijmegen maakte met meerdere levensmiddelen- en zetmeelfabrieken onderdeel uit van Koninklijke Scholten-Honig (KSH) en was een van de winstgevende fabrieken. Toch kende het concern behoorlijke financiële tegenslagen en door de top was uitstel van betaling aangevraagd. Aanleiding hiervoor was een nieuwe fabriek in Tilbury in Engeland, waar 160 miljoen gulden in was geïnvesteerd. Hier zou isoglucose geproduceerd worden, wat de concurrentie moest aangaan met de normale suikers. Concurrenten van KSH staken hier een stokje voor door in Brussel flinke heffingen op dit product af te dwingen. De fabriek heeft uiteindelijk nooit gedraaid. Weggegooid geld dus. Toen vakbondsleden op een aandeelhoudersvergadering hoorden dat er uitstel van betaling was aangevraagd handelden ze snel. Dezelfde avond nog belden zij alle andere kaderleden. „Jongens, vanaf morgen wordt er surseance van betaling aangevraagd. Dit kan wel eens einde oefening betekenen.” De volgende dag, een zaterdag zelfs, deelden vakbondsbestuurders mee: „We gaan proberen alle fabrieken te bezetten.” Om drie redenen geeft Janssen aan: „We wilden voorkomen dat leveranciers hun goederen zouden terughalen, want een bedrijf dat geen geld heeft kan zijn rekeningen niet betalen. Dat zou wel eens de gedachte van leveranciers kunnen zijn. Een mannetje bij de voor- en bij de achteringang dus. Daarvoor hadden we een heel schema uitgewerkt. We wilden een boedelkrediet van 40 miljoen gulden afdwingen bij de minister van Landbouw en we wilden voorkomen dat alleen de krenten uit de pap verkocht zouden worden bij een eventueel faillissement. Als KSH verkocht zou worden, dan als geheel. Een eis van de vakbond.” De industriebonden NVV, NKV, CNV en de voedingsbond FNV stonden allen achter de bezetting.

Het actiecomité vergadert, aan het hoofd van de tafel rechts zit Rooie Rinus (Rinus Janssen) [foto rechtenvrij, Publieke domein].
Stond iedereen in Nijmegen ook achter de bezetting? „Nee helaas niet. Alhoewel ik vermoed dat zo´n negentig procent van KSH achter de bezetting stond, waren er wel degelijk twee kampen. Zo stond bijvoorbeeld de plaatsvervangend directeur er helemaal niet achter. Mij is nooit helemaal duidelijk geworden waarom eigenlijk. De zittend directeur, Piet de Koning, vroeg zelfs aan mij of er een ‘zwarte lijst’ bestond. Kun je nagaan. Alsof we van plan waren mensen te liquideren of zo. Maar dat was totaal niet aan de orde. Wij wilden alleen maar de belangen van alle personeelsleden dienen. En we respecteerden ook de mening van collega´s die niet achter onze actie stonden. Wel hielden we natuurlijk een beetje een oogje in het zeil.”

Bezetters schrijven pamfletten in het actiecentrum [foto rechtenvrij, Publieke domein].
Maar ik kan me zo voorstellen dat de sfeer gespannen kon zijn? „Zo nu en dan inderdaad. Zo herinner ik mij een incident tijdens de bezetting, waarbij Ad Voermans, vakbondsbestuurder van de Industriebond NVV, het gehele bedrijf toesprak vanaf het bordes. Hij had de microfoon nog niet gepakt of onze ´tegenstanders´, onder wie onze plaatsvervangend directeur, verlieten demonstratief de ruimte. Ik kookte van woede en stond op het punt hem aan te vliegen. Dit had niets meer met respect te maken vond ik. Piet de Koning, onze directeur, heeft zelfs tussen ons in moeten staan. Dezelfde dag nog belde de personeelschef me op: „Rinus, wat is er potverdorie gebeurd. Klootzak dat je er bent.” Uiteindelijk liep het met een sisser af, maar naar aanleiding daarvan kwamen er zeker spanningen. Het is het zelfs zo ver gekomen dat een van de weglopers de poort ’s avonds niet meer binnenkwam, vanwege die wegloopactie. „Jij hebt hier niets te zoeken”, werd hem verteld. Ondertussen wilde ook de lokale politiek wel eens weten wat er allemaal aan de hand was daarbinnen. Dat mocht, maar niet zonder een verklaring van solidariteit. Ik kan me nog herinneren dat een wethouder van het CDA, die geloof ik arbeidsmarktbeleid in zijn portefeuille had, dat niet zag zitten, dus die lieten we dan niet binnen.
Maar die wilde natuurlijk kritische vragen kunnen stellen? „Wat ik ook wel weer begrijp natuurlijk. Maar toch hadden we dit zo afgesproken.”

Personeelsleden komen een kijkje nemen in het actiecentrum [foto rechtenvrij, Publieke domein].
Uiteindelijk hebben jullie je zin gekregen? „Dat boedelkrediet is er gekomen. Er zijn geen banen verloren gegaan en uiteindelijk zijn de levensmiddelenbedrijven van KSH, waaronder Honig, gekocht door De Centrale Suiker Maatschappij (CSM), laat dat nou net een van de bedrijven zijn die destijds heeft geprobeerd KSH uit de markt te prijzen met die heffingen. De zetmeelbedrijven werden overgenomen door AVEBE en Wessanen. CSM besloot flink te investeren. In 2000 kwam Heinz om de hoek kijken en toen ging het helaas fout. De soep- en deegwarenfabriek van Honig heeft uiteindelijk tot 2012 bestaan. Ik heb dat gelukkig niet meer mee hoeven te maken; in 2003 kon ik gebruikmaken van de toenmalige pre-VUT-regeling, ik kwam op een verkiesbare plaats op de kandidatenlijst van de PvdA en heb acht jaar in de Nijmeegse gemeenteraad gezeten.”

Door Maarten Beekman


U kunt reageren op dit artikel via een e-mail naar redactie@denijmeegsestadskrant.nl