De wijkmanagers zijn weg per 1 september, zonder raadpleging van groepen en mensen in de wijken. De gemeenteraad werd pas eind september geïnformeerd na een speciaal verzoek van Marjolijn Mijling, raadslid voor het CDA. Zij maakt zich hard voor werkelijke inspraak vanuit wijken.
Het wijkgericht werken is compleet op de schop gegaan. In plaats van de vertrouwde wijkmanager kunnen wijkbewoners nu contact opnemen met vier ambtenaren: drie wijkregisseurs met elk een eigen taak (sociaal, ruimtelijk, veiligheid) en een participatiemedewerker. Met de nieuwe opzet wordt 350.000 euro bezuinigd. Dit schrijft het gemeentebestuur aan de Raad, die pas 29 september uitleg van gemeentesecretaris Arne van Hout krijgt. Volgens Van Hout werd de Raad niet eerder ingelicht omdat het niet gaat om een reorganisatie, maar om „ambtelijke beslommeringen”. Het werk van de wijkmanagers zal door ambtenaren gedaan worden die toch al bezig zijn met specifieke zaken in de wijk, en die nu allemaal wijkgericht moeten werken. Dit laatste brengt hij als groot goed. Het levert in ieder geval de gewenste bezuiniging op, door de inlevering van de wijkmanageruren.
GebiedstafelsAls Marjolijn Mijling, raadslid voor het CDA, niet aan de bel had getrokken was de Raad nog later geïnformeerd. Ze hoorde begin van het jaar bij een wijkbijeenkomst dat er veranderingen in het wijkgericht werken op handen waren: „Als het gaat om verplaatsing van ambtenaren heeft de Raad daarover niets te zeggen. Maar wel als het gaat over hoe de gemeente met haar burgers omgaat.” Ze nam zich voor om het goed in de gaten te houden. Ze kreeg half juli van verontruste wijkbewoners te horen dat er geen wijkmanagers meer zouden zijn per 1 september. Wijkorganisaties kregen een brief met deze tekst: ‘Al jaren speelt de afdeling Wijkmanagement een waardevolle rol als spil tussen de partners en bewoners in de wijken en de gemeentelijke organisatie’. Met meteen daarna de mededeling dat Wijkmanagement als aparte afdeling wordt opgeheven en: ‘Vanaf 1 september brengen we deze rol naar het hart van onze organisatie. We brengen het wijkgericht werken volledig onder bij onze inhoudelijke afdelingen (sociaal, fysiek en veiligheid), die gaan werken in ‘gebiedstafels’. Hier bespreken en coördineren medewerkers vanuit verschillende gemeentelijke disciplines gezamenlijk vraagstukken op het gebied van leefbaarheid.’
Stoeptegel
Mijling: „Deze tekst riep allerlei vragen bij wijkbewoners. ‘Wat betekent dit in hemelsnaam? Wat gebeurt er? Waarom? Waarom zijn wij daar niet van tevoren in gekend?’” Ze ging op zoek naar informatie: „Ik vond in de digitaal opgestuurde stukken, onder aan een lange lijst overige zaken, een schrijven van B en W over het nieuwe wijkgericht werken. Gestuurd op 14 juli, aan het begin van de vakantie van de Raad! Ik ben meteen naar de Griffie gestapt, die de besprekingen van de Raad coördineert, om te vragen om uitleg van B en W meteen na het reces. Op 29 september kreeg de Raad daarom een zogeheten technische uitleg. Dan mogen partijen alleen inhoudelijke uitleg vragen, maar geen commentaar leveren.” Mijling vroeg wel hoe wijken, wijkraden, welzijnsorganisaties meegenomen zijn in het besluit. Het antwoord van Van Hout: „We zijn steeds met hen in gesprek.” Mijling: „Dat was een ontwijkend antwoord. Want waarover zijn gesprekken gevoerd? Over een losse stoeptegel? Volgens mijn informatie niet over dit voorstel.”
Benaderbaar
Mijling wil het nieuwe wijkgerichte werken samen met wijkraden en betrokken wijkorganisaties bespreken. Daarom vroeg ze uitstel van de inhoudelijke bespreking die begin oktober gepland was. „Dit is niet enkel een ambtelijke herverdeling, dit heeft consequenties voor wijkbewoners. Zij raken hun vertrouwde contactpersoon kwijt. Wijkmanagers die makkelijk benaderbaar waren, die organisaties en betrokken wijkbewoners samen aan tafel zetten en stimuleerden tot activiteiten, zoals ik zelf meemaakte. Er komen vier mensen voor in de plaats die allemaal over een ander gebied gaan. Wie moet je waarvoor bellen? Wat als meer gebieden betrokken zijn? Hoe ligt de verantwoordelijkheid dan? Daar ben ik bezorgd om. De hele stap van samen met bewoners tot veranderingen komen, het horen van wijkbewoners, is vergeten bij deze operatie. Ik wil dat het gesprek over deze nieuwe manier van werken alsnog en op een goede manier gevoerd wordt, en dat alle betrokkenen benaderd worden om mee te praten. Dat kan niet in een paar werkdagen. Ik vraag de lijst op van mensen die een uitnodiging krijgen, om te zien of niet alleen de bekende gezichten uitgenodigd worden. De inspraakronde is nu 3 november en de politieke discussie dan 10 november. Ik hoop dat veel mensen deze kans grijpen. Als er veel protest is zal het college misschien terug moeten komen op zijn besluit.”
Respectloos
Mijling zucht: „Het voelt als respectloos naar de wijkbewoners en de Raad: ‘Jullie willen inspraak, maar we doen het toch lekker op onze eigen manier’. Terwijl de Raad dit jaar een tienstappenplan aannam om bewonersparticipatie en inspraak te verbeteren, lijkt het college steeds minder te doen aan participatie.” Voor de wijken is Bert Velthuis verantwoordelijk. Maar er zijn meer voorbeelden van wethouders die vooral zenden, en als ze al luisteren, niets doen met de wensen vanuit bijvoorbeeld wijkraden. Mijling: „Wethouders zijn niet altijd helder in waar wel en waar niet inspraak op mogelijk is en waarom wel of niet. Er is een brief gestuurd, gericht aan het college en de Raad namens achttien wijkraden die zich niet serieus genomen voelen, met name met betrekking tot bouwplannen. Ze mogen dingen zeggen, maar het meeste ligt al vast en met hun opmerkingen wordt niets gedaan.”