Vijf studenten en een docent van de Radboud Universiteit werden door de politie uit een stadsbus gehaald, beschuldigd van vernielingen in de universiteit. Maar geen van hen was in de betreffende ruimte geweest. De enige ‘aanwijzing’ was het dragen van een Palestijnse sjaal. Onschuldig brachten ze dertig eenzame uren door in een cel. Ze wachten nog steeds op een publiek excuus. Een gesprek met twee studenten.  

Studenten demonsteren en tonen met Palestina sjaals hun solidariteit. Foto: Charlie.

„Als je hier zit is dat echt niet voor niks”, beet de bewaker studente Karabo toe en sloot de deur van de cel. Waarom zat ze hier? En voor hoe lang? Er kwam geen opheldering. Het was de avond van 16 december van vorig jaar. Vijf studenten en een docent van de Radboud Universiteit werden door de politie uit een stadsbus gehaald en gearresteerd. Ze zouden betrokken zijn geweest bij vernielingen in de universiteit. Maar dat klopte niet. Ze werden in aparte cellen opgesloten, een nacht en een hele dag, zonder hulp of steun van de universiteit.  Ze droegen alle zes een Palestijnse sjaal oftewel keffiyehs. Waren ze er daarom uitgepikt?

Onderdrukking

Studente Karabo zat eerder die dag in de bus op weg naar een pro-Palestinaprotestmars bij de universiteit, maar las op Instagram dat de mars was gecanceld vanwege een zware politieaanwezigheid op de campus, na een poging tot bezetting van een collegezaal. De groep die de mars organiseerde had daar niets mee te maken. Ze nam de bus terug naar het station en naar huis, samen met vijf anderen, onder wie een docent. Karabo en student Charlie vertellen: „Het gaat ons, studenten, om de banden van de universiteit met Israël, we vragen aan het bestuur om die te verbreken. De Israëlische universiteiten spelen een actieve rol bij de onderdrukking van de Palestijnen. De Ben Gurion Universiteit roept Joden in de wereld op om naar Israël te emigreren, opdat ze in aantal sterker staan tegenover de Palestijnse bevolking.”

Criminaliseren

„Iedereen kan weten wat er aan de hand is, we zien het dagelijks op tv, de volkerenmoord op de Palestijnen behoort tot de grootste misdaden van onze tijd, erkend door het Internationaal Strafhof, maar degenen die protesteren worden verdacht gemaakt. Toen de politie ons aanhield zagen we veiligheidsagenten van de universiteit. We waren opgelucht, zij zouden wel zeggen dat we niets met de onrust op de universiteit te maken hadden. Maar dat gebeurde niet. Ze wezen ons aan: ‘Die met die sjaals moet je hebben, pak die allemaal op.’ De politieagent die de leiding had snauwde tegen Pettit: ‘Prettig om u eindelijk te ontmoeten.’ Pettit is een gerespecteerd docent die bekend staat als maatschappelijk betrokken. Ontkennen hielp niet. De politieofficier zei bij het verhoor: „U werd beschreven op basis van uw uiterlijk, en de lokale beveiliging herkende u.”  De universiteit maakte bekend dat we op beelden stonden. Wij dachten: er zijn overal beveiligingscamera’s dus ze zullen zien dat we nergens op staan. Maar die beelden hebben ze nooit laten zien, niet aan ons en niet aan de politie.” Later bleek dat de vernielingen waren aangericht door personen met gezichtsbedekkende kleding. De ‘herkenning’ was op basis van de sjaal.

Alibi

Charlie pratend met een NOS reporter bij een kampement voor Palestina op het universiteitsterrein.
Foto: MM

„Ze hadden iets nodig om ons te arresteren”, zegt Charlie. “En dat was onze sjaal, voor ons een teken dat we ons betrokken voelen bij de Palestijnen. Die volkerenmoord is het grootste schandaal van deze eeuw. Waarom erkent de universiteit dat niet? En waarom steunden ze ons niet toen we gearresteerd werden? We hadden niets met de bezetting of vernielingen te maken.” Karabo: „Ik had kunnen bewijzen dat ik in de bus zat tijdens de vernielingen, maar de politie vroeg ons niet naar alibi’s. De universiteit evenmin. Docent Pettit dacht er zelf aan. Hij zat in de trein en kon dat aantonen.”

Eenzaam

Karabo: „Ik moest me uitkleden op wat ondergoed na, ze fouilleerden me, vreselijk. Ze geloofden ons verhaal niet. Vooral ik als zwarte Zuid-Afrikaanse vrouw werd vernederd. We moesten de telefoon afgeven.” Charlie: “Ze belden op mijn verzoek mijn advocaat. Die kwam meteen, maar kreeg geen toegang. Pas de volgende dag kon ik hem spreken.” Karabo: „Het werd nacht zonder verdere informatie, alleen in een cel, met een bed, een deken en een wc die je niet kon doortrekken. De volgende morgen kwam er ontbijt, maar geen duidelijkheid. Charlie: „Ik hoorde de bewakers op de gang op en neer lopen, maar nooit om onze cel te openen. Je weet niet wanneer het stopt. Op een gegeven moment huilde ik, zo ellendig voelde ik me. En toen hoorde ik lawaai en leuzen buiten, een protest van organisaties zoals Mensen in het Zwart, Extinction Rebellion, GroenLinks en BIJ1. Ineens was er het gevoel: je bent niet alleen.”

Erkenning

Voor Pettit was de uitspraak op 27 januari dat de arrestatie onterecht was. Voor de anderen bleef het bij ‘gebrek aan bewijs’. „Dat blijft aan ons plakken”, zegt Charlie. “De suggestie dat wij schuldig waren bleef overeind.” Karabo: „Het heeft mijn vertrouwen in het Nederlandse recht geschokt. We willen erkenning van onze onschuld, een onafhankelijk onderzoek bij de universiteit. In een interne evaluatie, waar wij niet in gehoord zijn, stond alleen: ‘Volgens de beveiliging leken ze qua kleding op mensen in het gebouw’.”

De ervaringen in de eenzame cel waren voor de studenten traumatisch, maar toch is het vooral de universiteit die ernstig is tekortgeschoten. Zonder waarheidscheck werd een vage beschuldiging van veiligheidsagenten serieus genomen. Er zouden beelden zijn, maar dat klopte niet. Er zijn geen beelden aan de politie of aan de advocaat getoond. Wat overbleef was de  ‘herkende’ sjaal.  In de publiciteit werden ze gecriminaliseerd. De studenten hadden aan kunnen geven waar ze op het cruciale moment waren, maar daar is niet naar gevraagd. Er is niets publiekelijk rechtgezet.

Solidariteit

Foto: MM

„We hebben recht op publiek excuus. Dat hebben we niet gekregen. Maar het gaat niet alleen om ons. Ik wil niet in een wereld leven waar steun voor volkerenmoord geaccepteerd is. De sjaal is een uiting van onze solidariteit. Die solidariteit vragen we ook van de universiteit. We kunnen niet langer aan de verkeerde kant van de geschiedenis staan.”

Wat is het antwoord van de universiteit?  Komt er nog een onderzoek of een excuus? We vroegen het aan de communicatiemedewerker en de ombudsman van de universiteit maar kregen geen antwoord.

De volledige namen van de studenten zijn bij de redactie bekend.

 


U kunt reageren op dit artikel via een e-mail naar redactie@denijmeegsestadskrant.nl