De kap van vierentwintig Canadese populieren vorig jaar aan de Bisonbaai krijgt geen vervolg. Van de zestig overgebleven Canadese populieren krijgt de helft een snoeibeurt. De andere helft staat op plekken waar bijna geen mensen komen, deze bomen mogen blijven staan tot ze omvallen. De werkgroep Vrienden van de Bisonbaai stelt dat zij met haar protest verdere kap heeft weten te voorkomen.
De kap van vierentwintig Canadese populieren langs de Bisonbaai in Ooij door Staatsbosbeheer veroorzaakte eind 2018 veel commotie. Volgens Staatsbosbeheer was de kap nodig om de veiligheid van de bezoekers te garanderen. Door kroonvervorming was er een te groot risico dat grote takken konden afbreken, met alle risico’s voor wandelaars en overige recreanten.
Tegenstanders, die zich hadden verenigd in de werkgroep Vrienden van de Bisonbaai, protesteerden tegen de kap. Ze vertrouwden de argumentatie van Staatsbosbeheer niet. Daarbij baseerde de werkgroep zich op een middels een Wob-verzoek opgevraagd technisch rapport. Daarin stond beschreven dat slechts negen bomen in een zo’n slechte staat waren dat ze gekapt moesten worden. Het leidde tot wantrouwen van de werkgroep in Staatsbosbeheer. De grote angst was dat Staatsbosbeheer ook de resterende bomen zou kappen.
Nu, bijna twee jaar later en na meerdere overleggen is de werkgroep met Staatsbosbeheer tot een vergelijk gekomen. Dit vergelijk houdt in dat Staatsbosbeheer achtentwintig Canadese populieren laat snoeien. Een boom is in zodanig slechte staat dat er een spechtenboom van wordt gemaakt, wat betekent dat alleen de stam blijft staan en alle takken worden verwijderd.
De overige Canadese populieren worden ongemoeid gelaten. Zij staan op plaatsen waar bijna geen wandelaars komen. Mochten ze toch omvallen, dan laat Staatsbosbeheer de bomen liggen. De snoei is mogelijk doordat Staatsbosbeheer geld heeft gevonden om de snoei te bekostigen. „Omdat de bomen ook in de toekomst onderhoud nodig hebben, hebben we ook voor de komende jaren geld gereserveerd,” zegt Twan Teunissen van Staatsbosbeheer.
Johan Koeleman, voorzitter van de werkgroep Vrienden van de Bisonbaai, was blij verrast toen Staatsbosbeheer de werkgroep begin september uitnodigde bij de Bisonbaai om het nieuws te vertellen. „We hadden eerst aangeboden zelf geld te zoeken voor het onderhoud van de bomen, daarvoor klopten we onder meer aan bij de gemeente Berg en Dal, maar die zoektocht leidde echter tot niets.” Toch was het volgens Koeleman niet tevergeefs. „We denken wel dat onze acties ertoe bijgedragen hebben dat Staatsbosbeheer zelf met het geld over de brug kwam.”
Voorlopig lijken de bomen gered, al kan Teunissen overigens niet garanderen dat er in de toekomst toch harder ingegrepen moet worden: „We zien de laatste jaren het weer steeds extremer worden. Veel bomen lijden onder de droogte, bijvoorbeeld op de Duivelsberg. Het kan zijn dat door de weersextremen de populieren zodanig verzwakken dat ze alsnog gekapt moeten worden.”