Op 14,15 en 16 maart kiest Nijmegen wie de toekomst van de stad gaat vormen. Aan de debattafel van De Nijmeegse Stadskrant deden de zes partijen mee die vier jaar geleden de meeste Nijmegenaren aan zich wisten te binden. Elke lijsttrekker mocht een thema inbrengen. Het leidde tot een debat waarin Hans van Hooft (SP) en Lusanne Bouwmans (D66) met elkaar in de clinch raakten over de toekomst van de stadsschouwburg. Maarten Bakker (VVD) en Jean Paul Broeren (Stadspartij Nijmegen) vonden elkaar in het afschaffen van de hondenbelasting. En Quirijn Lokker (GroenLinks) en Charlotte Brand (PvdA) wilden elk op hun manier meer doen voor de cultuursector.
GroenLinks – Cultuur
„Cultuur is essentieel voor ons leven, voor onze stad, verbindt ons Nijmegenaren en biedt plezier, ontspanning en hoop”, begint Quirijn Lokker (GroenLinks) zijn betoog. De laatste twee jaar heeft de cultuursector zwaar te lijden gehad onder corona en de coronamaatregelen. Zijn partij wil de kunst- en cultuursector ondersteunen. „We willen ruimte bieden aan kleine initiatieven en we moeten ons best doen om plekken te vinden voor makers door de hele stad.” Ook vindt hij dat cultuur bereikbaar moet worden voor mensen met een laag inkomen. Daarvoor wil de partij een soort stadspas invoeren, waarmee Nijmegenaren korting krijgen op culturele activiteiten. En om van Nijmegen een echte cultuurstad te maken wil zijn partij dat Nijmegen in 2033 samen met Arnhem de nominatie voor Europese culturele hoofdstad binnenhaalt.
„Het begint met een gloedvol betoog over hoe mooi cultuur wel niet is en eindigt met het zoveelste bobofeestje”, reageert Maarten Bakker (VVD). Hij ziet niets in Nijmegen als culturele hoofdstad. Wel wil hij inzetten op meer cultuur in de stad, daarbij mogen volkscultuur en carnaval niet het onderspit delven tegenover de hoge cultuur. Verder ziet hij een rol weggelegd voor de stadsschouwburg, al heeft het gebouw daarvoor wel een opknapbeurt nodig.
Lusanne Bouwmans (D66) gaat daarin nog een stap verder en wil van de stadsschouwburg een icoon maken, multifunctioneel met muzieklessen, optredens en kunst, dat de stad op de kaart zet. „Een soort Lindenberg?”, vraagt Jean Paul Broeren (Stadspartij Nijmegen). „Nee, je moet groter denken”, aldus Bouwmans. D66 wil structureel meer geld aan cultuur besteden. Dat kan geld zijn uit andere potten, bijvoorbeeld uit het veiligheidsbudget. „Er zijn plekken in de stad die een beetje luguber zijn, met kunst kun je dat veranderen.” Dat vindt Bakker een heel slecht idee. „Veiligheid bereik je door blauw op straat en niet door verf op een muur.”
Broeren krijgt er kippenvel van dat dezelfde mensen die nu praten over een bobofeestje dat er in 2033 moet komen, een motie om carnaval met 25.000 euro te ondersteunen afwezen. Hij wil dat Nijmegen meer inzet op zijn historie: „Nijmegen moet uitdragen dat het de oudste stad van Nederland is.” Broeren kijkt met jaloezie naar hoe Duitse steden hun Romeinse verleden zichtbaar maken. „Als je vanuit Dukenburg de stad in rijdt, zie je nu een betonnen vijver, zet daar het Romeinse masker neer.”
Charlotte Brand (PvdA) steunt hem daarin maar denkt niet alleen aan fysieke gebouwen. „In Nijmegen-Noord komt nu een wijk met straatnamen van verzetshelden, daardoor komen er ook allerlei makers in de stad die het verhaal erbij vertellen.” Hans van Hooft (SP) ziet niets in het icoon dat D66 van de stadsschouwburg wil maken: „Zo’n peperduur icoon kost handenvol geld. Dan ben je aan het investeren in gebouwen in plaats van in cultuur.” Ook ziet hij niets in Nijmegen als culturele hoofdstad. „Dat is leuk voor de happy few, de mensen die toch al naar LUX en de stadsschouwburg gaan. Zorg ervoor dat je het geld in de wijken besteedt, opdat meer mensen in aanraking komen met cultuur.” Daarvoor wil hij de bibliotheek terug in de wijk. „Dus investeren in gebouwen”, merkt Bouwmans op. „Dat kost niet zoveel geld als zo’n peperduur icoon”, reageert Van Hooft fel. „Je moet ervoor zorgen dat je als stad aantrekkelijk blijft en daar heb je culturele iconen voor nodig”, repliceert Bouwmans.
SP – Veur-Lent
„Wat de SP betreft gaan we niet bouwen op Veur-Lent”, gooit Hans van Hooft (SP) de knuppel in het hoenderhok. „Voor die paar honderd woningen, waar waarschijnlijk vooral yuppen in komen, gaan we geen heel eiland verkwanselen. Veur-Lent is een groene oase, waar de hele stad van kan genieten. Dat pareltje moeten we koesteren.” Van Hooft verbaast zich erover dat andere linkse partijen wel willen bouwen op Veur-Lent. Hij haalt fel uit naar D66, die er volgens Van Hooft een Manhattan aan de Waal van wil maken. „Veur-Lent moet groen blijven.”
„Als we Van Hooft moeten geloven wordt heel Veur-Lent volgebouwd”, reageert Lusanne Bouwmans (D66). „De plannen gaan maar over een heel klein stukje.” Daarnaast hekelt Bouwmans dat de SP de uitkomst van de stadspeiling niet wil afwachten, waarbij inwoners kunnen kiezen uit vier varianten voor Veur-Lent. „Dat hele circus van de stadspeiling komt door de SP. Die kostte een paar ton en nu zegt de SP: die stadspeiling interesseert ons eigenlijk niet. We gaan sowieso niet bouwen.” Van Hooft meent dat de uitkomst van de stadspeiling er allang had kunnen liggen als er voor een korte en goede peiling was gekozen.
Maarten Bakker (VVD) vindt Veur-Lent een prachtig gebied. „Maar we hebben ook een grote woningnood. Wat de VVD betreft kunnen er bij de brug, een gebied dat toch al verstedelijkt is, prima woningen worden bijgebouwd, terwijl je toch een mooie groene long houdt in het midden van de stad.” Bakker wil van Bouwmans weten waarom ze de uitkomst van de stadspeiling wil afwachten als D66 toch wil bouwen. „Omdat daar democratisch toe besloten is. De inwoners kunnen best een keuze maken voor woningbouw in het groen, waarom is het zo ingewikkeld om naar de inwoners te luisteren?”
Quirijn Lokker (GroenLinks) en Charlotte Brand (PvdA) hebben vertrouwen in de afweging die de Nijmegenaren maken in de stadspeiling. Voor Lokker geldt wel als randvoorwaarde dat de nieuwbouw aansluit bij de bestaande bebouwing, en dat er ruimte voor natuur en recreëren blijft. Brand ondersteunt het verhaal van Lokker, maar vindt het ook belangrijk dat er sociale woningen komen en niet alleen maar villa’s. Jean Paul Broeren (Stadspartij Nijmegen) sluit zich aan bij Brand. „Je moet voorkomen dat daar alleen de überrich kunnen wonen. Mijn partij is bang dat door het bouwen, bouwen, bouwen er straks een betonnen massa tot aan de A15 ligt. Dan heb je een groene long nodig.” Van Hooft vindt bouwen op Veur-Lent een druppel op een gloeiende plaat. „Daar los je de woningnood niet mee op, daarmee ga je het mooiste stukje van de stad verkwanselen.” Daar zijn de anderen het niet mee eens. „Als we die ruimte hadden om elders te bouwen, maar die ruimte is er niet”, aldus Bouwmans. Lokker vult haar aan: „Er zijn allerlei andere plekken in de stad waar we meer huizen gaan bouwen. Al die huizen hebben we nodig.” Van Hooft houdt vol dat het wel kan: „Dan bouwen we elders in de stad de woningen een of twee lagen hoger.”
PvdA – Wonen
Charlotte Brand (PvdA) stelt dat Nijmegen na Amsterdam en Utrecht de derde stad is met het grootste woningtekort. Er moet heel veel worden bijgebouwd, zowel huur als koop, voor starters, maar ook voor ouderen opdat die kunnen doorstromen. „Woningen zijn niet om in te beleggen, wonen is een recht”, vindt Brand. „De gemeente moet de projectontwikkelaars niet hun gang laten gaan, maar kijken of zij zelf sociale huur- en koopwoningen kan bouwen.”
Hans van Hooft (SP) ageert fel dat de andere partijen het vooral over middeldure en dure woningen hebben in hun verkiezingsprogramma’s: „De woningbouwcorporaties laten het ook enorm afweten. Er zijn in 2020 maar zestien sociale huurwoningen bijgekomen. Honderddertig werden er gebouwd en honderdveertien verkocht. Projectontwikkelaars slaan een slaatje uit de overspannen woningmarkt en zetten peperdure woningen neer, of kippenhokken, waar ze tweeënhalve ton voor vragen.”
De SP wil de komende jaren vijftig procent sociale woningbouw, die de gemeente zelf bouwt en verhuurt. „Onze kinderen kunnen niet aan huizen komen door de speculanten”, merkt Jean Paul Broeren (Stadspartij Nijmegen) op. Hij pleit voor subsidies waarmee het aanschaffen van goedkope koopwoningen makkelijker is. Als mensen het huis dan snel willen verkopen moeten ze een groot deel van de winst aan de gemeente betalen. Brand reageert geërgerd naar Van Hooft: „Er staat in ons programma veel over sociale huurwoningen. We willen niet dat die verkocht worden. Wij hebben daar als PvdA vragen over gesteld, niet de SP. De SP heeft acht jaar in de coalitie gezeten, dat zie ik niet terug.”
D66 wil de hoogte in: „Een feit is dat er grote woningnood is”, zegt Lusanne Bouwmans. “We moeten in alle sectoren bouwen, bouwen, bouwen. En we moeten scheefwonen tegengaan.” Ook GroenLinks wil bouwen op alle mogelijke plekken. „Wonen is een recht”, vindt Quirijn Lokker. „Maar bouwen zonder het systeem te veranderen helpt niet. Veel inwoners mogen geen sociale huurwoning bewonen omdat ze te veel verdienen. En de hypotheek die de mensen kunnen krijgen is vaak niet hoog genoeg.”
Maarten Bakker (VVD) vindt dat er veel meer gebouwd moet worden, zowel huur als koop en in alle segmenten. Dat kan in Nijmegen-Noord, Veur-Lent en andere delen van de stad. „Dat moet wel gepaard gaan met een fatsoenlijke leefomgeving, groen, winkels, scholen en speeltuinen. Er is een prachtig stadseiland waar ontwikkeling plaats kan vinden en wat doet het linkse college: vertragen, een peiling.” Brand vat het Nijmeegse woonprobleem samen: „Het is vijf over twaalf. Er is een tekort van tienduizend woningen. Heel veel jongeren en gezinnen wachten op een woning. We moeten meer en sneller bouwen. Neem als gemeente de regie en kijk wat je zelf kunt doen.”
VVD – Bereikbaarheid
„Het verkeer in de stad is een zootje”, opent Maarten Bakker (VVD) de beschietingen rond mobiliteit. Bakker is de files en parkeerproblemen van Nijmegen zat: „De auto is achtergebleven in het Nijmeegse beleid. Mensen moeten op een normale manier naar hun werk kunnen gaan, en dat moet ook met de auto mogelijk zijn.” Bakker is voorstander van een betere infrastructuur: de S100 moet een betere doorstroming krijgen met op- en afritten en in de wijken moeten voldoende en ook gratis parkeerplekken zijn.
Lusanne Bouwmans (D66) ziet een heel andere oplossing voor het mobiliteitsprobleem: „D66 wil naast investeren in de S100 ook inzetten op een goed ov-netwerk, treinen die vaker rijden, en met de elektrificatie van de Maaslijn een betere verbinding met Limburg. We moeten stimuleren dat mensen naar ons toekomen met het ov. De ruimte in de binnenstad is nu eenmaal beperkt en zeker voor auto’s is niet meer plek.” Bouwmans ergert zich aan de bussen die via de Waalkade rijden: „Die moeten weg.”
Quirijn Lokker (GroenLinks) is een warm pleitbezorger van de fiets en verdedigt het huidige beleid: „We hebben meer ruimte gemaakt voor fiets- en wandelpaden en je ziet dat steeds meer mensen daar gebruik van maken.” Hij vindt dat de auto te veel openbare ruimte inneemt, ruimte die niet gebruikt kan worden voor groen in de stad. Lokker pleit ook voor investeren in het openbaar vervoer en wil daarbij meer aandacht voor de bus. Verder is hij voor een aanpassing van de maximumsnelheid in de stad: „Wij zijn voor een zone van 30 kilometer per uur. Aan bijna alle doorgaande wegen in Nijmegen wonen mensen. Die willen als ze een raam open zetten geen uitlaatgassen binnenkrijgen. Van de week kwamen nog bewoners aan de Molenweg hierover klagen.”
Hans van Hooft (SP) vindt het allemaal onvoldoende: „Als je het probleem van de mobiliteit wilt aanpakken, moet je niet de wegen versmallen maar investeren in openbaar vervoer. Daarom stelt de SP voor vrij openbaar vervoer voor iedereen voor een euro per week per inwoner. Nijmegen zou hierin een nationale voorloper kunnen zijn.” Van Hooft haalt flink uit naar GroenLinks, dat volgens hem in heel Nijmegen betaald parkeren wil invoeren: „Gemeente moet hierin niets doen, mensen bepalen zelf of er betaald parkeren in hun wijk komt.” Volgens Lokker geldt betaald parkeren alleen voor bezoekers, bewoners krijgen een vergunning voor een euro in de maand. Van Hooft is bang dat het snel meer wordt: „Dankzij onze actie is het nu een euro.”
Charlotte Brand (PvdA) herinnert de SP’er er even fijntjes aan dat het idee van een euro per maand voor het parkeren een motie van de PvdA was. Zij vindt ook dat het ov een goed alternatief moet zijn en dat is nu niet het geval. Zij vindt het zonde dat buslijn 5 niet meer door het Waterkwartier rijdt. Brand wil investeren in het ov: „Een goed idee is bijvoorbeeld een gratis buslijn van Dukenburg naar de stad.” Bakker gaat los op het huidige beleid: „Mensen betalen nu een euro voor parkeren, volgend jaar wordt dat twee euro, vervolgens drie. GroenLinks wil opkomen voor de bewoners aan de Molenweg. De drukte daar komt doordat GroenLinks de Graafseweg heeft versmald. Nu rijden al die automobilisten over de Molenweg. Dat heeft het probleem alleen maar verplaatst.”
Jean Paul Broeren (Stadspartij) valt hem bij: „De automobilist in Nijmegen wordt gepest.” Hij wil meer parkeerplekken in de stad, bijvoorbeeld een parkeergarage onder de Wedren. Verder ziet hij een transferium aan de Wijchense kant wel zitten: „Ik heb dat in Den Bosch gezien. Duizenden auto’s staan daar geparkeerd en van daaruit kunnen de mensen met de bus de stad in. Waarom kan dit niet ook in Nijmegen?”
D66 – Energietransitie
Lusanne Bouwmans (D66) trapt af met een pleidooi om in te zetten op duurzaamheid: „De tijd van pionieren is voorbij. We moeten als gemeente vol inzetten op energie besparen, alles wat we niet gebruiken hoeven we niet op te wekken. Samen met de woningbouwcorporaties moeten we de focus leggen op isoleren, isoleren, isoleren.”
Maarten Bakker (VVD) valt haar bij: „Pionieren werkt niet. Juist door dat pionieren hebben de bewoners van Lent last van een veel te duur warmtenet.” De VVD vindt isoleren belangrijk, maar wil meer. Al het vastgoed moet zonnepanelen krijgen. Als er initiatieven zijn voor het duurzaam opwekken van energie moet de gemeente die volop steunen, maar omwonenden mogen er geen hinder van ondervinden.
Quirijn Lokker (GroenLinks) is het eens over het isoleren van huizen en het duurzaam opwekken van energie: „Maar pionieren moet ook. Er gebeurt landelijk en in Europa veel te weinig op het gebied van klimaat, dus moeten we in Nijmegen zelf aan de slag. Er zijn in Nijmegen veel energiecorporaties bezig en van de regeling voor zonnepanelen op het eigen dak is massaal gebruikgemaakt. Regelingen moeten juist ook mensen meenemen met lage inkomens, die hebben het meest profijt van isoleren en lagere energielasten.”
Ook Charlotte Brand (PvdA) is het daar mee eens: „Isoleren is de eerste stap. Er is inderdaad geen tijd meer om te wachten met verduurzamen, we moeten aan de slag met woningcorporaties en zorgen dat de regelingen voor ieder betaalbaar en toegankelijk zijn.”
Jean Paul Broeren (Stadspartij Nijmegen) wil een fonds voor klussers: „Rijke mensen met dure huizen krijgen dertig procent van de kosten om te verduurzamen vergoed, maar de klusser die zijn eigen huis verduurzaamt krijgt niets. We moeten doorgaan met zonnepanelen, maar daarvoor moet wel het energienetwerk aangepast worden.” Broeren geeft aan dat mensen niet weten dat je betaalbaar kunt lenen om een verbouwing te financieren: „Met een lening van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nijmegen kun je zonnepanelen leggen. Die lening betaal je in zeven jaar af, waarna de opbrengst van de panelen van jou is.”
De bijdragen klinken Bouwmans als muziek in de oren, behalve die van GroenLinks: „Wat Lokker noemt zijn geen voorbeelden van pionieren. We stoppen nu veel te veel geld en tijd in dingen die we nog niet kunnen, zoals het warmtenet. En sommige partijen willen een gemeentelijk warmtenet, maar daar hebben we echt wetgeving van het Rijk en Europa voor nodig. Anders verkwanselen we ons geld en laten we Nijmegen failliet gaan.” Lokker is het daar niet mee eens: „Neem je risico met geld of wil je de planeet redden. GroenLinks wil de planeet redden.” Bouwmans: „D66 ook, maar op een manier waaraan de inwoners van Nijmegen meteen wat hebben.”
Hans van Hooft (SP), tot nu rustig luisterend, gaat in de aanval: „Jullie verkwanselden tien jaar geleden het warmtenet aan de NUON, nu Vattenfall. De SP wilde toen een eigen energiebedrijf oprichten. Dan werden nu de energieprijzen niet verhoogd. Vattenfall verhoogt de tarieven omdat de gasprijzen omhoog gaan terwijl ze warmte krijgen van de afvalverbranding.” Hij denkt dat we over twintig of dertig jaar gebruik moeten maken van aardwarmte. “Daarvoor zijn we wel afhankelijk van het Rijk, want onderzoek en voorbereidingen kosten miljoenen. Daar hadden we twintig jaar geleden al mee moeten beginnen.” Isoleren vindt Van Hooft ook een goed idee, als de mensen met de laagste inkomens hier de meeste subsidies voor krijgen.
Stadspartij Nijmegen – Veiligheid
„Hardnekkige overlast is voor veel Nijmegenaren echt een probleem”, opent Jean Paul Broeren (Stadspartij Nijmegen) het debat over veiligheid. „Daarom moet er ook ‘s avonds handhavingscapaciteit zijn, en daar moeten we budget voor vrijmaken.” Zijn partij is voor het inzetten van mensen op plaatsen waar het echt nodig is, bijvoorbeeld via straatcoaches. Broeren vindt ook dat de hondenbelasting moet worden afgeschaft. „Het is toch een vorm van sociale controle om met de hond te wandelen, en dat heeft ook met veiligheid te maken.”
Na een klein applausje voor deze maidenspeech van de als lijsttrekker debuterende Broeren, gaat Maarten Bakker (VVD) snel in op de hondenbelasting: „Dit is een onrechtvaardige belasting en die moet zo snel mogelijk worden afgeschaft.” Zijn partij vindt preventie ook belangrijk, zoals via straatcoaches en vroegsignalering, maar vindt dat de aanpak van overlast prioriteit heeft: „Kijk naar de Waalkade en de Waalstrandjes, waar lachgas gebruikt wordt en geweldsincidenten zijn. Dan moet overlast echt aangepakt worden.”
Bakker somt plekken in de stad op waar veel incidenten voorkomen, zoals in de Molenstraat: „Daar moet mobiel cameratoezicht komen. Wat ons betreft gaat de privacy van een dader niet boven de veiligheid van een stad.” Charlotte Brand (PvdA) vraagt zich ten zeerste af of je dat toezicht moet instellen: „Er staat al in de weekenden een politiepost in de Molenstraat.” Brand betrekt seksueel grensoverschrijdend geweld bij het veiligheidsprobleem: „Daar moet een bewustwordingscampagne voor komen. En horecapersoneel moet training krijgen om seksueel geweld te signaleren.” Lusanne Bouwmans (D66) vult haar aan: „We hebben de lhbti-gemeenschap nog niet genoemd. Onveiligheid en discriminatie worden steeds erger voor die groep. De gemeente moet breed inzetten op voorlichting en training, op scholen en sportclubs bijvoorbeeld.” „Daar zijn we het allemaal mee eens”, zegt Hans van Hooft (SP).
Van Hooft geeft de VVD gelijk als het gaat om de politie: „Ja, er moet meer blauw op straat, maar je moet ook kijken naar de wijken. Meer wijktoezichthouders en conciërges inzetten.” De gemeente moet daarin investeren, vindt hij: „Als we daar nou eens een mooi banenplan van maken.” Hij onderstreept het belang van preventie, maar is ook voor handhaving: „Het loopt op sommige plekken uit de klauwen en dan moeten toezichthouders kunnen ingrijpen.”
Voor Quirijn Lokker (GroenLinks) moet het veiligheidsbeleid niet alleen gaan over repressie. Zijn partij wil vol inzetten op preventie: „Als je de ongelijkheid in de samenleving vermindert, heeft dat ook een positief effect op de veiligheid.” Broeren komt terug op het geweld tegen lhbtiq+’ers: „Dat komt wel vaak uit een bepaalde hoek. Niemand in Nederland durft dat te benoemen.” „Dat is gewoon niet helemaal waar”, reageert Bouwmans. „Toch wel”, zegt Broeren geagiteerd, „en we moeten daar extra preventie en straatcoaches op inzetten.” Lokker vindt dat daar al veel aan gebeurt: „Al jaren loopt er een project van onder meer scholen, de HAN en de Regenbooggemeenschap. Nijmeegse jongeren staan significant positiever ten opzichte van lhbtiq+’ers dan twintig jaar geleden.”
De kloof tussen politiek en burger
Het vertrouwen in de politiek is sterk afgenomen. Op landelijk maar ook op lokaal niveau. Wijkraden voelen zich niet serieus genomen bij inspraakavonden. Wijkmanagers zijn verdwenen en voor hen zijn gebiedstafels in de plaats gekomen. Daardoor zijn burgers hun aanspreekpunt bij de gemeente kwijt. Hoe denken de gemeenteraadsleden het vertrouwen van de Nijmegenaren te kunnen terugwinnen?
Hans van Hooft (SP) beweert dat het genuanceerder ligt dan dat het wijkmanagement simpelweg is opgeheven of wegbezuinigd. Dat het op deze manier naar de burger is gecommuniceerd noemt hij een vorm van miscommunicatie: ,,De afdeling wijkmanagement is weliswaar opgeheven, maar er zijn nu wijkregisseurs die dezelfde functie vervullen. Daar is dus niet op bezuinigd.’’ Charlotte Brand (PvdA) is het daar niet mee eens: ,,Het was gewoon een bezuiniging. We hebben als raad gezegd dat het proces veel te snel ging. Ook ging er veel mis.’’ Burgerparticipatie is volgens Brand een moeizaam proces: ,,Daar moet je serieuze invulling aan geven. Wat de PvdA betreft gaan we dat serieuzer doen dan dat we dat deden, en daar hebben we ook voorstellen voor gedaan.’’ Lusanne Bouwmans (D66) vertelt dat ook haar partij de afgelopen vier jaar allerlei initiatieven heeft ingediend om ervoor te zorgen dat de gemeenteraad zo dicht mogelijk bij de burger komt te staan: ,,Je kunt dan denken aan burgeragendering, dat inwoners zelf iets op de agenda zetten. Of aan inspraak. En zo zijn er nog tal van andere manieren om de burger meer bij de politieke besluitvorming te betrekken. Burgerparticipatie is overigens niet hetzelfde als burgers altijd gelijk geven. Het betekent dat je mensen laat meedenken binnen bepaalde kaders.’’
Quirijn Lokker (GroenLinks) is zich bewust van het belang van de participatie van inwoners. Hij vermoedt dat hetzelfde opgaat voor iedereen aan de debattafel: ,,De grote vraag is alleen hoe we daartoe komen. Want gelukkig weet een deel van de Nijmegenaren ons te vinden. Maar er zijn ook velen die ons niet weten te vinden. Bij hen leeft het gevoel dat ze bij ons niets kunnen halen. Dat wij er niet voor hen zijn. Volgens mij is de grote uitdaging om ervoor te zorgen dat ook die mensen dichter bij ons komen te staan.’’ Jean Paul Broeren (Stadspartij Nijmegen) werpt het idee op om de kloof tussen de gemeente en de wijken te dichten met een roulerend systeem, waarbij iedere maand twee raadsleden naar een wijk gaan: ,,Zodat mensen zich gehoord voelen, dat de politiek naar hen komt. Dan maak je die kloof misschien kleiner.’’
De coronamaatregelen hebben het volgens Lokker de afgelopen twee jaar niet makkelijk gemaakt om burgers in nauw contact te brengen met de gemeente: ,,Je kon weleens met iemand gaan wandelen. Maar je kwam niet meer zo makkelijk bij iemand over de vloer.’’ Lokker is dan ook blij dat de verminderde restricties op dit moment weer meer mogelijk maken. De andere gemeenteraadsleden sluiten zich daar verheugd bij aan.
Foto’s: Jack van Dalen, Jan Lintsen