Natuurbeheer, het aanleggen van wegen, het stimuleren van bedrijvigheid, de provincie heeft velerlei taken. Op 20 maart kunt u stemmen welk pad de provincie de komende vier jaar inslaat. Wat staat er op het spel? Daarover ging het bij het Stadskrantstatendebat. De Nijmeegse Stadskrant nodigde hiervoor de vijf politieke partijen uit die in Nijmegen het beste scoorden bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2015, van elke partij de hoogst geplaatste Nijmeegse kandidaat. Voor D66 was dit lijsttrekker Michiel Scheffer, de enige aan tafel die de afgelopen vier jaar deel uitmaakte van het dagelijks bestuur van de provincie: de Gedeputeerde Staten. Ook de PvdA heeft een Nijmeegse lijsttrekker: Peter Kerris. Net als Scheffer nam hij vier jaar geleden ook al deel aan het Stadskrantstatendebat. Ook Frederik Peters, de nummer zeven op de kandidatenlijst van de VVD, schoof voor de tweede maal aan. Samen met het CDA vormden de drie genoemde partijen de afgelopen acht jaar het provinciebestuur. De SP en GroenLinks, die de afgelopen acht jaar in de oppositie zaten, kwamen met nieuwe gezichten: Mieke Hoezen, nummer vijf op de kandidatenlijst voor de SP en Celine Berserik, nummer vier op de kandidatenlijst voor GroenLinks. Elke deelnemer mocht een onderwerp inbrengen, dat ze zelf kort konden inleiden, waarna er ruimte was voor debat.
GroenLinks – Natuurbeheer
„Het gaat niet goed met onze natuur- en leefomgeving,” begint Celine Berserik (GroenLinks) haar betoog. „Inwoners hebben te maken met lawaai, ongezonde lucht en fijnstof. Meer dan de helft van de insecten is de afgelopen twintig jaar verdwenen, waardoor de diversiteit aan vogels en planten is afgenomen. Maar liefst 118 van de 160 natuurgebieden hebben te maken met te veel stikstof waardoor de bodem verzuurt.” Haar partij wil fors investeren in gezonde lucht, bodem en water. Zo wil ze de biodiversiteit met 85 procent herstellen in 2030, door intensieve landbouw, industrie en verkeer minder stikstof te laten uitstoten. Ook wil GroenLinks op grote schaal nieuwe bossen aanplanten en de partij verzet zich tegen Lelystad Airport en de laagvliegroutes boven Gelderland. GroenLinks wil de plezierjacht afschaffen, jacht wordt alleen nog toegestaan als er ernstige natuurschade is, of gevaar voor de volksgezondheid. „We heten de wolf welkom. Met deze natuurlijke vijand van groot wild is het jaarlijkse afschot van honderden zwijnen en edelherten niet meer nodig.”
„Ik denk dat het niet gaat lukken op die manier,” reageert Michiel Scheffer (D66). „Wat we gedaan hebben de afgelopen vijftig jaar is natuur creëren en de landbouw vrijlaten.” Hij wil die scheiding opheffen en meer natuur op bedrijventerreinen, in de landbouw en in woonwijken. „Het is toch van de gekke dat de enige plek waar de vogelstand goed is in Nederland, is in woonwijken.” Volgens Berserik sluit het een het ander niet uit: „Natuurlijk moet de landbouw natuurinclusief worden en meer groen in woonwijken.” „Maar je kunt het geld maar een keer uitgeven,” verduidelijkt Scheffer, „dat moet je wel slim inzetten.” Berserik vindt het raar dat Scheffer, die op zich haar verhaal ondersteunt, in een coalitie zat die toeliet dat veel natuurgebieden verzuren door een teveel aan stikstof. Scheffer antwoordt dat de natuur al decennia achteruitgaat: „De laatste jaren is juist veel gedaan om de natuur te verbeteren. Alleen de zandgronden zijn een probleem omdat die heel stikstofgevoelig zijn.” Peter Kerris (PvdA) onderschrijft het betoog van Berserik: „Samen met partijen als D66, SP en Partij voor de Dieren hebben we de stikstofdepositie op de agenda gezet, maar dat wil niet zeggen dat we het beleid meteen kunnen ombuigen en extra geld erbij krijgen. Daarom ben ik blij dat er nu verkiezingen zijn, waardoor we straks misschien wel meer kunnen doen voor de natuur.”
Frederik Peters (VVD) kijkt er iets anders tegenaan: „Wij zijn ook heel erg voor natuurherstel, alleen nemen we een andere afslag. Alle natuurplannen moeten ook opgebracht worden, daarvoor is het nodig dat mensen werk hebben en belasting kunnen betalen.” Hij vindt dat de coalitie de afgelopen vier jaar al mooie stappen heeft gezet. Als voorbeeld noemt Peters de kruidenrijke akkerranden, daardoor zijn er insectensoorten bij gekomen. „Tegelijkertijd is er 141 kilometer asfalt bijgekomen,” weerkaatst Berserik. Scheffer vindt dat er valse tegenstellingen worden gecreëerd: „De westkant van de Veluwe is kwetsbaar voor stikstofdepositie. Er zitten daar veel kippen- en varkenshouders die mais aanplanten, wat geen gezicht is en slecht voor de biodiversiteit. Vraag hun om lupines of veldbonen te verbouwen, dat geeft veel minder vervuilende uitstoot.” Mieke Hoezen (SP) is er niet voor om boeren voor te schrijven wat ze moeten verbouwen. Ze wil samen kijken wat goed is voor de natuur, voor de boeren en de omwonenden. Peters denkt dat boeren niet zomaar overstag gaan: „De boeren verbouwen geen mais omdat ze het leuk vinden, maar omdat er markt voor is.” Scheffer betwijfelt dat: „Vroeger waren er geen alternatieven, nu is er steeds meer markt voor andere gewassen.” Peters wil niet minder landbouw, maar andere landbouw. De provincie kan daarbij een rol spelen door innovatie in de landbouw te stimuleren. Hij ziet een prachtige rol weggelegd voor de landbouwuniversiteit in Wageningen.
(GH)
VVD – Bereikbaarheid
Frederik Peters (VVD) kiest hetzelfde onderwerp voor het debat als vier jaar geleden: „Hoe kan het ook anders bij de VVD.” „Als we kijken naar Nijmegen, dan zitten er heel veel mooie kennisinstellingen en veel bedrijvigheid, zoals in de logistiek, en dan is het van het grootste belang dat we makkelijk van a naar b kunnen. De verkeersopbouw bestaat landelijk nog steeds voor vijfenzeventig procent uit vier wielen met een motor erin, de rest is openbaar vervoer.” Een goede infrastructuur vindt Peters van essentieel belang voor de regio. De wegen slibben dicht. Hij draagt ook meteen de oplossingen aan: „We moeten investeren in slimme mobiliteit, zoals de verkeerslichten bij Lent en er moet gewoon meer asfalt bij.”
Peter Kerris (PvdA) vindt de oplossingen van de VVD vooral gericht op oude mobiliteit: „Ik hoor de VVD niets zeggen over het stimuleren van elektrisch vervoer, duurzaam vervoer, de fiets, terwijl dat ook een oplossing kan zijn voor dichtslibbende wegen.” „Dat gaat over vormen van duurzaam vervoer, ik heb het over bereikbaarheid,” werpt Peters tegen. „Maar de VVD is daar ook voor. Zo willen we bijvoorbeeld meer laadpalen.” Hij legt uit: „Het heeft niets te maken met diesel of lpg, het verkeer stroomt niet door, daar ligt het probleem. Je moet slim zijn en capaciteit creëren, dus meer asfalt.” Celine Berserik (GroenLinks) ziet dat totaal anders: „Meer asfalt leidt helemaal niet tot minder files, het trekt juist meer automobilisten aan. Het is niet alleen geldverspilling, het schaadt ook nog eens de natuur. De afgelopen jaren is er 141 kilometer aan wegen bijgekomen en het heeft alleen maar meer files opgeleverd.”
„Symptoombestrijding,” reageert Michiel Scheffer (D66). „Waarom verplaatsen mensen zich? Omdat ze niet dicht bij hun werk kunnen wonen. Je moet veel meer goedkopere huurwoningen dicht bij de stad hebben. En daarbij meer werkkansen creëren voor tweeverdieners, die vaak naar de Randstad moeten om naar hun werk te gaan.” Heel veel verplaatsingen zijn nu op korte afstand, dat kan veel beter met de fiets, vindt Scheffer. “Investeer in snelfietspaden, zoals dat van Arnhem naar Nijmegen. Leg ze ook aan naar Malden, Wijchen of Beuningen bijvoorbeeld.” „Ik ben het helemaal met je eens,” valt Mieke Hoezen (SP) hem bij. Haar valt op dat de optie openbaar vervoer makkelijk aan de kant wordt geschoven: „Kijk naar de regio Frankfurt, ongeveer even groot als de regio Nijmegen-Arnhem. Als je ziet wat daar in gedragsverandering wordt geïnvesteerd, daar proberen ze echt mensen uit de auto en in het ov te krijgen door verspreiding over de tijd. Voor onze regio liggen er echt kansen. De SP pleit daarom voor gratis ov buiten de spits.” „Gratis ov is natuurlijk de grootste flauwekul die er is,” maait Peters het SP-plan neer, „iemand betaalt het.” En hij gaat door: „Alleen maar openbaar vervoer, het is ook helemaal niet praktisch. Ik zie het bij mijn eigen gezin. Een kind moet naar de dagopvang, vervolgens moet je naar een baan of afspraak, dat werkt niet met openbaar vervoer.” „We maken het openbaar vervoer juist te onaantrekkelijk,” reageert Hoezen. Ze wil de reisbehoeften van mensen die geen gebruik maken van ov laten onderzoeken. „Wat er nu gebeurt, is dat eerst de service wordt verminderd. Daarna tellen we hoeveel mensen in de bus zitten om aan te tonen dat het een onrendabele lijn is.” Hoezen wil een andere methode van meten. Peters vindt het zonde om grote lege bussen te laten rijden en pleit voor meer Brengflexlijnen, waarbij mensen via een app een rit kunnen aanvragen. Kerris vindt Breng flex een prima alternatief voor onrendabele lijnen, maar wil wel dat het betaalbaar blijft en dat is Breng flex niet.
(EJ)
D66 – Arbeidsmarkt
Michiel Scheffer (D66) begint optimistisch: „De provincie Gelderland kende de afgelopen vier jaar voor het eerst een grotere economische groei dan het gemiddelde in Nederland. Het aantal werklozen liep in die periode sterk terug van zo’n 80.000 naar 40.000. Maar heb je een opleiding lager dan mbo-niveau 2 of ben je langdurig werkloos, dan is het moeilijk om aan de slag te komen.” Scheffer wil voor hen andere snelle opleidingstrajecten en daarbij het ondernemerschap stimuleren. „Voor de grote groep mensen die elders een baan heeft, 46.000 mensen werken in andere regio’s, moeten we juist hier werk en een woning garanderen. We hebben bedrijven nodig die werkgelegenheid bieden aan werknemers van alle opleidingsniveaus.” Gemeenten zetten nog heel traditioneel in op een sociaal vangnet, zoals de bijstand en toeslagen waardoor die prikkel er niet is. Hij vindt dat het beleid van vooral linkse gemeenten niet aansluit op de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.
„Het lijkt wel of Scheffer een PvdA-verhaal vertelt,” grinnikt Peter Kerris (PvdA). Hij onderschrijft de boodschap van Scheffer, maar mist de aandacht voor beroepen waar ze juist zitten te springen om mensen, zoals in de techniek, de bouw, de zorg, het onderwijs en de publieke sector. „Alleen met mbo’ers kom je er niet. Je moet meer doen dan alleen scholing om die beroepen aantrekkelijk te maken. Hoe krijg je jongeren en werklozen op plekken waar de vraag naar personeel het grootst is? Ik wil Michiel vragen om samen met de PvdA het voortouw te nemen, zodat we de bedrijven uit al die sectoren aan tafel krijgen en samen kijken hoe we deze beroepen aantrekkelijker maken.” Frederik Peters (VVD) vindt dat Scheffer en Kerris de ondernemers vergeten: „Het is bijvoorbeeld heel moeilijk goed opgeleide ICT’ers te vinden. Er vinden zo veel innovaties plaats dat het onderwijs die moeilijk kan bijbenen. Op dit moment zijn er vijf vacatures voor iedere ICT-medewerker. Als je een beetje kunt programmeren kun je al aan de slag. Hoog- of laagopgeleid, het maakt niet uit. Zorg dat het onderwijsaanbod in lijn is met de behoefte.”
Scheffer merkt dat heel veel ondernemers nog op een ouderwetse manier naar de arbeidsmarkt kijken: „De bouw in de regio Rivierenland heeft flink gesaneerd toen het misging, terwijl ze in de Achterhoek de werknemers hebben bijgeschoold. Nu zie je dat bedrijven in de Achterhoek veel makkelijker aan personeel komen dan die in Rivierenland.” Peters verdedigt de ondernemers: „Die bouwbedrijven moeten hun hoofd boven water houden, Michiel. Die ontslagen kun je ze echt niet verwijten.’’ De VVD is het met D66 eens om bedrijventerreinen aan te leggen waar mensen werk zoeken. Alleen is de invulling anders. D66 wil ze dicht bij de stad. De VVD wil extra asfalt zodat werknemers makkelijker naar bedrijventerreinen in het weiland kunnen komen.
„Wat dat betreft denk ik dat we die transferia een stuk beter kunnen benutten,” vindt Mieke Hoezen (SP). „Zet in op hoogwaardig openbaar vervoer, dan maak je het aantrekkelijker voor bedrijven om zich te vestigen daar waar de bereikbaarheid goed is.” „Ja, maar containers vervoer je niet via lijn 3,” merkt Peters cynisch op.
Celine Berserik (GroenLinks) benadrukt dat de provincie naast de ondernemer staat: „De provincie kan samen met ondernemers actief op zoek gaan naar banen voor mensen die moeilijk werk vinden.” Het gaat haar niet alleen om de mismatch tussen opleiding en wat werkgevers vragen. Ook mensen met een beperking, met een migratieachtergrond of 55-plussers hebben het zwaar op de arbeidsmarkt. De provincie kan programma’s inzetten om deze mensen op weg te helpen.
(MB)
PvdA – Woningmarkt
„De woningmarkt zit op slot,” begint Peter Kerris (PvdA). Hij merkt het zelf nu hij op zoek is naar een grotere woning, omdat er een tweede kind in zijn gezin op komst is. Om de woningmarkt uit het slop te trekken wil de PvdA tot 2030 voor mensen met een gemiddeld inkomen 80.000 tot 100.000 gezinswoningen erbij bouwen in Gelderland. De provincie moet als regisseur samen met gemeenten, woningbouwverenigingen en projectontwikkelaars kijken waar, wat en wanneer gebouwd moet worden. „Binnen de steden komen kantoren en winkels leeg te staan, daar is dus plaats. Om het betaalbaar en bereikbaar te houden, moet je soms ook buiten de stad bouwen.”
Frederik Peters (VVD) reageert getergd: „De boel zit juist op slot door allerlei regels van de provincie over waar en hoeveel gemeenten mogen bouwen. Die regels vertragen de woningbouw.” Peters wil de rol van de provincie flink verkleinen en de regels versoepelen: „Bouwen moet je overlaten aan de experts, de projectontwikkelaars en de woningbouwcorporaties. Laat het beleid aan de gemeenten zelf over. Zij weten heel goed waar de woonbehoefte zit en kunnen prima zelf de verantwoordelijkheid nemen voor het bouwen van huizen.” Kerris wil het bouwen niet aan projectontwikkelaars overlaten: „Die willen het liefst voor een dubbeltje op de eerste rang zitten. Dan kopen ze goedkope grond waarop ze woningen bouwen die ze zo duur mogelijk verkopen. Dat moet je niet willen.”
Michiel Scheffer (D66) vindt dat de provincie juist meer richting moet geven: „Het gaat niet alleen om marktwerking, maar ook om andere waarden: een open landschap, dat woningen goed bereikbaar zijn met het openbaar vervoer. Ik heb vier jaar gevochten tegen de dozen in het landschap, tegen bedrijventerreinen.” Scheffer ziet dat gemeenten graag voor hun eigen mensen bouwen, zodat je in elk dorp plukjes huizen krijgt: „Mensen gaan daar dan wonen, terwijl ze eigenlijk dicht bij hun werk in de stad willen wonen. De provincie moet dan ingrijpen.”
Celine Berserik (GroenLinks) onderschrijft het belang van een open landschap: „Ruimte voor economische ontwikkeling gaat vaak ten koste van natuur, landschap en milieu. De provincie moet optreden als gebiedsregisseur. Wat GroenLinks betreft worden er geen bedrijventerreinen, distributiecentra of megastallen gebouwd en wordt er alleen maar gebouwd in de stad en dicht bij de stad.” Mieke Hoezen (SP) is bang dat als je het aan de gemeenten overlaat je overal lelijke industrieterreinen op rare plekken krijgt. De provincie kan daarbij concurrentie tussen gemeenten voorkomen. „En”, zegt ze: „De provincie heeft ook een belangrijke rol in het verduurzamen van woningen, het stimuleren van zonnepanelen en het ondersteunen van woningbouwcorporaties die hun woningbestand energiezuiniger willen maken.”
Hoezen vraagt: „Wat hebben we nu de afgelopen vier jaar geleerd over hoe we de op slot zittende woningmarkt kunnen stimuleren? De investeringen die waren beloofd en waar we met z’n allen op hoopten, zijn te karig uitgevoerd. Ik hoop dat als we de komende vier jaar met elkaar verder gaan, we net iets meer voor elkaar krijgen.”
Kerris verdedigt het provinciebeleid: „We hebben de afgelopen jaren op 150 plekken in alle gemeenten in Gelderland leegstaande panden helpen ombouwen tot broodnodige woningen. Er zijn 116.000 woningen verduurzaamd in 2016. Van de jaren erna zijn de cijfers er nog niet, maar die trend zet zich voort. En er zijn 20.000 nieuwe woningen gebouwd. Dat noem ik mooie resultaten. We hebben niet niks gedaan de afgelopen vier jaar.”
(MM)
SP – Klimaatrechtvaardigheid
„Het is tijd voor klimaatrechtvaardigheid en dat betekent voor de SP dat we de lasten voor het klimaatbeleid eerlijk verdelen,” zegt Mieke Hoezen (SP). Ze wil dat grote vervuilende bedrijven meer betalen. „We houden de opwarming van de aarde niet tegen door individuele huishoudens op kosten te jagen.” De SP is ervoor om te helpen woningen goed te isoleren en mee te werken aan schone energieopwekking. „Daarvoor kunnen we de Nuongelden gebruiken. Die liggen nu op een plank, daar mogen we niet aankomen. Door slim te investeren kunnen we niet alleen de CO2-uitstoot terugdringen, maar ook de energielasten van de Gelderlanders omlaag brengen. Daarnaast kan de provincie meer doen in handhaving. Vervuilende bedrijven die zich niet aan de regels houden, die we als provincie hebben opgesteld, mogen steviger worden aangepakt. Als we meer investeren in handhaving van milieuwetgeving levert dat ook werkgelegenheid op.”
„Ik vind dat je alles door elkaar haalt,” reageert Michiel Scheffer (D66) als eerste, „CO2 is geen vervuiling met risico’s voor de volksgezondheid. Je moet wel goed onderscheid maken, stoot je gevaarlijke gassen uit of stoot je CO2 uit.” Hij vindt de tegenstelling tussen bedrijven en burgers onterecht. „Als je het klimaatakkoord leest, lees je dat bedrijven ongelofelijk veel moeten investeren om de uitstoot van CO2 te verminderen. Wil je nou aan die bedrijven vragen om jou en mij die warmtekoppeling te betalen?” Scheffer is het wel met Hoezen eens dat er een energiebeleid moet komen, waarbij mensen met lagere inkomens ook zonnepanelen op hun dak kunnen hebben.
Frederik Peters (VVD) vindt dat Hoezen het klimaatstuk pessimistisch benadert: „Volgens mij liggen daar waanzinnig mooie kansen. We willen ook dat de boel schoner wordt, maar dat moet wel haalbaar en betaalbaar zijn voor iedereen. Ik ben het met D66 eens dat bedrijven al een flinke opgave hebben. Je kunt niet nog harder gaan versnellen en bedrijven over de kling jagen.” Peters wijst erop dat de provincie al 360 miljoen euro voor de energietransitie beschikbaar maakt. „Maar wie laat je al die subsidies toekomen,” vraagt Hoezen. Ze wil ervoor waken dat de subsidies alleen bereikbaar zijn voor huishoudens die zich toch al een Tesla kunnen veroorloven. Volgens Peters gaat het daar niet om. „Daar gaat het wel over,” breekt Peter Kerris (PvdA) fel in. „Je zegt net: we moeten bedrijven niet over de kling jagen, dat moeten we met inwoners ook niet doen.” Kerris noemt de wijk Meijhorst, waarbij 132 sociale huurwoningen van het gas af zijn gehaald, als een voorbeeld van hoe het niet moet: „Daar heeft een gezin van vijf een half uur warm water per dag. Ze moeten douchen met een kookwekker. Tegelijkertijd is hun energierekening verdubbeld.” Een voorbeeld van hoe het wel moet, is Wageningen, waar gemeente, woningeigenaren, woningcorporaties, huurders en het energiebedrijf samen kijken naar wat de beste oplossing is om te verduurzamen. “Volgens mij moeten we dat doen en niet wijken snel van het gas afhalen.” Celine Berserik (GroenLinks) schrikt van het verhaal uit Meijhorst: „Ik hoop dat dit een exces is. We zijn blij dat Gelderland voor 55 procent vermindering van de broeikasgassen gaat, maar ik wil ook zorgen voor mensen met een smalle beurs.” Zij ziet een oplossing in garantiestellingen en leningen met een lage rente aan woningcorporaties om sociale huurwoningen te verduurzamen. Scheffer ergert zich eraan dat mensen die het zich kunnen veroorloven, hun huis niet verduurzamen onder het mom van het is onbetaalbaar. Peters ziet hier een rol voor het bedrijfsleven om nieuwe innovatieve financieringsconstructies te bedenken, die het wel betaalbaar maken. Hij wil dat de provincie een loket maakt waar mensen terechtkunnen, die hun huis willen verduurzamen. Scheffer ziet wel wat in zo’n loket: „Nijmegen heeft een uitstekend energieloket, zij hebben mij prima geadviseerd, maar veel gemeenten hebben de capaciteit niet. Dat is iets wat de provincie veel beter kan.”
(GH)
auteurs: Maarten Beekman, Gabriëlla Hendriks, Erik Janssen en Mariët Mensink