![](https://www.denijmeegsestadskrant.nl/wp-content/uploads/2019/12/DSC2472-bewerkt-1-225x300.jpg)
Sociale wijkteams moeten via keukentafelgesprekken indicaties voor de benodigde hulp in het kader van Jeugdzorg en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) geven. De oude WMO richtte zich op het verstrekken van zorgmaterialen als rolstoelen, woningaanpassingen zoals trapliften, en ook huishoudelijke hulp. De nieuwe WMO is ook gericht op begeleiding en ondersteuning in woonsituaties. Peter Eggen heeft zelf ook te maken met de sociale wijkteams: „Ik woonde tien jaar bij Pluryn, waar ik mijn VMBO-T-diploma haalde en een studie in de sociale dienstverlening deed. Toen verhuisde ik naar een focuswoning. Daar is altijd zorg voorhanden op afroep, bij mij nodig voor douchen en aankleden. De douche en de keuken moesten aangepast worden en ik had huishoudelijke hulp nodig, dus moest ik naar het sociale wijkteam. Mijn voordeel was dat ik precies wist wat ik wilde en nodig had. Dus mijn gesprek duurde geen uren, zoals ik weleens van anderen hoor.” Sociale wijkteams hebben de opdracht om mensen breed te bevragen, omdat er misschien wel meerdere zaken spelen als ze een hulpmiddel vragen.
Vragenvuur
Eggen: „Vanwege de wachtlijsten werken de sociale wijkteams nu anders. Ze bellen eerst op om de belangrijkste informatie op een rij te krijgen. Eerst was dat nog een vragenvuur over alle domeinen. Dat overviel veel mensen. Nu vragen ze wat gerichter. Door de lange wachttijden klopt de informatie die de aanbieders krijgen over de benodigde hulp vaak niet eens meer, omdat de situatie veranderd is.“
De bedoeling was dat de sociale wijkteams ook zelf kortdurende ondersteuning zouden geven, maar door de grote wachtlijsten kwamen ze daar vaak niet aan toe. En de kennis was niet altijd aanwezig. De gemeente wil nu brede basisteams maken met veel meer hulpverleners. Bij het proefproject in Lindenholt zijn er eenentwintig hulpverleners, die de problemen in principe zelf helpen oplossen, zonder indicatie. Eggen vraagt zich af waar hulpvragers die dan geen indicatie meer krijgen, terechtkunnen als ze het niet eens zijn met de hoeveelheid gegeven zorg, of als de zorg niet goed is: „Zonder indicatie heb je niets om op terug te vallen. Het klachtenportaal van de gemeente is moeilijk vindbaar en moeilijk in gebruik. De medewerkers van de brede basisteams moeten eerst de hulp in kaart brengen, vervolgens zelf hulp geven, en dan nog bepalen welke specialistische hulp nodig is als de hulp niet toereikend is. Het Zelfregiecentrum maakt zich zorgen over al die petten in één hand.”
Onrust
Eggen ziet een ander pijnpunt, de brede basisteams, die de gemeente wil in plaats van de sociale wijkteams, worden stadsdeel gebonden: „Elk stadsdeel krijgt een budgetplafond. Daarbinnen moet alle zorg gegeven worden. Dus de brede basisteams moeten beslissen hoe ze dat geld besteden, wie welke hulp krijgt. Wat als het budget op is? Welke professionals komen er in het team? Wat de meeste onrust creëert onder de hulpvragers is dat de mensen in een basisteam alleen mogen werken voor hun stadsdeel. Nu werken veel hulpverleners over de hele stad. De gemeente heeft een zachte overgangsregeling toegezegd. Moet dan op termijn je goede vertrouwde hulp weg? Dat zal voor velen heel erg zijn. Denk aan mensen die eindelijk iemand vertrouwen, of iemand gevonden hebben die hem of haar goed begrijpt.” Eggen ziet graag dat mensen voor wie de zorg goed geregeld is, met rust worden gelaten. Enkele oplossingen die Eggen noemt zijn indicaties voor langere tijd afgeven: „Ik krijg een indicatie voor twee jaar, maar ik zit over vijf jaar heus ook nog in een rolstoel.” en met de huidige zorgaanbieders in gesprek gaan over de problemen en hun oplossingen. Eggen besluit: „Als iemand al lang wacht op hulp, het niet eens is met een beslissing of met de bejegening door het sociale wijkteam of straks het basisteam horen we dat graag als Zelfregiecentrum. Dan bespreken we met je wat je meer kunt doen. Als je een bezwaarschrift wilt indienen kun je Stichting Belangenbehartiging WMO Nijmegen inschakelen.”
Ontstaan en doel Zelfregiecentrum
Op verzoek van de wethouder Bert Frings zijn drie Nijmeegse belangenorganisaties per 1 januari 2018 gefuseerd: De Werkgroep Integratie Gehandicapten, voor mensen met een lichamelijke of zintuiglijke beperking, Onderling Sterk Nijmegen: voor mensen met een lichte verstandelijke beperking en Trias Nijmegen: voor (zeer) moeilijk lerenden vanaf de leeftijd van 18 jaar. Het Zelfregiecentrum Nijmegen werkt nauw samen met De Kentering: voor mensen met een psychische beperking en Stichting Belangenbehartiging WMO Nijmegen: voor alle mensen met een beperking. Het Zelfregiecentrum richt zich op iedereen die meer grip wil krijgen op zijn of haar leven bij bijvoorbeeld ziekte, een langdurige behandeling, veel tegenslagen of eenzaamheid. Het doet aan belangenbehartiging én helpt via trainingen en cursussen, bijvoorbeeld de Zelfregieroute. Het Zelfregiecentrum is laagdrempelig: iedereen kan binnenlopen bij de koffie- en theeochtenden of soep. Daar kan men gemakkelijk een afspraak maken voor een individueel gesprek en informatie krijgen over het aanbod.
Door Mariët Mensink