Uitdelen van kaarsen bij de Molenstraatkerk [foto Frieda Jansen-Bastiaans].
Jongeren willen weten hoe op 22 februari 1944 in twee minuten tijd bommen de Nijmeegse binnenstad vernietigden. Maar ze weten vaak niet dat er herdenkingsactiviteiten zijn. Nijmeegse organisaties doen er alles aan om jongeren te bereiken.

Woensdagavond 21 februari. Er staat een lange rij van jong en oud bij de Molenstraatkerk, waar mensen een elektrische fakkel kunnen ophalen om mee langs de brandgrens te lopen. De brandgrens, waarbinnen tachtig jaar geleden de verwoestingen van het bombardement van de Amerikanen plaatsvonden. De grens wordt aangegeven door plaatjes in de grond met daarop een lichtje. Langs de brandgrens staan twintig koren te zingen, zijn er vijf lichtinstallaties en een vijftal etalages van de HEMA die de verwoestingen tonen. Een loopgroep rent met fakkels de hele grens af. In de kerk is een film te zien over het bombardement, buiten toont een lichtinstallatie de vroegere kerk en de verwoesting ervan. Er klinkt luid een koor.

Geschiedenisding
Tessa Beij staat in de rij te wachten. Ze is 32 jaar en wil bijdragen aan de herdenking van het bombardement van Nijmegen in 1944: „Ik was altijd al geïnteresseerd in de oorlog en de gevolgen ervan. Mijn opa en oma maakten de oorlog mee en opa vertelde er vaak over. Ik woon in de buurt van de Marialaan en zie geregeld bloemen liggen bij de steen met de herdenkingsplaat bij de bakker daar. Vorig jaar ontdekte ik de indrukwekkende portrettengalerij van omgekomen mensen bij het stadhuis.” Melvin Hendriks, 20 jaar, vindt het mooi en belangrijk dat iedereen zo bij elkaar komt. „Dat geeft vertrouwen terug in de mensheid.”
Stan Wolf, 9 jaar, en Hugo Wolf, 12 jaar, zijn bij hun oma op bezoek. Ze bezichtigden al de etalages bij de HEMA, ingericht door Stichting Nijmegen Wederopbouwstad, en de tentoonstelling over het bombardement en de gevolgen in het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis. Ze vinden de oorlog vooral interessant. Bij navraag blijken ze niet bang te zijn dat de oorlog hier terugkomt. Oekraïne en Gaza zijn ver weg voor hen. Dit geldt ook voor Freddie Elkhuizen, 25 jaar, en Loes Krijnen, 30 jaar: zij zijn gekomen om meer over het bombardement te horen, zien en te ervaren. Niet omdat ze angstiger zijn door de oorlogen van nu: „Voor ons is het een geschiedenisding. Onze opa’s en oma’s waren nog heel jong in de oorlog, die praatten er nooit over.”
De Brandgrenswandeling is een initiatief van Brandgrenswandeling024, 4 en 5 mei Nijmegen, Gilde Nijmegen, Joost Rosendaal, en vele vrijwilligers. Volgens Rob Jaspers, medeorganisator, waren er die avond zeker tweeënhalfduizend mensen en de avonden erna, toen de lichtbeelden in de stad werden vertoond en de film was te zien in de Molenstraatkerk, alleen in de kerk al steeds duizend bezoekers. Bij het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis zijn in een maand tijd meer dan vierduizend bezoekers geteld.

Herdenkingsmuur bij stadhuis met lichtinstallatie [foto Mariët Mensink].
Geverfd
Donderdag 22 februari. De gemeente organiseerde twee herdenkingen. In een afgeladen volle Stevenskerk luisteren meer dan achthonderd bezoekers ’s ochtends naar getuigenverslagen en muziek. Er zijn vooral grijze en geverfde haren te zien. De meesten lopen daarna naar De Schommel bij het stadhuis, het herdenkingsmonument voor de bijna achthonderd gevallenen, onder wie op deze plek vierentwintig kleuters en hun leraressen. Ook bij De Schommel is het zeer vol, met wel duizend mensen. Burgemeester Bruls en staatssecretaris Maarten van Ooijen spreken en er zijn indrukwekkende ervaringsverhalen te horen. Terwijl de klokken van de Stevenskerk en de Molenstraatkerk beieren, is iedereen twee minuten stil, precies het tijdstip dat in 1944 de bommen vielen. Er zijn wat meer kinderen en jongeren. Jongelui van twee scholen dragen zelfgeschreven gedichten voor en helpen de kransen te leggen van tien burgemeesters van bevriende gemeenten, ook uit België en Duitsland. Ook vertegenwoordigers van groepen die zich inzetten voor de herdenking leggen kransen, zoals In Paradisum, dat begraafplaatsen beheert waar getroffenen van het bombardement liggen. Op de Begraafplaats Daalseweg zijn driehonderd slachtoffers begraven. Hier is wat later op de middag ook een herdenking, met tientallen mensen.

Bij de herdenking bij De Schommel tonen jongeren bordjes met de namen van omgekomen jongeren [foto Mariët Mensink].
Impact
Leonie, 24 jaar, is bij de herdenking bij De Schommel. Ze geeft liever alleen haar voornaam. Ze kwam twee jaar geleden in Nijmegen wonen en hoorde en las al eens over het bombardement. „Toevallig praatte ik afgelopen zondag in de Stevenskerk met iemand die negen maanden oud was tijdens het bombardement en die zijn broertje had verloren, die op de basisschool zat. Zijn vader had sinds die tijd een slechte gezondheid. Zijn moeder moest in haar eentje voor de kinderen en haar man zorgen. Zijn verhaal raakte me enorm toen ik zag wat voor een impact het nog steeds op hem heeft. Hij wees mij op de herdenking deze week, dus toen wilde ik zeker gaan kijken! Ik had het anders niet geweten. Misschien kunnen scholen, ROC, HAN en universiteit er meer aandacht aan schenken. Ik vind het belangrijk dat het verhaal blijft leven, dat jongeren weten waarom Nijmegen eruitziet zoals ze nu doet. Tijdens de herdenking waren er voornamelijk ouderen, maar de meeste jongeren moeten naar school en college op een donderdagmiddag.”

Tijdscapsule
Rob Jaspers en compagnons vinden het belangrijk om jongeren bij de herdenkingen te betrekken. Wim Bilo en Bart Janssen zijn naar zeven basisscholen en drie middelbare scholen gegaan om verhalen te vertellen over de oorlog en het bombardement. Jaspers: „Ik ga ook naar Futsal Chabbab om Marokkaanse en Turkse jongeren te bereiken en schrijf de supportersgroep van NEC aan. Geweldig dat die dan met hun NEC-sjalen om komen. Ik probeer jongeren mee te geven dat oorlog waanzin is, dat er geen schone oorlogen bestaan en dat er altijd veel onschuldige slachtoffers zijn, ook kinderen en jongeren.
De bombardementsslachtoffers hadden wensen en dromen die ze niet tot uitvoer konden brengen. Ik vertelde daarover op scholen om hen na te laten denken over wat oorlog doet. Ik vroeg aan jongeren en aan oudere Nijmegenaren om een brief te schrijven aan toekomstige stadsgenoten met wensen en dromen voor de toekomst. Vierhonderdvijftig brieven zijn in een bijeenkomst met oud en jong in een tijdscapsule gestopt. Driehonderdvijftig van jongeren, onder wie vijftig van Oekraïense jongeren, een honderdtal van ouderen, waaronder ouderen die de oorlog meemaakten en dertig van bekende schrijvers zoals Tessa de Loo en Sinan Can. De tijdscapsule wordt ingemetseld in de nieuwe fietsenkelder bij de nieuwbouw in de Bloemerstraat. Over vijfenveertig jaar zal deze geopend worden.”


U kunt reageren op dit artikel via een e-mail naar redactie@denijmeegsestadskrant.nl