De oorlog in de Oekraïne leidt bij veel linkse mensen tot verwarring. Mensen die in de jaren tachtig tegen kruisraketten demonstreerden en pacifistisch gezind zijn, moeten opnieuw hun positie bepalen. De Westerse steun aan Oekraïne lijkt logisch maar kost veel doden. De antimilitaristische Stichting Onkruit vergaat niet organiseerde op 22 juni een gespreksavond in de Thiemeloods over dit dilemma.
„Geen Oekraïense avond zonder Oekraïense stem”, staat op een bord dat een jonge Oekraïense vrouw omhoog houdt bij het begin van de gespreksavond in de Thiemeloods in Bottendaal op 22 juni. Gespreksleider, journalist en oud-dienstweigeraar Willem de Haan gaf haar als eerste het woord. „Dit is een avond tegen Oekraïne”, zei ze. „Je kunt niet over Oekraïne praten zonder mensen uit Oekraïne . Ons land wordt aangevallen en mensen sterven en hier wordt gediscussieerd of het wel rechtvaardig is om Oekraïne te verdedigen.”

Wanneer is een oorlog rechtvaardig, was de eerste vraag van de avond. Voor Bertjan Verbeek, hoogleraar internationale betrekkingen aan de Radboud Universiteit valt die vraag uiteen in drie onderdelen. Is het rechtvaardig om de oorlog te beginnen? Is de manier van oorlog voeren rechtvaardig en is de afloop van de oorlog rechtvaardig? „Daarbij moet je je afvragen: Wat is het doel van de oorlog? Als dat doel is volledige vernietiging van je vijand, dan is dat niet rechtvaardig. Als voorbeeld van een onrechtvaardige oorlog noemt Verbeek de Vietnamoorlog. „Het volk van Vietnam stond er niet achter. Weliswaar stond de Verenigde Staten Zuid-Vietnam bij, maar zij bombardeerden wel Vietnam en betrokken later Laos en Cambodja bij de Oorlog.”
Doelen
De tweede en derde vraag gingen over de doelen van de oorlog. Gaat deze oorlog om westerse waarden als vrijheid of onafhankelijkheid of zitten er ook andere politieke doelen achter de wapenleveranties. Vanuit het publiek kwam het verwijt dat dit een eurocentrische vraagstelling is, vrijheid en onafhankelijkheid zijn niet westerse maar universele waarden. Willemijn Verkoren, universitair hoofddocent internationale betrekkingen aan de Radboud Universiteit, ziet dat de doelen van het Westen verschuiven. Ging het eerst om het verdedigen van Oekraïne, nu gaat het ook om het verzwakken van Rusland.
Onderhandelingen
Wat is er nodig om de onderhandelende partijen aan tafel te krijgen was de vierde vraag van de avond. Een man uit het publiek zegt dat in april 2022 Netanyahu bijna een vredesakkoord bereikt, maar dat Boris Johnson de Oekraïense president tegen heeft gehouden, omdat er meer uit de oorlog te halen viel.
Verkoren ziet dat anders: „De vrede in april 2022 kwam niet tot stand doordat Rusland de doelen ging bijstellen, geen regeringswissel in Kiev maar de Donbass onder Russische controle. Tegelijkertijd boekte Oekraïne succes op het slagveld, dus de noodzaak werd minder. Verder hield de ontzetting over Boetsja de Oekraïners tegen. Toen de gruwelijkheden die de Russen daar pleegden aan het licht kwamen, hadden de Oekraïners zoiets van ‘met deze mensen kunnen we niet onderhandelen’.”

Als laatste ging het over de eenzijdige benadering van de westerse pers en hoe die onze mening beïnvloedt. Het valt veel bezoekers op dat de daden van Oekraïners vaak als heldhaftig worden beschreven en dat over de daden van de Russen juist heel negatief wordt bericht. Genuanceerdere verhalen zijn er wel te vinden, maar dan is het wel even zoeken. Ook is veel niet verifieerbaar, zodat we moeten vertrouwen op de bronnen aan het front. Naast de oorlog op het slagveld woedt er ook een informatieoorlog, zegt Verkoren. „Niet alles wat partijen beweren is even betrouwbaar.”
Aan het eind van de avond geven de meeste bezoekers aan een betere blik op het conflict te hebben. Willy Last is blij dat de avond meer tot gesprek heeft geleid dan de eerste avond vorig jaar. Toch is hij niet helemaal positief: „We hebben te veel thema’s willen aansnijden, waardoor het gesprek niet de diepte in kon gaan. Ook was het publiek te groot om tot een inhoudelijk gesprek te komen.”
Voor de Oekraïense vrouw met het bord heeft de avond wel degelijk nut gehad: „Blijkbaar leefde ik in een bubbel op de universiteit met allemaal gelijkgestemde mensen, die aan de Oekraïense kant staan. Nu blijkt dat er heel veel Nederlanders zijn die anders denken. We moeten als Oekraïners meer doen om de Nederlanders te overtuigen en het Oekraïense geluid laten horen.”