Het kappen van vierentwintig Canadese populieren aan de Bisonbaai in Ooij zorgde voor veel protest. Het gevoel dat Staatsbosbeheer het protest niet serieus nam, leidde tot ophef, woede en een nieuwe actiegroep: Vrienden van de Bisonbaai. Hun strijd gaat verder dan tegen de kap van Canadese populieren. Zij willen de Ooijpolder groen houden en hebben er geen vertrouwen in dat Staatsbosbeheer, inmiddels grootgrondbezitter langs de Waal, zich daar wel voldoende voor inzet.
Het begon met een rapport dat niet meegenomen mocht worden. Het was in oktober vorig jaar op een inloopavond van Staatsbosbeheer in Oortjeshekken aan de dijk in Ooij. De natuurbeheerder lichtte die avond zijn plan toe drieëntwintig Canadese populieren te kappen bij de Bisonbaai bij Ooij. Omwonende Johan Koeleman was erbij: „De veiligheid zou in het geding zijn, er was tijdens een storm een zware tak naar beneden gewaaid.” Staatsbosbeheer liet daarop een boomtechnisch onderzoek doen. „Dat rapport mochten we niet lezen, uiteindelijk mochten we het na lang aandringen aan het einde van de avond inzien.” „Dan lees je dat kap helemaal niet de enige mogelijkheid was,” vult Gertjan Altena uit Nijmegen aan. „Ze hadden de bomen ook kunnen snoeien, maar dat was duurder.”
Kort daarop begint hun samenwerking. Koeleman, Altena en nog enkele anderen richten de werkgroep Vrienden van de Bisonbaai op. Thea Penterman uit Nijmegen, die zich later aansloot, weet middels een Wob-verzoek het boomtechnisch rapport in handen te krijgen: „Volgens dat rapport verkeerden er maar negen populieren in een zodanig slechte staat, dat ze gekapt moesten worden. De rest is gekapt op persoonlijke titel, daar ging een zekere willekeur van uit. Toen een van ons voor de kap vroeg waarom een populier met een gat waar ze zo haar arm in kon steken, niet gekapt hoefde te worden, kruisten ze die ook aan. Daarom zijn er nu niet drieëntwintig maar vierentwintig Canadese populieren gekapt.”
In een reactie schrijft Staatsbosbeheer dat uit onderzoek bleek dat bij alle bomen sprake is van kroonvervorming en dat deze daardoor gevoelig zijn voor takbreuk. Daarom zijn aan de kant van het strand van de Bisonbaai extra bomen gekapt omdat daar veel badgasten vertoeven waardoor daar het risico het grootst was.
Bevers
Nu de slag om de Canadese populieren is verloren richt de werkgroep zich op de bescherming van de natuur en landschap in de breedste zin in de Ooijpolder. Een van de zaken die nu spelen is het Kempkes bosje in Ooij. De gemeente wil hier bomen kappen omdat door een storm vorig jaar veel bomen scheef hangen en takken loshangen. „Dit geval laat precies zien waardoor het vaak misgaat,” zegt Luc Scheffers uit Ooij, ook bij de werkgroep betrokken. „Drie aannemers meldden zich bij de gemeente, eentje doet het voor 25.000 euro, de tweede voor 12.500 euro en de derde voor niks mits hij de bomen mag meenemen. De gemeente kiest dan voor de goedkoopste oplossing. Dit houdt wel in dat die aannemer ook de gezonde bomen kapt, waardoor de natuurwaarde achteruit holt.” Volgens de gemeente Berg en Dal was al bij het uitschrijven van de opdracht besloten dat alle populieren worden gekapt. „De populieren lopen tegen het eind van hun levensloop, bovendien kan een aannemer niet bij de slechte populieren komen, zonder de goede te kappen,” aldus een woordvoerder. Scheffers liet de kap stilleggen in januari middels een handhavingsverzoek. In het bosje leven beschermde diersoorten zoals bevers en vleermuizen, waardoor er een ontheffing Wet natuurbescherming nodig is. De gemeente heeft nu een ecologisch rapport laten opstellen op basis waarvan de provincie beslist of de kap mag doorgaan.
Grootgrondbezitter
In de Ooijpolder is Staatsbosbeheer door de uitkoop van boeren de afgelopen dertig jaar uitgegroeid tot grootgrondbezitter en oefent grote invloed uit op het landschap. Het stoort de Vrienden van de Bisonbaai dat Staatsbosbeheer zelf mag bepalen wat het met de grond doet. „Staatsbosbeheer heeft zijn mond vol van natuurbehoud, maar tegelijkertijd is het een organisatie die zijn eigen broek moet ophouden.” zegt Koeleman. Penterman vindt dat Staatsbosbeheer hier niet altijd eerlijk over is: „De kap van de Canadese populieren kostte dertigduizend euro, maar ze zeggen er niet bij hoeveel het oplevert. Wij hebben het opgemeten, er lag duizend kubieke meter houtsnippers, dat is 640 ton, dat brengt ongeveer vijftienduizend euro op.” Het is overigens geen geheim dat Staatsbosbeheer vijftien procent van zijn inkomsten haalt uit houtverkoop. Staatsbosbeheer komt de laatste week van februari met een rapport over de kosten en opbrengsten van de kap van de Canadese populieren, te laat voor de deadline van dit artikel. Het stoort de Vrienden van de Bisonbaai dat Staatsbosbeheer geen verantwoording hoeft af te leggen. „Ze zijn heel vriendelijk. Staatsbosbeheer legt heel graag uit wat ze doen,” zegt Scheffers, „maar ze vragen nooit aan burgers, wat willen jullie nou met dit gebied. Daardoor krijg je als burger nooit het gevoel dat ze je serieus nemen.” Twan Teunissen van Staatsbosbeheer erkent dat de communicatie rondom de kap beter had gekund. „Achteraf gezien hadden we de omwonenden eerder moet informeren over onze plannen.” Over inspraak van burgers is hij terughoudender: „We leggen graag uit wat we doen, maar dat is iets anders dan inspraak. Bij grote projecten heb je inspraakprocedures, maar bij regulier onderhoud of maatregelen om de veiligheid te garanderen kan dat niet, dan heb je zeventien miljoen mensen die meepraten.” Mensen kunnen wel op een andere manier invloed uitoefenen volgens Teunissen: „De provincie is verantwoordelijk voor het natuurbeleid, Staatsbosbeheer is slechts uitvoerder. Als mensen daarop invloed willen uitoefenen, moeten ze op 20 maart gaan stemmen.”
auteur: Gabriëlla Hendriks