Wethouder Grete Visser wil een nieuwe visie maken over Nijmegen als sociale stad en vroeg Nijmegenaren naar ideeën daarvoor. Medewerkers van Zelfregiecentrum Nijmegen en projectleider Jan Bannink van de gemeente zien verbeterpunten voor de inspraak.

Een sociale stad blijven, dat was de opgave die het stadsbestuur zich stelde in 2018. Wethouder Grete Visser nodigde vrijwilligers, professionals en actieve inwoners uit om mee te praten over hoe Nijmegen sociaal vorm te geven. De gemeente organiseerde daarvoor op 20 april de onlinebijeenkomst APK Sociale stad. Zie het artikel Onderhoudsbeurt voor een sociale stad. Er bleek weinig tijd voor de 140 deelnemers om hun ideeën kenbaar te maken. „De gemeente koos voor zenden in plaats van ontvangen”, stelt Peter Eggen van Zelfregiecentrum Nijmegen, een centrum dat opkomt voor de belangen van gehandicapten. „De professionals die aan het woord kwamen benadrukten vooral wat allemaal al goed gaat. Er was weinig ruimte voor de zorgen die velen hebben.” Directeur Jos Kersten van Zelfregiecentrum Nijmegen schreef in een e-mail: „Wij zijn er voorstander van dat de sociale basis, waar we zelf ook deel van uitmaken, een keer wordt doorgelicht, om te kijken of het beter kan. We zijn ook voorstander van themagewijs samenwerken met andere organisaties in de stad. Wat die thema’s gaan worden, daar kwam tijdens deze bijeenkomst weinig nieuws uit. Dat was jammer, maar ik heb begrepen dat er meer bijeenkomsten komen.”

Eindtijd
Jan Bannink is projectleider Vormgeving sterke sociale basis van de afdeling Maatschappelijke ontwikkeling en snapt de kritiek. „Het was zeker niet de bedoeling om vooral te zenden. We wilden een programma maken voor elk wat wils, en beginnen met het neerzetten van het kader van wat een sociale stad is. Oorspronkelijk was er een halfuur uitgetrokken voor de gesprekken, maar het eerste deel met lector, professor en professionals liep uit. We hielden ons aan de eindtijd, omdat onze ervaring bij onlinebijeenkomsten is dat anders deelnemers vertrekken. We willen juist graag ervaringen en ideeën van inwoners ontvangen en organiseren binnenkort een extra bijeenkomst.”

Maar er is meer aan de hand. Een mevrouw deelde in een van de gesprekskamers haar zorgen dat mensen door de overgang naar het nieuwe zorgsysteem en een nieuwe zorgaanbieder hun vaste begeleiders kwijt kunnen raken, wat in deze bangmakende coronatijd helemaal een ramp is. De reactie van Grete Visser was, dat ze het zou meenemen, maar dat het hier nu eigenlijk om andere zaken ging, een nieuwe visie maken. Haar reactie contrasteerde met haar enthousiasme over de verhalen van lector, professor en professionals.

Peter Eggen. [foto Jan Lintsen].
Moedeloos
Peter Eggen van Zelfregiecentrum sprak meerdere mensen die zich niet serieus genomen voelden bij de APK-bijeenkomst. Ze raakten moedeloos of boos en verloren de zin om nog mee te doen. „Bij zulke grote bijeenkomsten komt een grote groep niet voldoende aan bod. Om werkelijk op te halen wat mensen en organisaties vinden over wat nodig is, is een andere opzet nodig, werkelijk in gesprek gaan in kleine groepjes.” Bannink: „Wij willen als gemeente graag de werkelijkheid in hapklare brokken verdelen, omdat de werkelijkheid zo complex is. Maar inwoners hebben natuurlijk te maken met die complexiteit en willen over hun zorgen en wensen vertellen, los van het kader dat wij geven. Dat geeft een kloof, die we graag willen dichten. We willen meer overleg. Er zijn standaardprocedures voor inspraak bij het maken van een nieuwe visie, maar wij willen, als de gemeenteraad dat goedkeurt, in de visie laten opnemen dat er ook bij de uitvoering in de praktijk consequent overleg is met professionals, belangenorganisaties en wijkgericht met inwoners. En we nemen het APK-gebeuren serieus, we willen elk jaar de uitvoering van de Sociale stad doorlichten.”
Meerdere deelnemers kaartten in de korte tijd die ze kregen belangrijke punten aan: over de gebruikte moeilijke woorden en de problemen voor blinde en slechtziende mensen om mee te doen.

Dat inclusie, erbij horen, een vanzelfsprekendheid moet zijn, geen gunst, verwoordt een collega van Eggen, Birgit van der Putten, na de bijeenkomst in een e-mail die ze aan Grete Visser stuurde. Ze schrijft dat in de bijeenkomst geconstateerd werd dat ‘Iedereen wel een beperking heeft’. Dat komt volgens Van der Putten voort uit het gelijkheidsdenken in de jaren negentig en daarvoor. Toen werd er gevochten om mensen met een beperking erbij te laten horen en zo veel mogelijk mee te laten doen. Gehandicapten waren immers ‘gewone’ mensen. „Maar”, schrijft Van der Putten: „Ik ben ongelijk aan een andere vrouw. Als spastische vrouw heeft mijn beperking een behoorlijke impact op mijn dagelijks leven, mijn contacten en mijn positie in de samenleving. We verschillen, de andere vrouw en ik, en tegelijkertijd zijn we gelijkwaardig.”

Birgit van der Putten. [foto Jan Lintsen].
Vanzelfsprekend
Van der Putten wil leven in een ‘inclusieve’ maatschappij, waarin iedereen op een passende manier mee kan doen. Een maatschappij waaraan iedereen op zijn eigen manier als vanzelfsprekend deel kan nemen, omdat voorzieningen de algemene norm zijn. „Want wie heeft er last van een bus waar iedereen in kan?” Van der Putten wil een maatschappij: ‘…waar mensen met een visuele beperking zonder meer zelfstandig hun weg kunnen vinden in de openbare ruimte, waar mensen met de juiste ondersteuning zelfstandig kunnen leven, waar gemeentelijke informatie door iedereen te lezen en te begrijpen is. En daar waar nodig, is er iets extra’s, zoals begeleiding bij het wonen’. Dat kost extra geld, dat er niet altijd is, schrijft ze. „Binnen die grenzen moeten we kijken hoe we een en ander vormgeven en ieder heeft daarbij een eigen verantwoordelijkheid. Het leven is geven en nemen, zoals altijd. Dat is gelijkwaardigheid. Volgens mij blijft het streven naar een maatschappij waar we niet meer over ‘aanpassingen’ spreken. Mijns inziens mag die inclusieve samenleving meer leidend zijn in de visie- en beleidsontwikkeling, dan de huidige maatschappij waarin zelfredzaamheid nog hoog in het vaandel staat.”


U kunt reageren op dit artikel via een e-mail naar redactie@denijmeegsestadskrant.nl