Het was in eerste instantie niet de bedoeling van Yette Rohde om sociaal geëngageerde kunst te maken. Toch is haar werk al vanaf haar studie aan de kunstacademie op die manier getypeerd. „Dit komt omdat ik mensen uit mijn directe omgeving schilder. En ik ga om met mensen uit de LHBTQI+ gemeenschap”, vertelt Rohde.
Appels
De echte politieke doorbraak in haar werk kwam met de portretserie ‘Vrouwen en Fruit’, waarin vrouwen met stukken fruit en groente zijn afgebeeld. De portretten kaarten de maatschappelijke beeldvorming van vrouwen aan en benadrukken de individuele schoonheid en kracht van elke vrouw. Rohde: „Ik wil maatschappelijke normen en waarden tegen het licht houden, Ik vond de mediagestuurde beeldvorming over hoe vrouwen zich horen te gedragen heel erg irritant. Ik wilde een tegengeluid geven”. Inspiratie voor de serie haalde Rohde uit het verhaal van Adam en Eva, waarin Eva een hap neemt van een appel uit de boom van kennis van goed en kwaad. „Ik maakte het eerste portret van mijn nichtje, die ik vroeg een kilo appels in een hoog tempo te verslinden terwijl ik haar fotografeerde . Zij vindt kennis belangrijk en sexy, ook in een partner. Dat verslindende heeft zij in zich, zodoende kwam de appel samen met haar karakter.”
Vlees
Daarnaast stelt Rohde de hedendaagse uiterlijke verwachtingen van de vrouw aan de kaak in de portretserie ‘Mimicry’. Rohde bedacht de serie toen ze de documentaire ‘Beperkt Houdbaar’ van Sunny Bergman keek, over het schoonheidsideaal van Westerse vrouwen en de gevolgen daarvan. In de portretten trekken vrouwen hun gezicht uit de plooi als verzet tegen de normalisering van botoxgebruik. Het christelijke geloof, waarmee Rohde is opgevoed, is terug te zien in recent werk. „Ik ging nadenken over de manier waarop wij met de natuur, dieren en de bioindustrie omgaan in Nederland. Ik vroeg me af:hoe zou het zijn als wij degenen zijn die worden opgegeten? In het christendom is er één iconisch hangend menselijk vlees: Jezus aan het kruis. Ik ben kunst gaan maken van hangende mensfiguren, om mensen na te laten denken over onze plek in de wereld,” aldus Rohde.
Zichtbaarheidsprojecten
Met verschillende zichtbaarheidsprojecten wil Rohde minder bekende maatschappelijke thema’s aan het licht brengen. Een voorbeeld van zo’n project is ‘Queer Crips – Real People’, een zesdelige portretserie over queer mensen met een fysieke beperking. Hiervoor werkte zij samen met woordkunstenaar Mir Marinus. Waar Rohde de queer crips in beeld heeft gevangen, heeft Marinus dat gedaan in tekst. Hierdoor wordt het publiek op twee manieren aangespoord te reflecteren over wat het betekent om queer en fysiek beperkt te zijn. Rohde: „Als onze portretten tot nadenken aanzetten, heb ik mijn doel bereikt.” Het idee voor het project kwam uit Rohde’s eigen ervaring. Ook zij identificeert zich als queer crip. „Als queer crip loop ik, en/of rollen anderen, tegen veel dingen aan. Je hebt geregeld te maken met onveiligheid en je wordt niet voor ‘vol’ aangezien als je een beperking hebt.”
Het is een van de zwaarste projecten die Rohde tot nu toe heeft gedaan. „Het was verschrikkelijk om tijdens de interviews te horen waar de queer crips allemaal mee te maken hebben in deze maatschappij. Ik heb regelmatig als ik thuiskwam eerst moeten huilen om alles kwijt te raken, voordat ik aan het werk kon.” Met de serie laten de queer crips zien: wij zijn hier, wij bestaan.„Door deze verhalen op deze manier te delen, kun je mensen op een ander niveau laten nadenken. Kunst raakt een emotie. Het maakt het onderwerp levendiger. Dat is de kracht van kunst”, zegt Rohde glimlachend. Queer Crips – Real People is een reizende expositie. Het was te zien op verschillende locaties: het Stadhuis, de bibliotheek en de universiteit. Rondom Coming Out dag, op 11 oktober dit jaar, wordt de serie op een nieuwe plaats tentoongesteld. Klaar met de zichtbaarheidsprojecten is Rohde voorlopig nog niet. Volgend jaar staat er, in samenwerking met de gemeente Nijmegen, werk over Nieuwe Nederlanders uit de regenbooggemeenschap op de planning.