Op 31 mei plaatste de Werkgroep Literaire Bakens het vijfendertigste baken in Nijmegen. Een  literair  baken is een tekst uit de Nederlandstalige literatuur die op enigerlei wijze verwijst naar de plek waar het is aangebracht. Volgens Victor Vroomkoning, lid van de werkgroep, is het plaatsen van bakens nog niet zo gemakkelijk: de commissie Beeldkwaliteit moet de plek goedkeuren, de bakens dienen hufterproof te zijn en vooral: ze moeten worden  gefinancierd, terwijl eigen middelen ontbreken.

Dichter Victor Vroomkoning, een levend literair baken. [foto: Jan Lintsen].
In 2000 was Piet Hooghof, in die tijd directeur van boekhandel Dekker van de Vegt, medeoprichter van de Werkgroep Nijmegen Literair 2000. Deze bestond uit twee secties. In de eerste zaten essayist Wam de Moor en Victor Vroomkoning, dichter en oud-docent Nederlands. Hun taak was het een bloemlezing samen te stellen van aan Nijmegen gerelateerde poëzie. De tweede sectie ging op zoek naar teksten, zowel proza als poëzie, die op een of andere manier met locaties in Nijmegen van doen hadden en als literair baken geschikt zijn om in de openbare ruimte van de stad te worden aangebracht. Deze Werkgroep Literaire Bakens bestaat nog steeds en plaatste al vijfendertig bakens. Vroomkoning sloot zich in 2005 aan bij deze werkgroep, nadat hij besloten had af te haken wegens verschil van inzicht met De Moor. De Moor maakte daarop de bloemlezing Navel van ‘t  land, alleen af.
Het eerste baken, onthuld in december 2005, bestaat uit drie fragmenten uit het mirakelspel Mariken van Nieumeghen. De tekst is aangebracht op een van de schuine vlakken aan het Mariënburgplein. Het laatst geplaatste baken, op 31 mei 2022 onthuld bij de Titus Brandsmakapel, is een beschrijving van de Scheveningse gevangeniscel waarin de onlangs heilig verklaarde Titus Brandsma in 1942 verbleef. De nazi’s hadden hem kort daarvoor gearresteerd wegens zijn oproep aan de dagbladen de voorschriften van de bezetter te weigeren.

Pootjes
Vroomkoning: „We dachten in het begin in drie jaar tijd vijftien kleine bordjes te kunnen plaatsen. Maar de geselecteerde teksten vielen groter uit en het plaatsen ervan bleek niet gemakkelijk. Het kiezen van mogelijke teksten bij relevante plekken of andersom is niet het probleem, maar doordat we niet kunnen rekenen op een vaste gemeentelijke bijdrage of anderszins, moeten we voor elk baken elders aankloppen voor de financiering, meestal rond de 800 euro. Het staande baken van Titus Brandsma met ingemetselde pootjes kostte 1800 euro; dat geld werd geschonken door de gemeente, de universiteit en het Titus Brandsma Instituut. Door enkele geldschieters als de Rabobank en het Nijmeegse literaire fonds SFS konden we de laatste jaren twee à drie teksten plaatsen.
Een groot probleem zijn de door eigenaren en van gemeente en/of rijkswege opgeworpen bezwaren die het ons bemoeilijken om op een bepaalde plek een gewenst baken te plaatsen. We zijn ook gebonden aan het advies van de commissie Beeldkwaliteit die zich volgens mij nogal eens te strak opstelt. Ja, Nijmegen is de oudste stad van het land, daar wil men per se zuinig mee/op zijn, al is dat historische grotendeels verdwenen. Maar in vergelijking met bijvoorbeeld plaatsen als Dordrecht, Den Bosch en Middelburg, waar literaire teksten breeduit worden geplaatst, moet je in Nijmegen naar onze teksten zoeken, omdat ze geen afbreuk mogen doen aan de historiciteit van de context en ze dus kleiner of onopvallender zijn vormgegeven. Terwijl ik volhoud dat een relevante tekst juist iets toevoegt, en in positieve zin ook aandacht trekt. Een ander probleem is dat een baken zo veel mogelijk behoed moet worden tegen crimineel gedrag, hufterproof moet zijn. De tekst van Nescio op de Snelbinder bijvoorbeeld wordt steeds opnieuw beklad. Dat baken daar is en blijft een zorgenkindje.”

Uniek
De werkgroep vindt het belangrijk dat er een relatie is tussen de plek en de tekst, vertelt Vroomkoning. „We bewijzen Nijmegen eer door bijzondere banden te scheppen tussen de teksten, Nijmegen en de Nijmeegse geschiedenis. Hierin zijn wij uniek. In andere steden waar werkgroepen actief zijn, neemt men teksten uit de literatuur zonder specifieke band met de stad.”
Behalve de door de Werkgroep Literaire Bakens gerealiseerde bakens zijn er ook die via andere kanalen, op ander initiatief zijn aangebracht. Zo is de poëzie van Vroomkoning zelf op enkele plekken te lezen maar waarvan slechts één vers als een literair baken geldt. Zo is een tekst op glas bij het ROC-gebouw naast het station door hemzelf en de toenmalige burgemeester Thom de Graaf onthuld bij de opening in 2007. Het is onlangs bij werkzaamheden vernield, maar wordt binnenkort opnieuw geplaatst.

Literair baken bij Hospice Bethlehem. [foto: Jan Lintsen].
Een andere tekst van hem vindt men aan de voet van de Stevenskerk: het verzetsgedicht dat op 4 mei 2010 werd onthuld, eveneens door De Graaf. Zijn literaire baken is vanaf augustus 2010 te zien op een muur van Hospice Bethlehem. Het hangt er ter herinnering aan Piet Hooghof (1943-2009), de eerste voorzitter van de Stichting Vrienden van Hospice Bethlehem, tevens oprichter van de Werkgroep Literaire Bakens op wiens advies dit baken is gerealiseerd.
De zeven leden van de werkgroep werken in tweetallen aan nieuwe bakens. Alle stadsdichters krijgen  er een. Die van Amal Karam, Wout Waanders en de huidige stadsdichter Heidi Koren moeten nog een plaats krijgen. Het eerstvolgende baken wordt een tekst van de onlangs overleden schrijver Jeroen Brouwers aan het begin van de Benedenstad nabij de Lage Markt.
Op de website van de werkgroep (www.literairebakensnijmegen.nl) vindt men informatie over tekst en uitleg van een bepaald baken, de plaats en een korte aanvulling over de schrijver. De meeste bakens vindt men in het centrum waarlangs men een route kan lopen. Omdat ook buiten het centrum bakens zijn gerealiseerd, bijvoorbeeld op de Limoskazerne en de Radboud Universiteit, is het niet uit te sluiten dat daarlangs ooit een fietsroute komt.


U kunt reageren op dit artikel via een e-mail naar redactie@denijmeegsestadskrant.nl