Het is fijn om ook eens een optimistisch geluid over de toekomst te horen. Of te lezen, in het boek: Zo kan het ook. In tweehonderd bladzijden met korte artikelen en veel natuurplaten presenteren de schrijvers ruim honderdtwintig mensen en initiatieven die gebruikmaken van de wijsheid die de natuur in 3,8 miljard jaar vergaarde om te komen tot gezonde ecosystemen.

„We leven als parasieten op de aarde, behandelen haar als supermarkt”, staat in het voorwoord, maar het boek laat zien dat het anders kan en dat veel, vooral jonge mensen, daar serieus mee bezig zijn. „De huidige economie met haar groeiobsessie veroorzaakt de klimaatproblemen”, stellen de schrijvers. „De vraag ‘Wat heb ik nodig’ moet veranderen in ‘Wat heeft de natuur nodig om te bloeien en meer natuur te creëren’”. Ze beschrijven drie grondslagen van de door hen gekozen initiatieven: biomimicry, het nabootsen van ontwerpen van de natuur; biophilia, jezelf als onderdeel van de natuur zien en je opnieuw met haar verbinden; en circulaire economie, het creëren van een systeem waarbij grondstoffen hergebruikt worden, zonder afval en gebaseerd op zonne-energie.

De initiatieven zijn gerangschikt rond negen thema’s die van groot naar kleiner, persoonlijker gaan: van water, energie, voedsel, infrastructuur naar werken, wonen, productie, recreëren, leefstijl. Het eindigt met een hoofdstuk goede raad: je zit op de goede weg met je duurzame leefstijl, als je minder energie en materiaal gebruikt en als de door jou gebruikte energie de natuur voedt en niet afbreekt.

Het boek is moeilijk in een keer te lezen door de aaneenschakeling van de vele losse stukjes. Nergens worden kritische noten gekraakt. De plasticopvangsystemen in de oceanen en rivieren van de jonge ondernemer Boyan Slat worden aangeprezen, zonder te schrijven dat de systemen veel levende wezens doden. De stukjes lijken soms op reclamemateriaal. Maar het boek benadert het klimaatvraagstuk positief, ‘omdat mensen apathisch worden, willen vluchten of bevriezen van alleen slecht nieuws’. En dat is te prijzen.


U kunt reageren op dit artikel via een e-mail naar redactie@denijmeegsestadskrant.nl