Nijmegen komt in de Nederlandse literatuur steeds vaker aan bod. Nadat eerder A.F.Th. van der Heijden, Jaap Robben en Thomas Verbogt de stad al een hoofdrol boden in hun boeken was het nu de beurt aan Tessa de Loo. Op 14 april overhandigde zij het eerste exemplaar van haar boek De stad in je hoofd aan burgemeester Hubert Bruls.
De roman De stad in je hoofd speelt zich af tegen de achtergrond van twee belangrijke episoden in de recente Nijmeegse geschiedenis: het bombardement van 22 februari 1944 en de geleidelijke afbraak van de oude Benedenstad jaren later. Als kind overleeft hoofdfiguur Twan het bombardement, maar zijn ouderlijk huis wordt voor zijn ogen verwoest door de vallende toren van de Stevenskerk. De binnenstad brandt door de verwoestende bommen van de geallieerden. Het duurt jaren voordat de herbouw van de binnenstad enige vorm krijgt. Jaren later koopt Twan een oud pand in de Benedenstad, maar hij ontdekt dat de gemeente daar grootse nieuwbouwplannen heeft. Daar moeten niet alleen oude verkrotte woningen voor wijken, maar ook fraaie historische panden die soms nog stammen uit de middeleeuwen. Twan komt hevig in verzet tegen de grootschalige sloopplannen. De associatie met de verwoestingen in de oorlog dringt zich immers onmiskenbaar aan hem op.
Tessa De Loo schreef het boek in opdracht van de gemeente Nijmegen. De stad koestert haar verleden en wil zich daarom graag via de literatuur profileren als de oudste stad van Nederland.
Sloopwoede
Over het bombardement is al veel geschreven. Maar in De stad in je hoofd wordt voor het eerst de tomeloze sloopwoede (of noem het vernieuwingsdrang) van de jaren zestig en zeventig onder de aandacht gebracht. Waarmee De Loo de discussie over nut en noodzaak van die sloop nieuw leven inblaast.
Dat juist die sloop het onderwerp van De Loos boek is, heeft te maken met haar wat naïeve verwachtingen bij haar kennismaking met Nijmegen. „Aanvankelijk wist ik vrijwel niets van Nijmegen, behalve dat het de oudste stad van Nederland is. Maar toen ik enkele jaren geleden Nijmegen bezocht, was de teleurstelling groot: geen oude trappetjes of middeleeuwse huisjes, alleen nieuwbouw”, aldus de schrijfster in de Schepenhal van het stadhuis. En zo leidde haar romantische beeld van de ‘oudste stad’ tot een kritische beschouwing in romanvorm.
Want natuurlijk is het goed dat er woningen zijn gekomen en geen kantoren. En het is mooi dat het oude stratenpatroon in tact is gebleven. Maar was die grootschalige afbraak wel nodig? Waarom werden beeldbepalende oude panden niet gespaard?
Frits Spits
De boekpresentatie werd een boeiende middag met verhalen en muziek. Na een indringend gezongen fado – De Loo heeft vijfentwintig jaar in Portugal gewoond – en een humorvol praatje van burgemeester Bruls waren er bijdragen van onder meer Frits Spits. Tot ieders verrassing kregen alle honderdenvijftig aanwezigen een gesigneerd exemplaar cadeau. Daar was blijkbaar nog een potje voor? Hoe het ook zij, Tessa de Loo schreef een fraai historisch verhaal over Nijmegen, met een kritische ondertoon. Zoals het hoort bij deze stad.