Na de Tweede Wereldoorlog zijn er vele tientallen dikke boeken geschreven over het verzet. Het verzet door mannen. Slechts een enkele biografie ging over een heldhaftige verzetsvrouw. Dat wil niet zeggen dat er nauwelijks vrouwen actief waren tegen de bezetter. Anneke Nolet ging op zoek en vond er meer dan 125 alleen al in het Rijk van Nijmegen. Ze onderzocht waarom zij zo weinig aandacht krijgen.
Anneke Nolet (1946) studeerde Frans en deed tweeëndertig jaar lang bestuurs- en organisatiewerk aan de Nijmeegse universiteit. Vanaf 2012 pluist ze archieven uit op zoek naar gegevens over vrouwen die in het verzet zaten in de Tweede Wereldoorlog in Nijmegen en omstreken. Haar fascinatie vindt zijn oorsprong in het leven van haar peettante Annie van Velzen die politieagente en verzetsstrijdster was en de kampen Vught en Ravensbrück overleefde. Vooral het feit dat aan het verzetswerk van haar tante nergens aandacht geschonken werd, maakte dat Nolet in actie kwam. Ze publiceerde in 2013 het boek Ene mejuffrouw van Velzen. Tijdens haar onderzoek naar het leven van haar tante in de oorlog kwam ze de namen van veel meer verzetsvrouwen tegen en kreeg ze contact met (familieleden van) meerdere vrouwen. Daar is het boek Vrouwen en verzet in het Rijk van Nijmegen, 1940-1945 uit voortgekomen.
Ravensbrück
Haar onderzoek startte met het vastleggen van de sociale achtergrond en oorlogservaringen van zeven vrouwen die als koerierster, onderduikgeefster of bonnenvervalsster opgepakt werden en vastzaten in de kampen Vught en Ravensbrück en daarna tewerkgesteld werden bij het Agfa-Kommando bij München. Deze biografieën beslaan het eerste deel van het boek. Nolet wil dat deze vrouwen gehoord en gezien worden en ze deelt met de lezer alle informatie die ze over een vrouw en haar omgeving vond. Door de vele namen en gegevens van verwanten, vrienden, buren en medeverzetsstrijders zijn de levensverhalen niet heel makkelijk leesbaar. Het dikkere tweede deel leest prettiger. Nolet beschrijft hier wat meer geordend de zeer gevarieerde verzetswerkzaamheden van ruim 120 vrouwen in de katholieke onderwijsstad Nijmegen, met zijn woonstadkarakter, zonder heel grote industrieën. Er werkten veel oudere dames uit het gegoede milieu in het verzet, en een groot percentage studenten en docenten en ook priesters. Het organiseren van onderduikwerk gebeurde voor een groot deel via de parochies. Ook de kleinere groepen andersgelovigen maakten gebruik van de eigen geloofsgemeenschapsorganisatie. Nolet beschrijft de denkbeelden over vrouwen in de jaren dertig en veertig: de plaats van de vrouw was op de achtergrond thuis, als verzorgster van man en kinderen.
Koerierswerk
De schrijfster laat zien dat vrouwen minder zichtbaar waren in de beschrijvingen na de oorlog, omdat ze het werk vaak samen met hun mannen deden, die er de eer voor kregen, of voor mannelijke familie, collega’s en kennissen: ,Maar mannen en vrouwen werkten zij aan zij, als team, en het verzetswerk van vrouwen was net zo belangrijk en veelzijdig als van de mannen.’ Alleen losten verzetsvrouwen geen schoten, maar ook zij zaten bij de zogeheten Knokploeg (KP) die overvallen pleegde en liquidaties uitvoerde. Vrouwen schreven geen artikelen voor de verzetskranten die ze wel hielpen maken en verspreiden. Ze werden ook niet ingezet voor technische klussen. Maar bij alle andere activiteiten waren vrouwen vanaf het begin betrokken. Naast individuele acties en het participeren in verzetsgroepen, ook in leidende posities als duikhoofd, duikinspecteur of verbindingspersoon, zetten vrouwen ook kleinere informele vrouwennetwerken op.
De getrouwde vrouwen die meer aan huis gebonden waren, zorgden veelal voor de onderduikers. Het hebben van jonge kinderen weerhield hen daar niet van. Tientallen vrouwen zetten de verzetswerkzaamheden in hun eentje voort als hun man moest onderduiken of werd opgepakt. Dan onderhielden zij het verzetsnetwerk, zorgden voor het verkrijgen van bonnen voor eten en kleren en geld voor de onderduikers, of het verspreiden van de verzetskranten. De jonge en soms oudere ongetrouwde vrouwen deden een groot deel van het koerierswerk: het brengen van informatie, illegale kranten en papier en drukinkt daarvoor, geld, bonnen en persoonsbewijzen van het ene naar het andere adres. Ze hielpen mee met het verplaatsen van onderduikers, het in veiligheid brengen van piloten en parachutisten, het vervalsen van bonnen en persoonsbewijzen en het opzetten en onderhouden van de verzetsnetwerken. Het heersende beeld van vrouwen die op de achtergrond thuis werken hielp eraan mee dat ze dit veiliger konden doen dan mannen.
Offers
In de naoorlogse geschiedschrijving lag de nadruk op de heldenverhalen en het vechten, schrijft Nolet: ,De onzichtbaarheid van het werk van vrouwen in de oorlog verhult hun essentiële aandeel en de offers die zij brachten.’ Vrouwen verloren hun leven, hun geliefden, of zaten gevangen in kampen. Vrouwen kregen ook vriendinnen en vrienden voor het leven en net als mannen een bredere kijk op mensen: in het verzet vielen vooroordelen over sekse en geloofsovertuigingen voor een groot deel weg. De schrijfster hoopt dat er meer onderzoek komt naar de participatie van arbeidersvrouwen. ,Alle lagen van de bevolking hielpen mensen met onderduiken, werd mij verteld. In mijn onderzoek heb ik daar jammer genoeg geen verdere gegevens over gevonden.’
Het boek schetst een levensecht beeld van de oorlog met de verschillende perioden van afwachten en aanpassen, het schuilplaatsen bieden aan Joden, het ontstaan van de eerste vooral door militairen opgezette verzetsgroepen, het aanzwellende verzet als mannelijke studenten en een groot deel van alle mannelijke werkenden moeten gaan werken in Duitsland en het uiteindelijk steeds beter en grootser en ook gewelddadiger opererende georganiseerde verzet. Bij Lennert Savenije in zijn boek Collaboratie en Verzet kom je maar af en toe een vrouw tegen. Nolet vertelt op elke bladzijde over het werk van vrouwen. Dit zal voor veel lezers een openbaring zijn en voor lezeressen zeer inspirerend.
Anneke Nolet, Vrouwen en verzet. In het Rijk van Nijmegen. 1940-1945