Dertien jaar van haar leven verbleef Mieni Westerink (1968) in psychiatrische instellingen. Nu treedt ze naar buiten met haar ervaringen. In haar openhartige boek schrijft ze over haar ontluikende psychische problemen, de tijd dat ze opgenomen is geweest en haar herstel in de nazorgfase. Door jarenlange correspondentie met haar pennenvriend is er een archief ontstaan over haar leven in de psychiatrie, waaruit ze haar verhaal heeft gereconstrueerd. Ze is ervaringsdeskundig en wil haar adviezen en tips delen met lotgenoten en hulpverleners in en buiten de psychiatrie.
De Nijmeegse Westerink groeit samen met haar broer en zus op met een vader die lijdt aan nachtmerries die te maken hebben met zijn oorlogsverleden in het voormalige Nederlands-Indië. Haar moeder heeft gestudeerd en een goede baan. Haar vader heeft geregeld woede-uitbarstingen gericht op hemzelf. Soms wil hij uit het leven stappen. „Hij is een lieve, zachtaardige man, maar moet volgens mij iets hebben gemankeerd wat hij heeft doorgegeven aan mij.” Westerink doet later ook zelfmoordpogingen.
Een rugontsteking in haar jeugd, stressvolle zwangerschappen en een kraambedpsychose zorgen voor het dwangmatig plannen van de dag, daardoor voelt ze zich gevangen in haar systeem. Daaruit volgen depressies en die leiden meerdere malen tot het nemen van een overdosis medicijnen. Westerink heeft een lieve, ondersteunende man. Ze beleeft ook gelukkige perioden met hem en haar dochters. Ze houdt veel van haar gezin. In de tijd dat ze binnen GGZ Nederland leeft ziet ze hen op afspraak. In het begin gaat ze in de weekenden naar huis, later niet meer.
De literaire non-fictiebundel Herstel na dertien jaren in de psychiatrie gaat over haar leven met psychische aandoeningen en hoe er omgegaan wordt met cliënten binnen de psychiatrische zorg in Nederland. Geregeld voelt Westerink zich niet gezien. Op diverse afdelingen zijn er te weinig activiteiten. Psychiaters stellen haar geen ‘waarom’ vragen, hulpverleners communiceren langs elkaar heen. Pas na haar ontslag krijgt ze een correcte diagnose en kan haar herstel beginnen.
Westerink vindt dat er te weinig aandacht is voor functioneel, persoonlijk en maatschappelijk herstel. Het onderwerp is actueel, want we leven in een tijdperk waarin mensen op zichzelf en elkaar teruggeworpen worden. Volgens hoogleraar Stynke Castelein ervaren voormalige patiënten problemen bij het verzorgen van het huishouden, de persoonlijke hygiëne, het leggen van sociale contacten en op het werk. Castelein noemt dit in een interview in dagblad Trouw ‘een groot maatschappelijk probleem.’ Het helpt volgens haar niet dat flink is bezuinigd op voorzieningen om psychiatrische patiënten te begeleiden bij terugkeer in de maatschappij. Niet voor niets heeft Westerink vragen over haar ervaringen. Ze durft ze in haar boek te stellen.
Westerink weet zware tijden te overwinnen. Het is Moeder Natuur die haar redt, de leefregels die ze voor zichzelf stelt zorgen voor zingeving en houden haar leven op de rails. Inmiddels woont ze, sterk en moedig als ze is, zelfstandig in een accommodatie voor psychisch kwetsbare mensen in Nijmegen.
Westerink schrijft met toewijding. Ze verwijst geregeld naar de toekomst en herhaalt dingen uit het verleden. Dat neemt niet weg dat het verhaal aangrijpt en tot nadenken leidt.
Mieni Westerink, Herstel na dertien jaar overleven in de psychiatrie, 2018, ISBN 978 94 6365 101 1
auteur: Caroline van Uden