In de jaren zestig wees de Franse denker Guy Debord op een breuk tussen de onmiddellijk ervaren werkelijkheid en een werkelijkheid die voortdurend wordt gerepresenteerd aan de hand van beelden. Thomas Decreus herneemt Debords ideeën om een blik te werpen op onze democratie.
Spektakeldemocratie is een vlot leesbaar boek van de Vlaamse journalist en politiek filosoof Thomas Decreus. Hij stelt dat de politiek is losgezongen van de burger. De enige connectie die er nog is, verloopt via de media: kranten, televisie en vooral digitale media als YouTube en Twitter. Dus niet langer via organen als vakbonden en brede volkspartijen, zoals in het verleden. De hedendaagse democratie mondt zo uit in een oppervlakkig schouwspel voor een op sensatie belust publiek: een spektakeldemocratie.
In zo’n spektakeldemocratie vervullen politici de rol van performers, is het volk een publiek dat bespeeld en bediend moet worden en behelst politiek conflict weinig meer dan een commercieel product waar mediabedrijven gretig aan verdienen vanwege de vele kliks en views die het oplevert. Decreus merkt een tendens op waarbij kwaliteit niet langer het beslissende criterium is, maar het bereik van de boodschap. Het gevolg is dat zowel de media als de politiek sterk sensationaliseren. De focus ligt hoofdzakelijk op het oproepen van sterke emoties in plaats van het terdege informeren van de mensen. Sterke emoties maken immers dat iemand gekluisterd aan een beeldscherm een eindeloze reeks kliks genereert.
Populistische fenomenen als Donald Trump en Thierry Baudet zijn geen afwijking, zoals liberale politici dikwijls suggereren, maar een logisch uitvloeisel van de spectaculaire vorm die westerse democratieën hebben aangenomen, zo stelt Decreus. Populistische politici zijn simpel gezegd erg bedreven in het spel dat onze democratie is gaan typeren. Een spel waarbij provocaties en shockerende uitlatingen scoren, wat volgens Decreus overigens niet wegneemt dat extreemrechtse politici hun racistische uitlatingen wel degelijk menen.
Eén van de moeilijkheden waarop Decreus wijst is dat iedere vorm van kritiek op de spektakeldemocratie, en iedere poging haar te ontmaskeren, onlosmakelijk onderdeel uitmaken van het spektakel. Stel bijvoorbeeld dat een politicus in een rede uithaalt naar de spektakeldemocratie. Die video wordt vervolgens gedeeld, geliket, becommentarieerd, enzovoorts. Op die manier weet het spektakel zich telkens weer te reproduceren. Gelukkig laat Decreus de lezer niet geheel cynisch achter: het laatste hoofdstuk vormt een interessante aanzet tot democratische vernieuwing.