Een bijzonder stukje geschiedenis van Nijmegen in een klein boekje. Het gaat, zoals de ondertitel aangeeft, over De Nijmeegse vakbeweging en de opkomst en ondergang van de Nijmeegse industrie van 1945 tot 1990. Maar wat de lezer vooral bijblijft zijn de idealisten van Stichting Aktieplan Werkgelegenheid Nijmegen, die werknemers meer zeggenschap en verantwoordelijkheden wilden geven. Met scholing, werknemersplannen en portfolioanalyses kregen zij dit ook deels voor elkaar.

De Nijmeegse vakbeweging van 1945 – 1990 beschreven in het boek Weer Werk!

De titel van het boek Weer werk! verwijst naar het weerwerk van vakbewegingen en actiegroepen en naar de mensen die vochten om weer werk te krijgen. Het boek begint met de naoorlogse tijd met enthousiaste mensen die industrieën binnenhalen in het katholieke Nijmegen, CDA-bolwerk. De vakbewegingen staan achter loonmatigingen en harmonieus overleg. Vervolgens komt de snelle neergang van de industrieën als NYMA, ASW en Tealtronic vanaf 1970 aan bod. Doordat afzetmarkten veranderen of apparatuur of producten verouderd zijn, aldus de schrijvers. Zij maken vaker opmerkingen tussendoor, als een soort verteller, met de ogen van nu. Werkgevers en ook vakbonden keken voor hulp vooral naar de landelijke overheid. Die subsidieerde vaak grote bedragen, waar een fabriek soms enkele jaren mee overleefde en waardoor wat banen behouden bleven. Uiteindelijk zette het geen zoden aan de dijk en trok de overheid zich steeds meer terug.

De insteek van de vakbewegingen veranderde, ook landelijk, door de oplopende werkloosheid en de tijdgeest; ze werden van sociale belangenbehartigers meer actiegericht, harder in de onderhandelingen. Er was aardig wat gerommel en gedoe: het samengaan van de katholieke vakbond NKV en de algemene vakbond NVV in de FNV liep niet op rolletjes in Nijmegen. Er was tweespalt tussen de oudere vakbondsmensen die zich vasthielden aan de vroegere samenhorigheid en belangenbehartiging en de nieuwe lichting, opgegroeid in de roerige jaren zestig en zeventig, die de maatschappij wilde veranderen, streed voor zinvol werk en meer actiegericht was.

Melkkoe
Eind 1979 bedenkt Hans Droppert, penningmeester van de Industriebond FNV, het Aktieplan Werkgelegenheid Nijmegen. Hij wil een brede beweging van vakbonden en maatschappelijke groeperingen, die de werkeloosheid bestrijdt vanuit de werknemers zelf. In februari 1980 brengt hij 33 mensen samen van vakbonden en maatschappelijke organisaties als Werklozencentrum Unitas. Samen met een aantal anderen werkt hij het idee uit. Om werknemers weerbaarder te maken is er scholing nodig, daarvoor komen er kadertrainingen. Werknemers leren een portfolioanalyse te maken ofwel te kijken naar de gemaakte producten, productielijn en afzetmarkten en de producten te categoriseren als: ster: winstgevend met goede perspectieven; melkkoe: nog maar even winstgevend; wilde kat: innoverend, nog niet winstgevend maar veelbelovend; of hond: hopeloos, verliesgevend, kansloos. Deze analyse wordt onderdeel van een werknemersplan, dat werknemers maken voor een bedrijf in nood, of met slechte werkomstandigheden. Een volledig werknemersplan heeft vijf elementen: ideeën voor nieuwe maatschappelijk nuttige producten, verbetering van de arbeidsomstandigheden, mogelijkheden voor arbeidstijdverkorting, vermindering van overwerk en uitzendwerk en ideeën voor bezuiniging en besparing binnen de productie. Zowel portfolioanalyse als werknemersplan is bedoeld als strategie gericht op het verkrijgen van meer zeggenschap en verantwoordelijkheid van werknemers in hun bedrijven.

Geest
De schrijvers van het boek zien utopische en realistische idealen verenigd bij de mensen van het Aktieplan. Ze miskennen bijvoorbeeld het schaalverschil: werknemers van Honig en Controls werden uit de droom geholpen van kleinschaligheid en zeggenschap. De concerndirecties elders in Nederland of de wereld beslisten zonder overleg. De nieuwe weerbare werknemer was bij reorganisaties en afvloeiingen als eerste de klos. Werknemers die ontslagen werden gingen zelf aan de slag, zoals ARKOkonfektie, maar die initiatieven hadden geen lang leven. Maar Verschuur, een van de initiatiefnemers van het Aktieplan, aanhalend: „Er zijn minstens tweeduizend arbeidsplaatsen geschapen of behouden met maatschappelijk nuttig werk en we gaven mensen de middelen om zelf hun situatie te beïnvloeden: werknemersplannen, wijkbewonersplannen, milieuplannen.” Er waren zo’n vierhonderd mensen direct betrokken in 35 werkgroepen, deels van de vakbeweging, maar ook van bijvoorbeeld de milieubeweging en derdewereldbeweging. Van 1980 tot 1983 waren de hoogtijdagen, daarna is het Aktieplan langzaam minder gaan leven, tot het in 1990 officieel ontbonden werd.

Uit het Aktieplan kwamen initiatieven voort als Stichting Banenplan en Stichting Projectencentrum Regio Nijmegen aan de Groenestraat. De geest van het Aktieplan, kleinschaligheid, eigen verantwoordelijkheid en maatschappelijke betrokkenheid, waait nog steeds in de kleine bedrijfjes in de oude Honig, NYMA/VASIM en Splendor.

Tip: Sla de inleiding in eerste instantie over, de vele namen en het vergaren en verhuizen van archiefmateriaal kan de lust om het boekje te lezen ontnemen, terwijl het verderop heel interessant is. Een advies aan de uitgeverij is, als er een herdruk komt, om een strenge eindredacteur in te schakelen die de verhalen meer stroomlijnt en delen durft weg te laten die voor de lezer die er niet bij was niet erg relevant zijn.

Weer werk! De Nijmeegse vakbeweging en de opkomst en neergang van de Nijmeegse industrie 1945-1990
Door Andreas Caspers en Peter Altena, Valkhof Pers, 2022, ISBN 978905625 532 9

Lees hier hoe het boek tot stand kwam.


U kunt reageren op dit artikel via een e-mail naar redactie@denijmeegsestadskrant.nl