Leed en pijn maken onlosmakelijk deel uit van het leven. Dat is de basis van de tentoonstelling voor groot en klein leed, getiteld Suffering Matters, in de Stevenskerk. In de kerk verbeelden kunstenaars Keiko Sato, Martijn Schinkel en Rob Sweere de fysieke, mentale en maatschappelijke pijn die ons omringt. Aan de kunst de opdracht om ons perspectief op pijn te veranderen en het gesprek erover te beginnen. Om de pijn even iets beter te kunnen dragen. Suffering Matters brengt ook een magazine uit en een podcast. De tentoonstelling is te zien van 1 augustus tot en met 5 september. Meer informatie is te vinden op www.besiendershuis.com/suffering-matters.

Pijn speelde ook een cruciale rol in het leven van Kees Draaisma (1980). Deze voormalige skateheld moest door een enkelblessure al op zijn vijfentwintigste stoppen. Hij stortte zich daarna volledig op de muziek en is nu een singer-songwriter die met goudeerlijke, levensliedachtige teksten melancholische en soms humoristische nederpop maakt, een mix van The Beatles en Spinvis. Op zaterdag 21 augustus speelt hij in de Brebl zijn debuutalbum Kees Takeaway, samen met muzikanten Sven Schuster op bas, Victor de Boo achter de drums en Gijs Hamans op gitaar. Kaartjes zijn 15 euro en zijn verkrijgbaar via de website van de Brebl.

Het leed is misschien nooit zo tragisch geweest als in de Tweede Wereldoorlog. Karina Holla baseerde haar voorstelling Oorlogsvrouwen op het boek De Oorlog heeft geen vrouwengezicht van Nobelprijswinnares Svetlana Alexijevitsj. Zij interviewde ruim driehonderd Russische vrouwen over hun ervaringen in de oorlog. Vrouwen, vaak meisjes nog, die in 1941 de oorlog ingingen om hun land tegen het nazisme te verdedigen. In plaats van bruiden werden ze soldaten. Ze vochten net als de mannen, met geweer en bajonet in de aanslag. De vrouwen dragen geweren die soms groter zijn dan zijzelf of alsof het geweer een pop is. Wat zij meemaakten aan het front was te gruwelijk voor woorden, maar Karina Holla, winnares van de Theo d’Or 2018, vertelt toch hun verhaal. De voorstelling is op vrijdag 27 augustus in LUX te bezoeken, entree is 20 euro.

En dan het onnoemelijke leed dat tot slaaf gemaakte mensen is aangedaan. Tussen 1600 en 1800 verscheepten Nederlandse handelaren met steun van de overheid meer dan zeshonderduizend gevangen volwassenen en kinderen van Afrika naar Noord- en Zuid-Amerika. Zij werden niet als mensen behandeld, maar als handelswaar. Die ongelijke raciale verhoudingen die in honderden jaren van koloniale overheersing opgebouwd zijn, lieten sporen in onze maatschappij na die we nog steeds merken. Racisme, discriminatie en stereotypering zijn voorbeelden van slavernij in Nederland. De expositie Heden van het slavernijverleden in het Afrika Museum toont hoe slaafgemaakten zich verzetten door opstand en geweld, maar ook in het geheim door eigen muziek, religies en talen te creëren. Dit was een vorm van cultureel verzet. Op deze manier probeerden ze hun menselijke identiteit te behouden. De expositie in het Afrika Museum is vanaf nu de komende maanden te zien.


U kunt reageren op dit artikel via een e-mail naar redactie@denijmeegsestadskrant.nl