Evenementen zetten Nijmegen op de kaart. De gemeente stimuleert evenementen om mensen naar de stad te trekken. Daar is niet iedereen even blij mee. Ze zijn te veel op de massa gericht en veroorzaken overlast voor omwonenden. Andere culturele genres komen er juist bekaaid van af.

Wie over de St. Annastraat Nijmegen binnenrijdt ziet vaak grote borden: Een festival, een voetbalwedstrijd, een popconcert. De borden stralen trots uit. Nijmegen doet het weer. Een belangrijk concert binnenhalen is geweldig. Maar voor wie?

Nijmegen op de kaart zetten is het doel van de citymarketing, ofwel: ‘onderscheidende evenementen binden aan de stad’. Ze helpen het product Nijmegen te verkopen. Zo staat het in de Uitvoeringsagenda Citymarketing 2030, (zie artikel NSK 1 augustus). De Nijmeegse gemeente zet fors in op het binnenhalen van grote evenementen. Dat zou goed zijn voor de bewoners en voor de economie van de stad. Maar is Nijmegen een ‘product’? Voor welke koper? En tegen welke prijs? Amsterdam, Venetië en Barcelona hebben spijt van het aantrekken van de massa’s. De schade is inmiddels groter dan de sociale en economische voordelen. Burgemeester van Amsterdam Femke Halsema is duidelijk: het moet minder. De bewoners klagen, de binnenstad is een commercieel pretpark en de huizen zijn onbetaalbaar. De stad is niet meer van de bewoners.

Zo ver is het in Nijmegen nog niet. Maar als het aan de citymarketeers van Nijmegen ligt moet het ‘grootser en meeslepender’. Voor wie? „Ik werd gek van de herrie, ik woon op drie kilometer afstand van het Goffertpark maar moest de tv uitzetten”, zucht Margreet van de Wal, „Dat kan echt niet, midden in de stad.” Ze praat over het concert van de heavymetalband Rammstein begin juli. „De geluidstorens waren metershoog en de ontploffingen leken op oorlog. Mensen houden er een gehoorstoornis aan over.”

Erger is het voor Danielle Oosterbaan. Zij woont naast het Goffertpark. „Ik snap wel dat er een publiek voor is, maar midden in de stad, zo hard, zo massaal? Bovendien kost het weken opbouw- en afbreektijd, de hele zomer door, zo’n tien keer per jaar. Al die tijd is het park nauwelijks voor publiek toegankelijk. Het grasveld blijft vernield en vol afval achter. Ik kreeg heimwee naar de festivalstop tijdens de COVID-periode. Het park was toen weer van ons, van de bewoners, de wandelaars. Dat is de functie van een stadspark. Waarom de festivals niet in een grote hal of buiten de stad?”

Naar de twee optredens van Rammstein in juli kwamen dagelijks zestigduizend mensen, voor hen ongetwijfeld een feest. Maar het betekende veel overlast, verkeersopstoppingen, CO2-uitstoot, massale inzet van politie en een vertrapt park.

Vóór de coronastop, op 9 september 2019, trok dansfestival Het Nest tienduizend bezoekers. Ook toen dreunde de muziek in het Goffertpark en tot ver daarbuiten. Zesenveertig mensen klaagden officieel bij de gemeente, de organisatie en de politie. Op de sociale media regende het klachten. Een van de vele tweets:

Het zal best wel weer gezellig zijn, dat #nestfestival op de Goffert, maar de omwonenden moeten het weer met een urenlange gekmakende techno-dreun doen. ‘Valt binnen de vergunningen’, dus protesteren is tegen dovemansoren van de @gem_Nijmegen#festivallisering

Kleinschalige kwaliteit onderbelicht
Massacultuur trekt mensen naar Nijmegen, en dat is wat citymarketing nastreeft. Nijmegen op de kaart. Maar wat hebben de Nijmegenaren daaraan en hoe staat het in verhouding tot andere culturele behoeftes?

Bij de verdeling van geld en middelen voor cultuur kijkt de gemeente naar uiteenlopende behoeftes op gebied van theater, concerten, beeldende kunst, musea en cultuur in de wijken. In 2019 kreeg adviesbureau Blueyard van de gemeente Nijmegen de opdracht om een verkenning te maken van ‘de staat van cultuur’ in de stad. Samen met de lokale overheid stelden zij: „het stedelijke cultuurbeleid is gericht op het bevorderen van welzijn en welvaart voor de bewoners van de stad”. In de analyse vielen meerdere observaties op: „Nijmegen is vooral sterk in (pop)muziek, festivals en film. Het aanbod en het maken van professionele klassieke muziek blijven achter.” Over beeldende kunst: „Minder sterk is de stad in beeldende kunst. Vooral hedendaags blijft achter. De meeste initiatieven opereren in de marge of zeer smalle niche. Museum Het Valkhof zou versterking Beeldende Kunst kunnen oppakken.” Als zwakke punten worden bij de conclusies genoemd: „Weinig internationale topkunst; weinig vernieuwing”, en „Beeldende kunst weinig aanwezig; weinig prioriteit”. Over de wijkactiviteiten: „In Nijmegen gebeurt heel veel op kleine schaal, er is een brede basis. Deze basis heeft een te grote afstand tot de professionele instellingen.’ En verder: ‘Nijmegen ziet zichzelf graag als oudste stad, maar kiest niet echt voor cultuurhistorie: er zijn nauwelijks middelen voor; een actieve regie wordt erg gemist.’

Het coalitieakkoord 2022-2026 bevat veel aandacht voor het cultureel erfgoed, aanwezig in  de Romeinse collectie van Het Valkhof, De Bastei en Museum Kam. Dat budget wordt met 1,5 miljoen euro verhoogd. Citymarketing ontvangt 230.000 euro per jaar plus financiering van speciale opdrachten. Veel aandacht gaat naar infrastructuur en de verbouwingen van Museum Het Valkhof, de Stadsschouwburg en een nieuwe locatie voor de Lindenberg.

Een visie op de programmering van de kunsten ontbreekt. Moderne kunst en (eigentijdse) klassieke of experimentele muziek komen er nog steeds bekaaid af. In 2022 was in het enige kunstmuseum, Het Valkhof, van februari tot eind september slechts  één tentoonstelling te zien: ‘Moving Stories, de rijkdom aan de Limes’, een verwijzing naar de grenzen van het Romeinse Rijk. Interessante nevententoonstellingen zijn er niet. Het Noordbrabants museum in Den Bosch had alleen al in september drie modernekunsttentoonstellingen. In de twee zalen in De Vereeniging, bekend om de prachtige akoestiek, is verrassende (eigentijds) klassieke muziek van niveau een uitzondering. Een verbinding tussen professionele kunst en de Nijmeegse kunstenaars is niet tot stand gekomen, evenmin als een relatie tussen professioneel aanbod en creativiteit aan de basis. Het Valkhof wordt nu verbouwd. Dat kost geld. Maar om publiek te trekken lijkt een interessantere programmering belangrijker.

De vraag of het ‘stedelijke cultuurbeleid gericht is op het bevorderen van welzijn en welvaart voor de bewoners van de stad’ is nog steeds actueel.


U kunt reageren op dit artikel via een e-mail naar redactie@denijmeegsestadskrant.nl