Het lijkt wel of handhaven het toverwoord is voor het oplossen van alle onregelmatigheden en misstanden in onze huidige maatschappij. Je hoort, leest en ziet het overal om je heen. De landelijke en lokale overheid stellen regels op. Bijvoorbeeld, wie geen gordel draagt of geen fietsverlichting heeft, krijgt een boete. Maar tegen het vele lawaai van het gemotoriseerde verkeer, ramptoeristen en niet te vergeten de bergen afval na een stranddag wordt niet opgetreden. Er lijkt zo willekeur te ontstaan wat wel en niet bestraft wordt. Dat is onduidelijk en onrechtvaardig.
Onlangs sprak ik een BOA die tijdens zijn dienst op een zonnige dag door Nijmegen fietste. Hij vertelde me dat het aantal delicten hand over hand toenam en hij wel de hele dag aan het schrijven kon blijven. Dus sommige dingen zag hij maar door de vingers. Bijvoorbeeld het vele afval dat mensen gewoon achterlaten na een dag zonnen, het lawaai maken en te hard rijden van gemotoriseerd verkeer.
Afval opruimen had volgens hem niet veel zin want na een halfuur lag toch het strand weer vol. Dat koeien en paarden dat afval opeten en daar ziek van worden en zelfs dood aan kunnen gaan, speelde voor hem geen rol. Ook ging hij eraan voorbij dat het ook allerlei ongedierte aantrekt. Hij was er een beetje benauwd voor dat de geest niet meer helemaal in de fles te krijgen is. De diender vond zijn beroep heel leuk. Hij hield wel van de spanning en snelheid ondanks dat hij wist dat veel stress niet gezond is.
Handhaving is een veelomvattend begrip. Daaronder vallen informeren, repressie, controle, bestraffen, belonen, inspectie, opsporing, preventie, toezicht en naleving. Wie het gedrag van burgers wil beïnvloeden, moet er rekening mee houden dat mensen twee soorten gedrag vertonen: gewoontegedrag en beredeneerd gedrag waarbij plussen en minnen tegen elkaar afgewogen worden. Om al deze aspecten in een transparant en helder beleid om te zetten en duidelijk te communiceren is een pittige taak.
Het aantal geboden en verboden vastgelegd in regelgeving neemt alleen maar toe en de uitvoerders krijgen steeds zwaardere uitrusting zoals wapenstokken en pepperspray.
Een paar jaar geleden was het een tijdje mode om te zeggen dat als er regels bij komen dan moeten er tegelijkertijd aan de achterkant regels verdwijnen. Begrijpelijk want vrijheid is het belangrijkste wat een mens kan bereiken dus je moet weerstand bieden als dat geestelijk goed bedreigd wordt. Nu is dat signaal verstomd en dat zou erop kunnen duiden dat de mensen een beetje afgestompt raken van alle nieuwe maatregelen en regels die achterelkaar ingevoerd worden. Bij de coronacrisis zie je dat als beperkende maatregelen lang duren mensen moeite krijgen zich eraan te houden.
Het is allang bekend dat repressie maar een gedeeltelijke oplossing is voor onderliggende onvrede in een samenleving en dat die na verloop van tijd weinig effect heeft. Door een opeenstapeling van beperkende maatregelen is er een grotere kans op escalatie en kan er onverschilligheid ontstaan. Uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam blijkt dat een juiste mix van met name lichte bestraffing in combinatie met belonen leidt tot de beste resultaten omdat ze elkaar aanvullen. Vaak kijken beleidsmakers te oppervlakkig en is er te weinig aandacht voor de onderbouwing van maatregelen. Dit is na te lezen in het onderzoek Een gedragswetenschappelijk perspectief op handhaving, dat het Onderzoeksinstituut Psychologie uitvoerde in opdracht van het Centrum van Criminaliteitspreventie en Veiligheid.
Een verklaring voor de toenemende repressie is dat als beleidsmakers en bestuurders stress ervaren bij het hanteren van een crisissituatie, ze die frustratie gaan omzetten in meer geboden en verboden. Als reactie kiest de bevolking nu meer voor het demonstratierecht als middel om haar stem te laten horen. Het versterkt het gemeenschapsgevoel, demonstreren heeft zeker invloed.
Om de boel in balans te houden is het beter om meer te gaan investeren in preventie. De laatste decennia heeft dit thema steeds minder aandacht gekregen en is er flink op bezuinigd. Het tij lijkt zich te keren. Er is nu meer aandacht voor integrale activiteiten in woonwijken en het voorkomen en beperken van schulden bij burgers. Van een aantal Nijmegenaren die ik op straat vroeg wat ze onder preventie verstaan kreeg ik als antwoord dat dit een taak is voor de individuele burger. Dat is te kort door de bocht en past in de tijdgeest waarin alles draait om eigen verantwoordelijkheid.
De discussie gaat nu te veel over handhaving en niet over wat ons bindt en waar we als stad naartoe willen. Terwijl dit de vragen zijn waar we met elkaar over moeten praten. De gemeentebestuurders kunnen hierin het voortouw nemen. Onderwerpen die op de agenda kunnen komen zijn: het ontwikkelen van gemeenschapszin, beter milieu en minder lawaai, een goed perspectief voor de jongeren en een rechtvaardige samenleving. Het is bijvoorbeeld niet eerlijk dat iemand met weinig geld een even hoge boete krijgt als iemand die bemiddeld is. Waarom moet een dakloze die in een park verblijft, die nergens anders terecht kan een even hoge boete krijgen voor wildplassen als iemand die twee ton verdient?
De gemeente kan goed gedrag van burgers in toenemende mate belonen en asociaal gedrag duidelijk kunnen begrenzen door het vooral uit te leggen en pas na waarschuwingen licht te beboeten. Beloning werkt in combinatie met licht straffen beter omdat het tot wenselijke gedragsverandering leidt. Het verkrijgen van beloningen motiveert en bevredigt meer. Mensen krijgen meer zelf de regie en houden controle op hun gedrag aldus het eerder genoemde onderzoek. Het is jammer dat de kracht van beloningsmodellen nog te weinig leidend is bij het inzetten van instrumenten. Herzie de boetesystematiek alstublieft. Met deze gedachte in ons achterhoofd kunnen we Nijmegen leuker en socialer maken voor iedereen.