Verspreid over Nijmegen schieten steeds meer hoge gebouwen uit de grond. Torenflats horen bij het moderne stadsbeeld en zijn noodzakelijk om de woningnood op te lossen, is de gedachte erachter. Visie op ecologie of gevoel voor de gebouwen die ze overschaduwen ontbreken echter. De dure hoogbouwappartementen met uitzicht op het busstation op Plein 1944 zijn een goed voorbeeld. Ze sluiten het zonlicht af voor nabijgelegen straten met laagbouw en fungeren als windvangers. Bewoners betalen hoge huren terwijl er baklucht opstijgt vanuit de kip- annex hamburgertent eronder. Het oude plein is niet langer een open theater met groene ruimte, maar na kostbare herbestemming een saaie ingesloten ruimte die enkel geschikt is voor de kermis die er twee keer per jaar staat.
Aan de overkant is, na vele jaren van verval, het gebouw wat ooit een oude bioscoop was, afgebroken. Lokale kroegpraat is dat er nieuwe hoogbouw voor in de plaats komt. Er wordt een naam genoemd, een zekere Ton Hendriks, een ontwikkelaar van woningen en onroerend goed. Het is de vraag of de heer Hendriks zich bewust is van de voordelen van ecologisch en duurzaam ontwerpen. Op die manier ontwerpen draagt bij aan het creĆ«ren van een verenigd stedelijk gebied, in tegenstelling tot een opeenvolging van afzonderlijke ontwikkelingen. Tegenover het centraal station staat een ander lelijk hoog gebouw dat met de sloophamer te maken krijgt. Geweldig. Het opent een vergezicht. Als de naoorlogse nietszeggende hoogbouw ook gesloopt wordt, kunnen architecten en anderen met visie beginnen met een geweldige entree van Nijmegen om het net zo’n stimulerende charme te geven bij binnenkomst van de stad als in ‘s-Hertogenbosch.
Het verhaal gaat dat het centraal station van Nijmegen een complete metamorfose krijgt. Het wordt hoog tijd. Vele jaren geleden schreef ik al een zeer cynisch opiniestuk in De Gelderlander, over de verwijdering van het oude restaurant tegenover de behoefte aan snackbars, als onderdeel van een ‘veilig, comfortabel in alle weersomstandigheden, zitgedeelte bij de bussen’. Nu moet je daar steeds oppassen dat je niet struikelt over de benen van de mensen die langzaam lopen, terwijl je tegelijkertijd aan de kant moet springen voor de bussen die uit hun opstaphalte wegrijden. Ook schreef ik over het verwijderen van de metalen stoelen, die koud zijn in de winter en ondertussen werken de elektronische tijdborden zelden goed.
Vorig jaar stond het groene imago van Nijmegen centraal. Het Green Capitaaljaar moest een visie zijn voor andere Europese steden om te volgen. Maar dit was allemaal gepraat en weinig actie. Wanneer een bezoeker van Nijmegen het station uitloopt, wordt hij geconfronteerd met drie lelijke torenblokken, waarvan de middelste nu wordt afgebroken. Deze smetten op het stadsbeeld moeten zo snel mogelijk plaatsmaken voor een parklandschap met waterpartijen met middenin een artistieke windturbine. Er zijn genoeg visionaire Nederlandse ontwerpers om een beroep op te doen.
Door Bill Holdsworth
[phoenix.holdsworth@kpnmail.nl]