De tranen van Duncan Laurence, de winnaar van het Eurovisiesongfestival, waren nog nauwelijks opgedroogd of zo’n beetje alle steden buitelden over elkaar heen om de jaarlijkse Europese talentenjacht volgend jaar te organiseren. Burgemeester Hubert Bruls maakte korte metten met het voorzetje van zijn Arnhemse evenknie, Ahmed Marcouch, om het miljoenenverslindende spektakel naar Gelderland te halen. Nijmegen doet niet mee, het geld is harder nodig voor de jeugdzorg, vindt Bruls. Ondertussen willen politieke partijen een publicitair graantje meepikken. Zo verstuurde het CDA Gelderland een trots persbericht dat Gelderland een ‘perfecte gastheer’ voor dit ‘topcultuurevenement’ zou zijn, ook omdat Arnhem immers ‘in het hart van Europa ligt’. Bruls begrijpt het heel goed: Gelderland heeft beduidend grotere problemen dan het toneel te zijn voor een liedjesfestival dat het aanhoren of -kijken niet waard is. Misschien moeten de Gelderse politici daar hun energie eens op richten.

Al maandenlang domineren ze het nieuws: de gele hesjes. Overgewaaid vanuit Frankrijk demonstreren ook hier te lande mensen in gele hesjes tegen alles wat hen niet zint. Wel is er verschil in aantal. Trekken in Frankrijk wekelijks tienduizenden de straat op, in Nijmegen liepen bij de laatste internationale demonstratie enkel honderden gele hesjes mee. Een geweldige opkomst, zeker als je het vergelijkt met de eerste demonstratie in december toen enkele tientallen gelehesjesdragers een tochtje door de Nijmeegse binnenstad maakten. Toch was de organisatie zwaar teleurgesteld dat er geen 2500 demonstranten kwamen. Dat de opkomst dan toch tegenviel kwam doordat de meeste gele hesjes de reiskosten niet konden betalen. Ook al waren er groepen uit Drenthe en Duitsland, voor hen waren de reiskosten blijkbaar minder een probleem dan voor alle minderbedeelde Nijmegenaren uit de buitenwijken die het hebben laten afweten.

Na al die demonstraties blijft de vraag wat de gelehesjesdragers willen. Wie naar ze luistert hoort de meest uiteenlopende eisen: van betere zorg, meer sociale woningbouw, lagere accijnzen op benzine tot het terugdraaien van het Marrakech-akkoord en een boerkaverbod. Hoe een boerkaverbod bijdraagt aan betere zorg en armoedebestrijding is iets waarover nog wel wat uitleg nodig is.

Wethouder Bert Frings slaat zich graag op de borst. Collega’s uit andere gemeenten hoort hij soms bijna huilend vertellen dat ze hun zwembad moeten sluiten om de jeugdzorg te kunnen betalen. Frings heeft met zijn vooruitziende blik op tijd ingegrepen om de zorgkosten in de hand te kunnen houden. Maar het leed is nog niet geleden. Tot 2022 dreigt het rijk nog zestien miljoen euro op het budget voor de zorg te korten. De GroenLinkser denkt dat op te vangen door dertien miljoen te bezuinigen op de bureaucratie en andere maatregelen zonder dat de zorg eronder lijdt. Nu is het niet de eerste keer dat een bestuurder het bureaucratiemonster probeert te bedwingen. Maar het lijkt op het gevecht tegen de draak met de zeven koppen. Hak je er een af, komt een ander ervoor terug. Aan het einde resulteert het in de kaasschaafmethode en is de burger toch weer de dupe.

Bijna een miljoen euro subsidie gaat jaarlijks naar Breng flex, de taxiritjes die het openbaar vervoer op onrendabele lijnen verzorgen. De SP wil ervan af, want ze kosten de overheid vijfentwintig euro per rit, er zit meer subsidie op dan op een schouwburgkaartje. Fractievoorzitter Hans van Hooft steekt dat geld liever in reguliere bussen. In de gemeenteraad ving de SP echter bot. De vrees leeft dat de provincie, want die betaalt het, dit geld dan aan andere gemeenten geeft, waardoor ov-reizigers in Nijmegen er niet van profiteren. Blijkbaar geldt voor Nijmeegse raadsleden eigen busreizigers eerst.

Jarenlang kwam Nijmegen niet hoger dan de zevende plaats op de ranglijst van meest aantrekkelijke steden in Nederland. Tot frustratie van menige wethouder in Nijmegen met de portefeuille citymarketing. Maar nu is de Waalstad met stip gestegen naar de derde plaats, achter Amsterdam en Utrecht. De onderzoekers van de Atlas voor Gemeenten beoordelen steden onder meer op bereikbaarheid, cultuur, veiligheid en nabijheid van natuurgebieden. De belangrijkste oorzaak voor de topnotering is dat de Atlas voor Gemeenten over de gemeentegrenzen kijkt. En zelfs over landgrenzen. Daardoor telt bijvoorbeeld het Reichswald ineens mee als een natuurgebied bij Nijmegen. De topdrienotering is een mooie opsteker voor wethouder Monique Esselbrugge. Zij kan ermee pochen dat het citymarketingbeleid van Nijmegen eindelijk vruchten heeft afgeworpen. Al was het maar door een geografische truc van de onderzoekers van de Atlas.

auteurs: Gabriëlla Hendriks, Erik Janssen


U kunt reageren op dit artikel via een e-mail naar redactie@denijmeegsestadskrant.nl