Op steeds meer daken in Nijmegen liggen zonnepanelen. Een deel van de zonnestroom gebruiken zonnepanelenbezitters zelf. Maar wat gebeurt er met de zonnestroom als je deze zelf niet nodig hebt? Kan iemand anders deze energie gebruiken of kun je deze opslaan? Pim de Ridder en Ineke de Jong van Wiek-II weten er alles van.

Nijmegen en omgeving zelfvoorzienend in energie: dat is de droom van Ineke de Jong en Pim de Ridder van Wiek-II. „Met een nieuw lokaal energiebedrijf dat in handen is van bedrijven, organisaties en inwoners van Nijmegen en omgeving kunnen wij onze eigen duurzame energie opwekken. We leveren die aan onszelf, daardoor worden we onafhankelijk van de grote energiebedrijven. Inwoners en bedrijven worden zo mede-eigenaar en opbrengsten van energieprojecten worden in de regio besteed”, zegt De Ridder. Die droom is een stap dichterbij gekomen na de recente uitgifte van zonaandelen Zonnepark de Grift door Energiecoöperatie WPN, waarbij de belangstelling veel groter was dan verwacht. De energie uit het zonnepark wordt nog niet rechtstreeks lokaal aan gebruikers geleverd. „Dat zou een mooi volgend doel zijn.”

Ineke de Jong en Pim de Ridder dromen van een Nijmegen dat zelf voorzienend is in energie. [foto Jan Lintsen].
Spanning
De gewenste transitie naar duurzame energie zet slechts een relatief kleine groep mensen in Nederland tot actie aan. „Meer dan ooit is er spanning tussen noodzaak en weerstand: noodzaak om de energietransitie naar duurzame energie uit zon, wind en water te verwezenlijken en de weerstand van burgers tegen bijvoorbeeld windmolens en zonneparken”, vertelt Pim de Ridder. „De energievoorziening is ver weg van de mensen komen te staan, onzichtbaar geworden. Geen enkel energiebedrijf is nog in Nederlandse handen. Wij geloven daarom in eigen regie, waarbij de opwekking, gebruik en opslag van duurzame energie regionaal gebeuren en zichtbaar zijn voor de gebruikers. Daarbij willen we werken met lokale ondernemers en de techniek verbinden met de lokale gemeenschap. De aanpak zorgt voor meerwaarde voor de lokale economie, door de opbrengsten in de regio te houden en bijvoorbeeld lokale werkgelegenheid te creëren. Zo creëer je meer betrokkenheid en daardoor draagkracht.”

Verbruik en teruglevering
Met eigen zonnepanelen kun je deels voorzien in je eigen energiebehoefte. Overdag kun je daarmee bijvoorbeeld de wasmachine laten draaien. Als de zon weinig tot niet schijnt of als het donker is, gebruik je aanvullend energie uit het elektriciteitsnet. In de lente en zomer wekken de zonnepanelen op een dag vaak meer stroom op dan je verbruikt. Dat teveel aan zonnestroom lever je terug aan het elektriciteitsnet. Dat net is een soort van communicerend vat dat altijd in balans moet zijn. Als er veel vraag is naar stroom, moet er veel worden aangeboden en als er minder vraag is, moet het aanbod ook lager zijn. Hoe gaat dat precies? De Jong licht toe: „Als het net ‘vol’ is met aangeboden energie kun je traditionele bronnen als kolen en gas afschakelen. Ook wind- en zonne-energie kunnen worden afgeschakeld. Het doel is om steeds meer groene en minder grijze stroom te verbruiken en dus meer duurzame wind- en zonne-energie te gebruiken. Het netbeheer wordt steeds ingewikkelder, door de nieuwe, meer variabele duurzame energiebronnen. Opslagcapaciteit buiten het energienet is nodig om aanbodoverschot te kunnen opslaan en flexibeler te kunnen leveren. Daarnaast zal in de toekomst het ‘plannen’ van de vraag naar stroom een oplossing kunnen bieden. Deze technieken zijn nog prijzig en technisch ingewikkeld.”

Buurtbatterij
Vroeger ging het energietransport van grote energiecentrales via onderstations naar de huishoudens: van groot naar klein. ‘Terugleveren aan het net’ is precies de omgekeerde richting: zelfopgewekte energie van zonnepanelen door huishoudens gaat via de onderstations (klein) naar de energiecentrales (groot). En dat is een knelpunt op het moment dat de centrale ‘vol’ zit, dan is extra opslag nodig in een batterij. Wiek-II en Energiecoöperatie WPN willen op Energielandschap de Grift een lokale batterij inzetten om energie uit de windmolens en het zonnepark te kunnen opslaan op het moment dat er weinig vraag is óf als het net juist overbelast is door een te groot aanbod. Daarnaast hopen zij in de toekomst nog meer lokale opslag te kunnen realiseren, bijvoorbeeld in buurten en wijken. In Nederland zijn er al voorbeelden van opslag in (buurt)­batterijen: Schoonschip Amsterdam en de zeezoutbatterij in Heeten. Wind- en zonneparken, in combinatie met opslag, zijn een goede oplossing om de energietransitie te realiseren. Maar er is een hele lange weg te gaan aldus De Jong: „Het warmtevraagstuk is nog veel groter dan het elektriciteitsvraagstuk. Maar ik hoop en denk dat we met vereende krachten en lokale samenwerking heel ver kunnen komen.”

Wind- en zonnepark de Grift
Samen met de Nijmeegse Energiecoöperatie WPN is Wiek-II initiatiefnemer van zowel windpark Nijmegen-Betuwe, met vier windmolens die energie opwekken voor 7300 huishoudens, als van burgerzonnepark de Grift. De bouw van dit zonnepark aan de Stationsstraat in Oosterhout is onlangs gestart. Dit park gaat later dit jaar stroom leveren voor 1475 huishoudens. Het wind- en zonnepark zijn bouwstenen van het lokale Energielandschap de Grift langs de A15 in Nijmegen-Noord. Uniek is dat beide parken gebruikmaken van dezelfde aansluiting op het publieke elektriciteitsnet en dat bespaart kosten.


U kunt reageren op dit artikel via een e-mail naar redactie@denijmeegsestadskrant.nl