Het klimaatbeleid van Nijmegen is in verhouding tot andere steden niet slecht, vindt milieukenner Ronald Aalders. De gemeente zet vol in op het schoner maken van de lucht, het stimuleren van het fietsverkeer en behoud van biodiversiteit. De traagheid van het landelijk bestuur frustreert echter gemeentelijke initiatieven zoals wijken van het gas afhalen, milieuzones instellen en het treffen van stikstofmaatregelen.
„De Green Capitalactiviteiten zijn een goede stimulans geweest voor klimaatinitiatieven en het verkrijgen van subsidies daarvoor van het rijk”, vindt Ronald Aalders. Hij is al meer dan vijfentwintig jaar het gezicht van Milieu Centrum de Broeikas, een organisatie die zich inzet voor een duurzamer Nijmegen. De gemeente kondigde eind augustus dertig, deels nieuwe, maatregelen aan om de luchtkwaliteit in de stad in de komende tien jaar verder te verhogen en de gezondheid van inwoners te verbeteren.
Katalysator
Overheden zijn nodig als katalysator om nieuwe ontwikkelingen op gang te brengen. Dat kunnen gemeentes zijn. Zo stimuleerde de gemeente Nijmegen het gebruik van restwarmte door hiervoor een leidingennetwerk aan te laten leggen. Deze stadsverwarming in Nijmegen-Noord leverde wel wat problemen op, omdat mensen geen keuze hadden en afhankelijk werden van één leverancier. „Daar moet de gemeente regels voor opstellen.” Een grote opgave die voor ons staat is dat Nijmegen van het gas af moet. „Normaal bij het aanleggen van huizen en wegen ontwikkel je allerlei alternatieven die meer of minder woongenot, klimaat- of economisch voordeel opleveren. Vervolgens maak je een afweging. Nu is het doel van tevoren gesteld: wijken moeten van het gas af. Nijmegen begint daarmee in twee wijken. Hoe dat het beste kan en met welk alternatief: elektrisch, waterstof? Dat moet met vallen en opstaan geleerd worden. Mensen hebben veel vragen. ‘Ik heb pas een nieuw gasfornuis. Krijg ik een nieuwe vergoed?’ Het gaat in ieder geval veel kosten, en dat kan niet iedereen betalen.”

Aalders is niet ontevreden over de nieuwe stadsbrug. „De ringweg S100 gaat wel een stuk door Lent, maar maakt een grote lus waardoor het geen sluiproute is voor de A50. De bedoeling van het stadsbestuur is om binnen de ringweg Nijmegen verkeersluwer te maken. Het versmallen van de Graafseweg past in die aanpak. Met andere milieuorganisaties wilden we niet dat de A73 werd doorgetrokken door de uiterwaarden van Beuningen en Weurt. We waren voor de S100.” Aalders stelt dat er bij het bouwen van meer huizen buiten de stad bij de ruimtelijke ordening goed gekeken moet worden naar vervoersstromen. „Nieuwe wijken moeten goed aansluiten op openbaar vervoer, anders neemt iedereen een auto. Dat is in dorpen niet zo’n probleem, maar die auto’s komen allemaal naar de stad en daar is simpelweg geen ruimte voor en de lucht raakt meer en meer vervuild. De grote vervuilende files zijn overigens weg als er vijftien tot twintig procent minder auto’s rijden tijdens de spits. Dat wordt gehaald als mensen na corona ook veel thuis blijven werken.”
Parkinson
In de jaren zeventig en tachtig was bodemverontreiniging een belangrijk thema. „De ene na de andere vervuilde plek kwam aan het licht”, zegt Aalders „maar de gemeente heeft dat nu onder controle. De vervuilde plekken zijn bekend en worden gemonitord opdat ze zich niet verspreiden, ook niet in het grondwater. Vervuilde grond mag je niet verplaatsen naar een plek die minder vervuild is. Bij grondaankopen kunnen bedrijven zelf vervuilde grond schoonmaken. Zo kunnen ze sneller op die plek terecht en heeft de gemeente minder kosten. Illegale lozingen van bijvoorbeeld xtc-labs blijven natuurlijk altijd een probleem. En er komen steeds nieuwe stoffen waarvan pas later blijkt dat ze giftig zijn. Denk aan asbest en aan bepaalde bestrijdingsmiddelen waarvan mensen die ermee werken veel vaker de ziekte van Parkinson krijgen.”
Dwangsom
Over asfaltfabriek APN, die onlangs in het nieuws kwam met een hoge uitstoot van naftaleen, zegt Aalders: „Zo’n groot bedrijf is machtig en heeft allerlei specialisten in dienst. De ambtenaren moeten bij veel bedrijven controles uitvoeren en hebben niet altijd genoeg kennis. Deze ambtenaren hebben naast de controle en de vergunningverlening ook advisering als taak. Soms blijven ze te lang bezig met adviseren hoe het beter moet, waar stevig ingrijpen meer op z’n plaats is. Denk aan het opleggen van een dwangsom of zelfs het intrekken van een vergunning. Uiteindelijk moeten er harde besluiten genomen worden als bedrijven ernstig vervuilen. Dat is moeilijk als er economische belangen spelen en sluiting honderden banen in gevaar brengt. Daarom komen die vervuilers vaak weg met halfzachte maatregelen.”
Ecologische voetafdruk
Aalders vindt dat de gemeente wel meer kan doen aan het stimuleren van minder vlees eten. Een lagere vleesproductie betekent minder ammoniak en methaanuitstoot. „Als mensen met het ov en de fiets gaan en de auto alleen nemen als het moet én niet meer dan 50 tot 75 gram vlees per dag eten blijft hun ecologische voetafdruk binnen de perken. De gemeente heeft nog geen voedselbeleid. Er is aandacht voor alternatieve initiatieven als Herenboeren, die gericht zijn op de productie van duurzaam, gezond voedsel, maar niet voor het initiatief Vegetarische donderdag, dat probeert om mensen ertoe te bewegen een dag in de week geen vlees te eten. Wel krijgt een ambtenaar op het stadhuis, bij het organiseren van bijvoorbeeld een receptie, nu standaard vegetarische gerechten als hij of zij niet om vlees vraagt. Vroeger was dat andersom. Maar de gemeente kan meer doen. In Gent stimuleert de gemeente mensen om minimaal een dag in de week vegetarisch te eten. Gemeentescholen daar verstrekken bijvoorbeeld een dag per week vegetarische kost.”
Koester
Aalders roept de gemeente op om zuiniger te zijn op groene plekken. „Steeds worden er weer plannen verzonnen om iets aan te leggen in groen gebied. Een fietspad door het bosje langs de Graafseweg, een snelfietspad door de Goffert, woningen bouwen in het bosje bij de Kerkstraat. Plannen waartegen bewoners in actie moeten komen. Pik niet sluipenderwijs stukjes van groene gebieden af, maar koester die. Leg duidelijk vast welke gebieden waardevol zijn, zodat dat ook voor andere gemeentelijke afdelingen, zoals verkeer of woningbouw, direct duidelijk is.”